Vragen van de leden Bromet en De Hoop (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de drie recente vonnissen met betrekking tot de handhavingsprocedures van Schiphol, Eindhoven Airport en RTHA (ingezonden 26 april 2024).

Mededeling van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 16 mei 2024).

Vraag 1

Wat zijn volgens u de belangrijkste conclusie voor het beleid die getrokken moeten worden uit de drie recente vonnissen met betrekking tot de handhavingsprocedures van Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport?1

Vraag 2

Gaat u in mogelijk volgende vergelijkbare gevallen rond andere vergunningen en activiteiten wél handhaven, nu de rechter heeft geoordeeld dat het afwijzen van de handhavingsverzoeken in al deze gevallen onterecht was?

Vraag 3

Klopt het dat de luchthavens van Eindhoven en Rotterdam stikstofrechten van boeren uitkopen om hun eigen emissies en deposities alsnog te legaliseren?

Vraag 4

Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de motie-Van der Plas c.s. (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 104) die expliciet vraagt om dit niet te doen? Hoe verhoudt dit zich tot de natuurdoelstellingen, legalisatie van PAS-melders, de stikstofbank en regie of afspraken met provincies?

Vraag 5

Heeft u hierover overleg gevoerd met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of de betrokken provincies? Werken de provincies hieraan mee?

Vraag 6

Welke andere grote projecten vertrouwen op het hebben of verkrijgen van voldoende stikstofruimte op basis van landelijke generieke maatregelen? Wat is het vooruitzicht voor deze projecten en activiteiten nu de rechter het landelijke generieke beleid onvoldoende vindt?

Vraag 7

Kunt u de Kamer een lijst met projecten doen toekomen waarvan de deposities gemitigeerd zouden moeten worden door landelijk generiek beleid en lopen hier handhavingsverzoeken op?

Vraag 8

Wat betekent het gegeven dat de rechter generieke maatregelen onvoldoende vindt voor de juridische kansen van een algemene drempelwaarde voor stikstofemissies?

Vraag 9

Gaat u in beroep tegen deze uitspraken?

Mededeling

De vragen van de leden Bromet en De Hoop (beiden GroenLinks-PvdA) gesteld aan mij over de drie recente vonnissen met betrekking tot de handhavingsprocedures van Schiphol, Eindhoven en RTHA (ingezonden 26 april 2024, kenmerk 2024Z07603), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoord worden, omdat de voor de beantwoording noodzakelijke afstemming meer tijd vraagt. De antwoorden zullen u zo spoedig mogelijk worden toegezonden.


X Noot
1

Uitspraken van de rechtbank Arnhem op 16 april 2024: zaaknummers ARN 23/1469; ARN 23/1546 en ARN 23/2031

Naar boven