Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de financiële problemen in de jeugdhulp steeds erger worden (ingezonden 29 april 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 juni 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1776.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de financiële problemen in de jeugdhulp steeds erger worden volgens de Jeugdautoriteit?1

Antwoord 1

Ik heb kennis genomen van het bericht dat de financiële problemen in de jeugdhulp steeds erger worden. De Jeugdautoriteit stelt in haar analyse dat met name grote aanbieders die het al moeilijk hebben, het in 2024 wellicht nog moeilijker gaan krijgen. Tegelijkertijd dient de berichtgeving wel genuanceerd te worden, omdat de Jeugdautoriteit geïsoleerd heeft gekeken naar het jaar 2024 en mogelijk tegengestelde effecten in 2023 en 2025 buiten beschouwing zijn gelaten. De Jeugdautoriteit geeft aan «dat het niet ondenkbaar is dat er in 2025, bijvoorbeeld als gevolg van nacalculatie verbeteringen optreden in de financiële situatie of dat 2023 positiever is uitgevallen dan nu voorzien, maar daar is nu geen rekening mee gehouden in het rapport». Het is dus nog afwachten of het geschetste beeld werkelijkheid wordt. Ik blijf dit uiteraard nauwgezet monitoren.

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat het gezien de bestaande problemen in de jeugdzorg het zeer onwenselijk is als zorgorganisaties omvallen of nog maar net het hoofd boven water kunnen houden, waardoor er onvoldoende ruimte is voor de noodzakelijke transitie?

Antwoord 2

Voor jeugdigen is het belangrijk dat de zorgcontinuïteit niet in gevaar komt. Daar zijn in eerste aanleg gemeenten voor verantwoordelijk, maar ook het Rijk heeft daarin een stelselverantwoordelijkheid. Vanuit die verantwoordelijkheid zijn afspraken gemaakt over continuïteit van cruciale zorg. Hierin spelen de Jeugdautoriteit en de afspraken uit het draaiboek continuïteit van zorg een belangrijke rol. Aanbieders die een aantoonbaar liquiditeitsprobleem hebben en cruciale jeugdzorg bieden kunnen daarnaast een beroep doen op de subsidieregeling «Continuïteit cruciale jeugdhulp».

Eén van de opgaven van de Hervormingsagenda is de transformatie van de (gesloten) residentiële jeugdhulp. Voor de dekking van frictiekosten die gepaard gaan met deze transformatie is de komende jaren in totaal € 295 mln. beschikbaar. Op dit moment is een regeling in voorbereiding voor de frictiekosten van de transformatie van de gesloten jeugdhulp. Kosten als gevolg van leegstand behoren tot de frictiekosten die vergoed kunnen worden uit deze regeling. Hiermee worden gemeenten en zorgaanbieders financieel in staat gesteld de transformatie uit te voeren.

Vraag 3

Bent u het ermee eens dat het onverantwoord is om de geplande bezuinigingen die gepaard gaan met de hervormingsagenda, het ravijnjaar voor gemeenten en de nog ingeboekte bezuiniging van € 511 miljoen door te zetten, als jeugdzorgorganisaties nu al dreigen om te vallen?

Antwoord 3

Het vigerende kabinet heeft voor 2025 de financiële opgave van € 500 mln op jeugdzorg niet doorgezet. Deze is ingevuld met maatregelen op de VWS-begroting. Voor 2026 wordt een wetsvoorstel voor een eigen bijdrage uitgewerkt, maar het nieuwe kabinet is aan zet om daarover een oordeel te geven – ook gezien haar financiële keuzes in het hoofdlijnenakkoord waarin de besparingsopgave van € 511 mln is komen te vervallen.

Wat betreft de gemeentefinanciën is bij voorjaarsnota 2024 besloten de oploop van de opschalingskorting structureel te schrappen en extra middelen beschikbaar te stellen voor de Wmo. Deze maatregelen tezamen geven circa 1 miljard meer structurele middelen voor gemeenten. Bovendien zijn enkele aanvullende afspraken gemaakt over een aantal inhoudelijke (budgettaire) thema’s, waarbij het gaat om de balans tussen ambitie, taken, middelen en uitvoeringskracht. Verder is met de Hervormingsagenda Jeugd een financieel kader afgesproken tussen Rijk en VNG. Een deskundigencommissie zal tweemaal (2025 en 2028) een zwaarwegend advies geven over de uitvoering van de gemaakte afspraken uit de Hervormingsagenda, mede in relatie tot de uitgavenontwikkeling.

Vraag 4 en 5

Welke stappen gaat u zetten om te voorkomen dat jeugdzorgorganisaties omvallen door financiële problemen en/of dat de noodzakelijke veranderingen in de jeugdzorg vertraging oplopen door deze financiële problemen?

Hoe gaat u ervoor zorgen dat kinderen en jongeren die hulp nodig hebben geen schade ondervinden als gevolg van de financiële problemen bij jeugdzorgaanbieders?

Antwoord 4 en 5

Voor jeugdigen is het belangrijk dat de zorgcontinuïteit niet in gevaar komt. Daar zijn in eerste aanleg gemeenten voor verantwoordelijk, maar ook het Rijk heeft daarin een stelselverantwoordelijkheid. Vanuit die verantwoordelijkheid zijn er afspraken gemaakt over continuïteit van cruciale zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren. Hierin spelen de Jeugdautoriteit en de afspraken uit het draaiboek continuïteit van zorg een belangrijke rol. Aanbieders die een aantoonbaar liquiditeitsprobleem hebben en cruciale jeugdzorg bieden kunnen daarnaast een beroep doen op de subsidieregeling «continuïteit cruciale jeugdhulp».

Vraag 6

Bent u bereid om de geplande bezuinigingen op gemeenten en de jeugdzorg in het bijzonder te heroverwegen?

Antwoord 6

Met de Hervormingsagenda Jeugd is een financieel kader afgesproken tussen Rijk en VNG. Een deskundigencommissie zal tweemaal (2025 en 2028) een zwaarwegend advies geven over de uitvoering van de gemaakte afspraken uit de Hervormingsagenda, mede in relatie tot de uitgaven ontwikkeling.

Ten aanzien van de aanvullende besparingen verwijs ik naar het antwoord op vraag 3.


X Noot
1

Skipr, 25 april 2024, Jeugdautoriteit: financiële problemen in jeugdhulp steeds erger – Skipr

Naar boven