Vragen van het lid Van der Hoeff en Crijns (beiden PVV) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht «Zorgen bij kinderombudsman: Steeds meer kinderen gaan niet naar school» (ingezonden 16 april 2024).

Mededeling van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 8 mei 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Zorgen bij de Kinderombudsman: steeds meer kinderen gaan niet naar school?»1

Vraag 2

Wat is uw mening over de inhoud van dit bericht?

Vraag 3

Kunt u uitleggen waarom, ondanks de invoering van de Wet passend onderwijs, het aantal kinderen dat niet naar school gaat nog steeds toeneemt? Wat gaat u doen om deze trend te keren?

Vraag 4

Hebben de problemen in de jeugdzorg, zoals de lange wachttijden, invloed op de toename van het aantal kinderen dat niet naar school gaat? Zo nee, waaruit blijkt dit?

Vraag 5

Deelt u de zorgen van de kinderombudsman over het welzijn van de kinderen die niet naar school gaan, zoals het beperkte sociale netwerk van thuiszitters? Zo ja, bent u bereid om concrete acties te ondernemen, zoals afspraken over extra ondersteuning in de klassen?

Vraag 6

Welke maatregelen overweegt u om deze kinderen beter te laten integreren in het sociale en educatieve systeem?

Vraag 7

Hoe gaat u ervoor zorgen dat kinderen met ernstige fysieke of psychische beperkingen en problemen gepaste onderwijsvoorzieningen ontvangen die wel aan hun specifieke behoeften voldoen?

Vraag 8

Is er een verband tussen de afbouw van de gesloten jeugdzorg en de daarbij behorende onderwijsvoorzieningen en het aantal kinderen dat niet school gaat?

Vraag 9

Welke langetermijnstrategieën ontwikkelt u om het aantal thuiszitters niet alleen aan te pakken, maar ook structureel te verminderen in de toekomst?

Mededeling

Tot mijn spijt kunnen de schriftelijke vragen van de leden Van der Hoeff en Crijns (beiden PVV) naar aanleiding van een brief van de Kinderombudsman van 12 april jl. (2024Z06647) niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Medio mei stuur ik uw Kamer namelijk de meest recente verzuimcijfers over het schooljaar 2022–2023. Daarnaast staat op korte termijn een gesprek met de Kinderombudsman gepland waarin ik met haar de zorgen rondom thuiszittende kinderen en jongeren wil bespreken. Beide betrek ik graag bij het beantwoorden van de voornoemde gestelde vragen.

Ik zal de Kamer de antwoorden op de vragen zo spoedig mogelijk, en in ieder geval voorafgaand aan het debat over passend onderwijs op 29 mei 2024, doen toekomen.


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 12 april 2024, «Zorgen bij kinderombudsmna: steeds meer kinderen gaan niet school», https://www.ad.nl/binnenland/zorgen-bij-kinderombudsman-steeds-meer-kinderen-gaan-niet-naar-school~a42e9cd5/

Naar boven