Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de antwoorden op Kamervragen over het artikel «Aantal tbs’ers wéér gestegen, maar geen plek in klinieken: krijgen enorme bedragen uitgekeerd.» (ingezonden 28 maart 2024).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 13 mei 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1549.

Vraag 1

Hoe komt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming tot de hoogte van de passantenvergoeding? Is er een beleidsregel of een ander juridisch bindende verankering die de hoogte van de passantenvergoeding vaststelt?1

Antwoord 1

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) maakt standaardbedragen, waaronder ook de passantenvergoeding, kenbaar op zijn website. Dat zijn de bedragen die de RSJ hanteert als de beroepscommissie besluit dat in standaardgevallen een klager een tegemoetkoming moet krijgen. Bij het vaststellen van de hoogte van de passantenvergoeding heeft de RSJ aansluiting gezocht bij de bedragen die in het kader van de (civiele) jurisprudentie (zie antwoord op vraag 3) tot stand zijn gekomen. Deze werkwijze zorgt voor transparantie en eenduidigheid in het toekennen van de vergoedingen.

Vraag 2

Is de bepaling van de passantenvergoeding van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming bindend of bent u in de mogelijkheid om af te wijken?

Antwoord 2

De jurisprudentie van de RSJ is bindend. Naar beneden afwijken van de standaardbedragen zal naar verwachting tot gevolg hebben dat passanten zullen procederen voor hogere bedragen. Zij zullen dan alsnog de hogere vergoeding toegekend krijgen.

Vraag 3

Bent u verplicht tot het geven van een passantenvergoeding? Zo ja, waaruit blijkt dat?

Antwoord 3

De verplichting tot het geven van een passantenvergoeding vloeit voort uit jurisprudentie van de Hoge Raad, gebaseerd op jurisprudentie van het Europees Hof van de Rechten van de Mens waarin het verblijf in een gevangenis langer van vier maanden in afwachting van plaatsing in een tbs-kliniek als onrechtmatig is aangemerkt en schadevergoeding is toegekend. De plaatsingstermijn van vier maanden is vastgelegd in artikel 6.3 van de Wet forensische zorg. Daarmee heeft de wetgever direct aansluiting gezocht bij de jurisprudentie.

Vraag 4

Is het mogelijk de passantenregeling (tijdelijk) te stoppen, gezien de aanhoudende krapte binnen de tbs-klinieken?

Antwoord 4

Nee, stoppen met het toekennen van een vergoeding aan passanten bij het overschrijden van de wettelijke termijn van vier maanden in artikel 6.3 Wet forensische zal niet standhouden bij de rechter.

Vraag 5

Kunt u aangeven welk percentage van de bedragen die uitgekeerd worden aan tbs'ers aan de slachtoffers wordt overgemaakt? Kunt u tevens aangeven hoeveel dit bedrag in absolute aantallen bedraagt, uiteengezet per jaar?

Antwoord 5

De strafrechter kan in zijn vonnis oordelen dat de dader een schadevergoeding moet betalen aan het slachtoffer, en daarbij de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Als de veroordeelde acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis niet aan zijn betalingsverplichting kan voldoen, schiet de Staat het bedrag voor het slachtoffer voor en int dit vervolgens bij de veroordeelde.

Onderstaande tabel bevat de bedragen van de passantenvergoedingen die in de jaren 2021, 2022 en 2023 in totaal zijn uitgekeerd aan tbs-passanten. Een deel daarvan is ingehouden ten behoeve van schadevergoedingsmaatregelen die de tbs-veroordeelde moest betalen aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.

 

2021

2022

2023

Totaal betaald bedrag aan passantenvergoedingen

€ 25.150,–

€ 100.300,–

€ 81.475,–

Ingehouden ten behoeve van schadevergoedingsmaatregelen

€ 7.524,–

€ 24.510,–

€ 41.506,–

Percentage t.o.v. totaal

29,9%

24,4%

50,9%


X Noot
1

Vergaderjaar 2023–2024, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1210

Naar boven