Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Justitie en Veiligheid over het afgelasten van concerten van het Jerusalem Quartet (ingezonden 15 mei 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Gräper-van Koolwijk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 16 mei 2024).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit dat Het Concertgebouw ervoor gekozen heeft om de concerten van het Jerusalem Quartet op 16 en 18 mei 2024 af te gelasten, met als reden de veiligheid van de medewerkers, bezoekers en musici?

Antwoord 1

Ja, hiervan heb ik kennis genomen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat hiermee de vrijheid van expressie van deze artiesten in het geding gekomen is?

Antwoord 2

Ja. Ik wil benadrukken dat dit een zeer onwenselijke situatie is. Ik betreur de annulering van het concert van dit Israëlische ensemble dan ook zeer. Afgelopen maandag (13 mei) is tijdens de Catshuissessie door o.a. afgevaardigden vanuit de culturele sector en leden van het kabinet uitvoerig gesproken over de waarde van

meerstemmigheid en het belang dat culturele instellingen een veilige ruimte faciliteren, voor iedereen. Dit vraagt «moed en steun». Moed vanuit de gehele samenleving. Vanuit de sector is ook benadrukt dat de culturele sector deze rol wil spelen. De vrijheid van expressie is essentieel en mag niet onder druk komen te staan.

Vraag 3

Hoe verhoudt deze aankondiging zich tot het gesprek wat u had met de culturele sector waarin deze heeft benadrukt «dat een voorstel of concert of andere culturele activiteit niet geannuleerd wordt vanwege een Joods thema of de Joodse achtergrond van artiesten,» zoals u schreef in antwoord op eerdere Kamervragen?1

Antwoord 3

Mijn uitspraak van toen geldt nog steeds: het mag niet zo zijn dat een voorstelling of concert of andere culturele activiteit geannuleerd wordt vanwege een Joods thema of de Joodse achtergrond van artiesten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt uiteindelijk bij culturele instellingen; zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun programmering en voor de veiligheid van de medewerkers en het publiek. Het Concertgebouw geeft aan dat zij bij het concert van het Jerusalem Quartet de veiligheid in het gebouw niet kunnen garanderen in verband met de aangekondigde demonstraties. De protesten die de afgelopen weken in Amsterdam hebben plaatsgevonden zijn daarbij een belangrijke factor geweest. Ik heb begrip voor dit besluit. Het besluit van Het Concertgebouw is niet alleen een incident in de culturele sector, maar raakt aan een breder maatschappelijk vraagstuk met een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid. We moeten er met elkaar alles aan doen om te verzekeren dat de dreiging van geweld en intimidatie niet loont.

Vraag 4

Is er contact geweest tussen u en Het Concertgebouw in de aanloop naar dit besluit, mede in het licht van het voorgaande?

Antwoord 4

Nee.

Vraag 5

Is er contact geweest tussen Het Concertgebouw en de driehoek van Amsterdam bij de totstandkoming van dit besluit? Ziet de driehoek ook noodzaak om de concerten af te gelasten?

Antwoord 5

Er was contact gelegd vanuit Het Concertgebouw met partners binnen de driehoek. Het Concertgebouw heeft echter zelf de beslissing genomen om dit concert af te gelasten, voordat er een advies vanuit de driehoek was gegeven.

Vraag 6

Op welke manier kunt u zich inzetten om ervoor te zorgen dat de concerten alsnog doorgang kunnen vinden?

Antwoord 6

Ik heb begrepen dat Het Concertgebouw bezig is vervangende data te vinden om de concerten alsnog te laten plaatsvinden.

Vraag 7

Kunt u toezeggen om opnieuw in gesprek te gaan met de culturele sector om te voorkomen dat er in de toekomst meer culturele activiteiten zullen worden geannuleerd?

Antwoord 7

Ja. Er is direct na het naar buiten komen van dit besluit contact geweest met Het Concertgebouw en Kunsten ’92. De komende tijd zal ik aan de hand van deze casus met de sector verkennen hoe we kunnen voorkomen dat zich opnieuw een situatie voordoet waarin een organisatie zich genoodzaakt ziet een activiteit te annuleren vanwege dreiging.

Vraag 8

Kunt u deze vragen uiterlijk woensdag 15 mei 2024 beantwoorden, aangezien het eerste concert gepland was op 16 mei aanstaande?

Antwoord 8

Helaas is het door de benodigde afstemming niet gelukt om de vragen binnen één dag te beantwoorden. De vragen zijn voorafgaand aan het eerste geplande concert op 16 mei aan u verstuurd.


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1461.

Naar boven