Vragen van het lid Lahlah (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over beloningsverschillen binnen de rechterlijke macht (ingezonden 28 mei 2024).

Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 18 juni 2024).

Vraag 1

Kent u het artikel «Vrouwe Justitia is blind voor gelijke beloning»1 en herinnert u zich uw Kamerbrief bij het rapport naar onderzoek over beloningsverschillen bij rechterlijke macht?2

Vraag 2

Deelt u de mening dat als er binnen de rechterlijke macht sprake is van ongelijke startsalarissen tussen vrouwelijke en mannelijke rechters- en officieren-in-opleiding dat daarmee het gezag van de rechterlijke macht wordt ondermijnd als het gaat om het oordelen over ongelijke beloning buiten de rechterlijke macht? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat vrouwelijke rechters en officieren van justitie bij de start van hun opleiding gemiddeld 3,5% minder verdienen dan hun mannelijke collega’s? Zo ja, wat is er sinds dit gegeven bekend werd gedaan om dit verschil op te heffen en waar heeft dat toe geleid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Heeft u in het kader van het Sectoroverleg Rechterlijke Macht (SORM) na februari 2023 overleg gevoerd over welke stappen er «nodig zijn ten aanzien van het inschalingsbeleid» en daarbij gekeken naar «welke instrumenten ingezet kunnen worden voor de bevordering van gelijke beloning»?3 Zo ja, wat was der uitkomst van dat overleg en waar heeft dit concreet toe geleid als het gaat om het bevorderen van gelijke beloning? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom is het startsalaris van rechters-in-opleiding en officieren-in-opleiding gebaseerd op hun laatst verdiende salaris? Waarom wijkt dit af van andere beroepsgroepen waarbij bij de start ook sprake is van verschillende achtergronden en ervaringen?

Vraag 6

Deelt u de mening van de onderzoekers uit het genoemde rapport dat het beter is om het startsalaris niet langer op basis van het laatst verdiende salaris te baseren maar dat andere factoren bepalend moeten zijn? Zo ja, waarom en aan welke factoren denkt u dan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Acht u het wenselijk dat er één uniform salaris voor en na de benoeming tot rechter of officier moet worden ingevoerd? Zo ja, hoe gaat u dit bevorderen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Lahlah (GroenLinks-PvdA), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over beloningsverschillen binnen de rechterlijke macht (ingezonden 28 mei 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven