Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over de situatie op het voormalige terrein van
de Hoenderloo Groep (ingezonden 8 juli 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport – Jeugd,
Preventie en Sport) (ontvangen 29 juli 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel Dorpelingen ontzet over criminaliteit: «Jeugdzorg
wordt onze ondergang»?1
Vraag 2
Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat de veiligheid van de jongeren
die op dit terrein verblijven wordt gewaarborgd?
Vraag 3
Is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) al betrokken bij de situatie op het
voormalige terrein van de Hoenderloo Groep? Zo ja, welke stappen zetten zij om de
veiligheid van de jongeren te verbeteren?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het een onwerkbare situatie is als er zoveel verschillende en
wisselende zorgaanbieders (met ook nog eens veel variatie in de zorgverleners) met
zeer verschillende doelgroepen op één terrein zitten, zonder goede samenwerkingsafspraken?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Deelt u de analyse dat de decentralisatie van de jeugdzorg naar 342 gemeenten deze
wildgroei aan aanbieders gestimuleerd heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Deelt u de analyse dat het feit dat 342 gemeenten verantwoordelijk zijn voor specialistische
jeugdzorg ervoor heeft gezorgd dat het lastiger wordt om goed overzicht te houden
over die zorg?2
Vraag 7
Zo ja, deelt u de mening dat het beter zou zijn om de specialistische jeugdzorg landelijk
in te kopen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het absurd is en onwenselijk dat gemeenten niet weten waar kinderen
en jongeren worden geplaatst?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het voor gemeenten niet mogelijk is om toe te zien op de kwaliteit
van zorg als zij niet eens weten waar kinderen en jongeren worden geplaatst?
Vraag 10
Wie houdt er wel toezicht op de kwaliteit van de jeugdzorg op het moment dat gemeenten
zelf niet weten waar de jongeren waar zij verantwoordelijk voor zijn geplaatst zijn?
Vraag 11
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat kinderen en jongeren ver weg van hun
thuis worden geplaatst en dat dit extra ontwrichtend kan werken voor het kind en gezin?
Vraag 12
Herinnert u zich de uitspraak van uw voorganger De Jonge, die stelde dat «200 jongeren
in de bossen niet meer van deze tijd is»?3 Deelt u de analyse dat de huidige onoverzichtelijke situatie die is ontstaan na de
verkoop door Pluryn geen verbetering is ten opzichte van de oude situatie?
Vraag 13
Hoe gaat u ervoor zorgen dat kinderen en jongeren zo dicht bij huis als mogelijk worden
geplaatst, zodat zij, ook als thuiswonen even niet gaat, wel zoveel en snel mogelijk
hun gewone vertrouwde leven weer kunnen oppakken?
Vraag 14
Hoe kijkt u aan tegen kleinschalige jeugdzorginstellingen zoals bijvoorbeeld het Heppie
(t)Huis, in vergelijking met de commerciële instellingen die jongeren ver weg plaatsen
van hun vertrouwde huis en waar onduidelijkheid is over de kwaliteit?
Vraag 15
Wie is er momenteel uiteindelijk verantwoordelijk en aan te spreken op de gang van
zaken op en rond het voormalige terrein van de Hoenderloo Groep?
Vraag 16
Welke stappen gaat u zetten om de problemen die nu spelen op het voormalige terrein
van de Hoenderloo Groep aan te pakken, om ervoor te zorgen dat jongeren de zorg krijgen
die zij nodig hebben, in een veilige situatie en dat de overlast voor het dorp afneemt?
Mededeling
De vragen van het lid Dobbe (SP) over de situatie op het voormalige terrein van de
Hoenderloo Groep (2024Z11893) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording meer
tijd vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.