Vraag 2 en 3
Kunt u aangeven of deze jongeren eerder met de politie in aanraking zijn geweest?
Zo ja, voor welke feiten en heeft dit geleid tot een vervolging door het Openbaar
Ministerie?
Kunt u aangeven of deze jongeren (eerder) zijn veroordeeld en zo ja wat was de straf
die zij opgelegd hebben gekregen?
Antwoord 2 en 3
Ik kan, lopende het onderzoek, geen uitspraken doen over een strafzaak. Dit heeft
te maken met het opsporingsbelang. Over de justitiële documentatie van de verdachten
kan ik eveneens geen uitspraken doen.
Antwoord 4
Als een van deze jeugdigen eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit zou er sprake
kunnen zijn (geweest) van begeleiding door de jeugdreclassering. De informatie hierover
is opgenomen in het justitiële documentatieregister.
In verband met de privacy van de betrokken jongeren kan ik de informatie uit dit dossier
niet met uw Kamer delen. Ik kan dus verder geen antwoord geven op deze vraag.
Vraag 5
Indien blijkt dat beide jeugdigen eerder misdrijven hebben gepleegd, welke maatregelen
worden dan opgelegd tegen de ouders of worden die ouders (tijdelijk) uit de ouderlijke
macht ontheven? Indien geen maatregelen tegen de ouders zijn of worden ondernomen,
om welke reden dan niet?
Antwoord 5
Het nemen van maatregelen tegen ouders kan alleen als er sprake is van een strafrechtelijke
verdenking tegen ouders dan wel als er sprake is van een bedreiging in de ontwikkeling
van een jongere. Als er naast het plegen van strafbare feiten door jeugdigen ook sprake
is van verdenking tegen ouders op grond van profijt van het delinquente gedrag van
de jeugdige, kan de ouder strafrechtelijk vervolgd worden.
Ontheffing uit de ouderlijke macht, het beëindigen van het ouderlijk gezag, is een
uiterste maatregel die alleen in het kader van jeugdbescherming kan worden ingezet.
Alleen als een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig
wordt bedreigd, en de ouder niet instaat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging
en opvoeding te dragen binnen een voor de minderjarige aanvaardbare termijn, kan het
gezag van ouders, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het OM, door
de kinderrechter worden beëindigd.
Ouders worden altijd betrokken als hun minderjarige kind met justitie in aanraking
komt.
Zo geldt allereerst sinds 2011 standaard een verschijningsplicht voor ouders bij een
strafzaak tegen hun minderjarige kind. Dat geeft de officier van justitie en de rechters
de mogelijkheid ouders over hun kind te bevragen en hen bij het strafproces en de
sanctionering te betrekken.
Daarnaast kan de rechter als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling
van een minderjarige een vorm van jeugdhulp opleggen die gericht is op het functioneren
van het gezinssysteem, waarbij de ouders actief betrokken worden.
Voorbeelden daarvan zijn MST (Multi Systeem Therapie) en MDFT (Multi Dimensionele
Familie Therapie). De jeugdreclassering heeft de regie op de uitvoering hiervan, in
het kader van Toezicht en Begeleiding.
Als sprake is van een structureel niet-meewerkende ouder en het kind ernstig in zijn
ontwikkeling bedreigd wordt, dan kan de Raad voor de Kinderbescherming worden verzocht
om een beschermingsonderzoek in te stellen. Op grond daarvan kan de Raad voor de Kinderbescherming
een verzoek doen voor een ondertoezichtstelling (OTS) bij de rechter. Als de rechter
een OTS uitspreekt wordt een gezinsvoogd aangesteld die ouders aanwijzingen kan geven.