Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Abed zit al maanden vast in Gaza, wat wordt er in Nederland gedaan om hem terug te krijgen? «Niemand heeft me gebeld»» (ingezonden 13 juni 2024).

Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 juni 2024)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Abed zit al maanden vast in Gaza, wat wordt er in Nederland gedaan om hem terug te krijgen? «Niemand heeft me gebeld»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe is het mogelijk dat de heer Abed Al Attar al maandenlang in Gaza zit en u er nog niet in bent geslaagd om hem terug te halen naar Nederland? Waar ligt dit aan en heeft u er aantoonbaar alles aan gedaan om hem terug te halen?

Antwoord 2

Ik deel uw zorgen over de schrijnende situatie van de heer Al Attar. De inzet van het ministerie is er voortdurend opgericht dat alle Nederlanders inclusief de heer Al Attar, hun kerngezinsleden, mensen met een Nederlandse verblijfsstatus en mensen die een positief besluit van de IND hebben in het kader van gezinshereniging, Gaza zo snel mogelijk kunnen verlaten. Conform de AVG is het Ministerie van Buitenlandse Zaken terughoudend in het geven van meer details over individuele zaken.

Zoals bekend wordt de definitieve grenslijst opgesteld door de betrokken Israëlische en Egyptische autoriteiten, waardoor zij uiteindelijk bepalen wie de grens over mag steken. Ik kan u verzekeren dat via alle beschikbare diplomatieke kanalen, ook in EU-verband, en op politiek niveau door verschillende leden van het kabinet onder wie de Minister-President en mijzelf, blijvend wordt opgeroepen dat alle Nederlanders en rechthebbenden op verblijf in Nederland Gaza zo snel mogelijk moeten kunnen verlaten.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de heer Al Attar nog steeds niet terug mag naar Nederland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Welke concrete handelingen heeft u verricht om de heer Al Attar terug te krijgen naar Nederland? Kunt u specifiek aangeven met welke instanties u wanneer contact hebt opgenomen en op welke wijze u wanneer druk heeft uitgeoefend om de heer Al Attar terug naar Nederland te krijgen?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Hoe kan het dat de heer Al Attar in het nieuwsbericht aangeeft al lang niks meer gehoord te hebben van uw ministerie? Staat uw ministerie in voortdurend contact met hem?

Antwoord 5

Sinds het uitbreken van het conflict heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken frequent contact met de heer Al Attar. Dit maandenlange vrijwel dagelijkse contact is afgelopen weken minder frequent geworden, zowel met de heer Al Attar, als met alle Nederlanders, mensen met een Nederlandse verblijfstatus en mensen die een positief besluit van de IND hebben die zich nog in Gaza bevinden. Dit komt omdat er helaas weinig voortgang ten aanzien van de opening van relevante grensovergangen te delen was. Met alle betrokkenen in Gaza en hun contactpersonen in Nederland is echter afgesproken, dat het ministerie direct contact met hen opneemt zodra er nieuws is en deze personen te allen tijde het BZ 24/7 contactcentrum kunnen contacteren.

Vraag 6

Welke concrete handelingen gaat u de komende tijd verrichten om de heer Al Attar en alle andere Nederlanders in Gaza terug te laten keren naar Nederland?

Antwoord 6

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gebonden aan onder andere de AVG rondom individuele consulaire zaken en moet daarom terughoudend zijn in het geven van meer details. In algemene zin verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 7

Overlegt uw ministerie concrete namen aan de Israëlische autoriteiten met het verzoek deze namen op een lijst te plaatsen? Zo ja, hoe kan het dan dat de Israëlische autoriteiten weigeren om dit te doen?

Antwoord 7

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zorgt ervoor dat de namen van de mensen die in aanmerking komen voor vertrek naar Nederland, bekend zijn bij de Israëlische en Egyptische autoriteiten die de lijsten opstellen van mensen die de grens over mogen. Het kabinet blijft daarbij telkens verzoeken de heer Al Attar op deze lijst te zetten.

Vraag 8

Heeft u juridische mogelijkheden om de Israëlische autoriteiten te dwingen mee te werken aan de terugkeer van Nederlanders?

Antwoord 8

Nee, er zijn geen juridische mogelijkheden vanwege het ontbreken van rechtsmacht van Nederland in de relevante gebieden.

Vraag 9

Kunnen de Israëlische autoriteiten bij weigering om mee te werken aan terugkeer naar Nederland aansprakelijk gesteld worden voor schade en leed? Zo ja, bent u bereid dit te doen?

Antwoord 9

Nee, er is geen internationaalrechtelijke verplichting voor andere landen om Nederlanders te helpen terug te keren naar Nederland.

Vraag 10

Bent u zich ervan bewust dat voor de familie in Nederland het feit dat de heer Al Attar niet terug mag keren, zeer pijnlijk is en dat het ook financiële gevolgen heeft?

Antwoord 10

Ik kan mij goed voorstellen dat de schrijnende situatie in Gaza en de onzekerheid waar de heer Al Attar zich in bevindt, verschrikkelijk moeilijk moeten zijn, zowel voor hemzelf, als voor zijn gezin en familie in Nederland.

Vraag 11

Bent u bereid om families van personen die niet mogen terugkeren uit Gaza, financieel en op alle andere noodzakelijke manieren te ondersteunen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 11

Nederlanders in Gaza of hun familieleden in Nederland kunnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken vragen om consulaire bijstand als zij dat willen. Bij de verlening van consulaire bijstand handelt het ministerie conform de gemaakte (inter)nationale afspraken. Hierbij wordt de route langs de officiële autoriteiten gevolgd en kan hun opstelling van invloed zijn op de mogelijkheid van consulaire bijstand of de mate waarin die kan worden geboden. Financiële ondersteuning maakt hier geen onderdeel van uit. Voor ondersteuning van families in Nederland geldt dat zij zich tot de gemeentelijke instanties in hun woonplaats kunnen wenden.

Vraag 12

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat van 20 juni over de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 24 juni 2024?

Antwoord 12

De schriftelijke Kamervragen zijn binnen de gebruikelijke beantwoordingstermijn van drie weken beantwoord.

Naar boven