Vragen van de leden Aartsen en Rajkowski (VVD) aan de Ministers voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en Klimaat over de huiverigheid van werkgevers
om kunstmatige intelligentie in te zetten (ingezonden 12 juni 2024).
Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 27 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel gepubliceerd in het FD «Werkgevers nog huiverig voor
inzet kunstmatige intelligentie»?1
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling dat de toepassing van kunstmatige intelligentie door
werkgevers de arbeidsmarktkrapte in specifieke sectoren zou kunnen verlichten? Welke
mogelijkheden ziet u hierin op korte en lange termijn? Wat ziet u als de rol van de
overheid in het kader van het stimuleren van en ruimte geven voor het gebruik van
kunstmatige intelligentie in het bedrijfsleven?
Vraag 3
Betreurt u het dat sommige werkgevers de kansen van kunstmatige intelligentie aan
zich voorbij laten gaan? Zo ja, welke redenen ziet u hieraan ten grondslag liggen?
Zo nee, waarom niet? En zou u in dat geval bereid te zijn om actie te ondernemen om
ondernemers of brancheverenigingen die willen investeren in innovaties zoals Artificial
intelligence (AI) daarin te ondersteunen?
Vraag 4
Constateert u een onderscheid in het gebruik van AI-technologie tussen midden- en
kleinbedrijf (mkb-)werkgevers en grotere werkgevers? Constateert u een onderscheid
tussen het gebruik van AI bij (semi) publieke werkgevers en private werkgevers? Kunt
u eventuele verschillen duiden aan de hand van de effecten op de concurrentiepositie
van Nederland en individuele sectoren?
Vraag 5
Kunt u inzicht geven in de redenen waarom Nederlandse werkgevers in vergelijking met
Polen, Duitsland en België huiveriger zijn om kunstmatige intelligentie toe te passen?
Wat kan Nederland van deze landen leren? Speelt overheidsbeleid in de voorgenoemde
landen een rol in de implementatie van AI-technologie? Bent u in gesprek met werkgeversorganisaties
om inzicht te krijgen in de bezwaren die werkgevers hebben om de kansen van AI te
benutten? Zo ja, wat zijn de redenen? Zo nee, bent u bereid om dit gesprek op korte
termijn te voeren?
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat er een rol voor de overheid is weggelegd in het verdere
stimuleren van het gebruik van innovatie in het algemeen en kunstmatige intelligentie
in het bijzonder door werkgevers ten behoeve van arbeidsproductiviteitsstijging, economische
groei en het verlichten van arbeidsmarktkrapte? Op welke manier uit dit zich?
Vraag 7
Kunt u de verschillende maatregelen die op dit moment door het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie
van Financiën worden genomen om het gebruik van kunstmatige intelligentie onder werkgevers
te stimuleren opsommen? Welke effecten van deze maatregelen ziet u en welke effecten
verwacht u nog?
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat het naar Nederland halen van een AI-fabriek zou kunnen bijdragen
aan de beeldvorming dat innoveren en experimenteren met AI ook in Nederland mogelijk
is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Wat kan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waar nodig in samenwerking
met andere ministeries en werkgeversorganisaties, doen om werkgevers in hun kennisbehoefte
voor kunstmatige intelligentie te voorzien?
Vraag 10
Ziet u mogelijkheden om werkgevers van prikkels te voorzien om kunstmatige intelligentie
toe te passen?
Vraag 11
Bent u bereid om met sociale partners, brancheorganisaties en de «Nederlandse AI coalitie»
een dialoog te openen over de kansen van kunstmatige intelligentie en de verantwoordelijkheid
die sociale partners en brancheorganisaties kunnen nemen in het verspreiden van kennis
over kunstmatige intelligentie onder werkgevers over onder andere het verhogen van
de arbeidsproductiviteit, het versterken van de innovatiekracht en het aanpakken van
arbeidsmarkt? Zo ja, hoe wordt dit bewerkstelligd? Zo nee, waarom niet? Is hier een
rol in weggelegd voor AI-adviesraad, zoals voorgesteld in motie-Rajkowski?2 Hoe kan deze worden ingevuld? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, mede
dat ik de beantwoording van de Kamervragen van de leden Aartsen en Rajkowski (VVD)
over «de huiverigheid van werkgevers om kunstmatige intelligentie in te zetten» niet
binnen de gestelde termijn van drie weken aan uw Kamer kan doen toekomen. Ik zal de
beantwoording zo spoedig mogelijk verzenden.
X Noot
1FD, 11 juni, «Werkgevers nog huivering voor inzet AI», (Werkgevers nog huiverig voor
inzet AI (fd.nl)).