Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister-President over uitspraken van Koningin Maxima inzake de digitale euro (ingezonden 6 mei 2024).

Antwoord van Minister Van Weyenberg (Financiën) (ontvangen 6 juni 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1712.

Vraag 1

Heeft Koningin Maxima op 7 november 2022 tijdens een VN-bijeenkomst het volgende gezegd: «So let us envision that better future and build a digital euro that works for all Europeans.»?1

Antwoord 1

Dit citaat is niet een op zichzelf staande uitspraak. Het betreft de slotzin van een toespraak die Koningin Máxima op 7 november 2022 hield bij de conferentie «Towards a legislative framework enabling a digital euro for citizens and businesses» van de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Koningin Máxima sprak hier als speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN) voor inclusieve financiering voor ontwikkeling (UNSGSA). Deze slotzin moet in de context van deze toespraak gelezen worden.

De slotzin heeft betrekking op het voorgaande betoog van Koningin Máxima over de risico’s en mogelijkheden van een potentiële digitale euro in de context van financiële inclusie. Financiële inclusie gaat over goede toegang tot en veilig en betaalbaar gebruik van financiële diensten zodat mensen zich beter kunnen beschermen tegen financiële tegenvallers, kunnen investeren in hun toekomst en een beter bestaan kunnen opbouwen. Koningin Máxima is in haar VN-rol benaderd door onder meer vertegenwoordigers van centrale banken en ontwikkelingslanden met de vraag of digitaal centrale bank geld (CBDC) zou kunnen helpen bij het wereldwijd bevorderen van financiële inclusie.

UNSGSA en haar partners (waaronder de Wereldbank en IMF) hebben zich over deze vraag gebogen en komen tot de conclusie dat CBDCs mogelijk zouden kunnen bijdragen aan financiële inclusie, mits er wordt voldaan aan een groot aantal voorwaarden en wet- en regelgeving wordt geïntroduceerd om onder meer de veiligheid en privacy van gebruikers te waarborgen. Dit is in lijn met het kabinetsstandpunt voor de Europese onderhandelingen over een mogelijke digitale euro. In de onderhandelingen benadrukt het kabinet onder meer dat een mogelijke digitale euro van toegevoegde waarde dient te zijn voor consumenten, bedrijven en de brede economie en omkleed moet zijn met stevige privacywaarborgen.

Vraag 2

Heeft Koningin Maxima tijdens een werkbezoek begin dit jaar aan Colombia het volgende gezegd: «Ik wil graag duidelijk maken dat ik nooit voor de digitale euro heb gepleit.»?2

Antwoord 2

Koningin Máxima heeft in het interview met het Algemeen Dagblad op 2 maart jl. na afloop van haar VN-bezoek aan Colombia gezegd dat zij zichzelf als voor- noch als tegenstander van een potentiële digitale euro heeft gepresenteerd. Zij voegde daaraan toe dat de invoering van een mogelijke digitale euro een politiek proces is waar zij buiten staat. Zij gaf verder nog aan dat haar VN-mandaat gaat over financiële inclusie en dat zij als vertegenwoordiger van de VN-organisatie de vraag van ontwikkelingslanden heeft gekregen of een digitale munt, zoals een CBDC, kan helpen bij financiële inclusie.

Vraag 3

Heeft Koningin Maxima volgens het kabinet wel of heeft Koningin Maxima volgens het kabinet niet gepleit voor de invoering van de digitale euro?

Antwoord 3

Koningin Máxima heeft niet voor of tegen een mogelijke digitale euro gepleit.

Vraag 4

Indien Koningin Maxima volgens het kabinetwel heeft gepleit voor de invoering van de digitale euro, hoe interpreteert het kabinet de bovenstaande uitspraak van Koning Maxima, gedaan tijdens een werkbezoek begin dit jaar aan Colombia: «Ik wil graag duidelijk maken dat ik nooit voor de digitale euro heb gepleit.»?

Antwoord 4

Zie antwoord op vragen 1 en 2.

Vraag 5

Indien Koningin Maxima volgens het kabinetniet heeft gepleit voor de invoering van de digitale euro, hoe interpreteert het kabinet de bovenstaande uitspraak van Koning Maxima, gedaan op 7 november 2022 tijdens een VN-bijeenkomst: «Laten we ons dus die betere toekomst voorstellen en bouwen aan een digitale euro die voor alle Europeanen werkt»?

Antwoord 5

Zie antwoord op vragen 1 en 2.

Vraag 6

Kan de Minister-President de bovenstaande vragen afzonderlijk (voor de goede orde, «afzonderlijk» betekent dus dat de bovenstaande vragen niet worden samengevoegd maar één voor één worden beantwoord) en binnen drie weken beantwoorden?

Antwoord 6

Nee, het is helaas niet gelukt om deze vragen binnen drie weken te beantwoorden.

Naar boven