Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid over de uitgelekte asielplannen van de formerende partijen (ingezonden
24 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 mei
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Plan op formatietafel: «Asielcrisis» uitroepen om strengere
maatregelen»?1
Vraag 2, 4, 7, 8 en 12
Onder welke voorwaarden is het mogelijk om een asielcrisis uit te roepen en voldoet
Nederland er op dit moment aan?
Is het toegestaan volgens de EU-richtlijnen en de Nederlandse vreemdelingenwet om
tijdens een «asielcrisis» geen opvang te bieden aan asielzoekers?
Welke rechten hebben asielzoekers zolang hun verzoek niet in behandeling wordt genomen?
Welke plichten vloeien alsnog voort uit de EU asielrichtlijnen indien de Nederlandse
vreemdelingenwet wordt opgeschort?
In hoeverre vindt u het bestempelen van de huidige opvangcrisis als asielcrisis een
toepasselijke en reële oplossing voor de problemen in de asielketen?
Antwoord 2, 4, 7, 8 en 12
Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief aan uw Kamer van 4 november 2022 (Kamerstuk
19 637, nr. 3002).
In die brief is uiteengezet dat artikel 111 Vreemdelingenwet bepaalt dat bij algemene
maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld die afwijken van de Vreemdelingenwet
in het geval van buitengewone omstandigheden. Tegelijk is in die brief aangegeven
dat dit artikel onverlet laat dat binnen de kaders van de Europese regelgeving en
internationale verdragen moet worden gebleven, zoals de Kwalificatierichtlijn, de
Asielprocedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, het Vluchtelingenverdrag en het EVRM.
Dat betekent dat vreemdelingen niet de toegang tot de asielprocedure en de asielopvang
kan worden ontzegd.
Blijkens de wetsgeschiedenis, zo is eveneens in genoemde Kamerbrief uiteengezet, geldt
verder dat voor de toepassing van dit artikel gedacht moet worden aan situaties van
oorlog of andere buitengewone omstandigheden en niet aan vraagstukken met een structureler
karakter, zoals een verhoogde asielinstroom.
Vraag 3
Hoe verhoudt de asielinstroom in Nederland zich ten opzichte van het EU gemiddelde?
Antwoord 3
In 2023 zijn in alle EU-lidstaten in totaal 1.049.220 eerste asielaanvragen ingediend.
Dit was een toename van 20% vergeleken met 2022. In absolute aantallen was Duitsland
in 2023 de lidstaat van de EU met het hoogste aantal eerste asielaanvragen, gevolgd
door Spanje en Frankrijk. Nederland nam in 2023 de zevende plaats in, maar is inmiddels
in 2024 gestegen naar de 6e plaats. De totale asielinstroom in Nederland in 2023 betrof
50.720.
Vraag 5
Is het toegestaan voor gemeenten om tijdens een «asielcrisis» toch opvang te bieden?
Vraag 6
Kunnen asielzoekers die zich in Nederland melden, maar wiens verzoek niet in behandeling
wordt genomen, worden uitgezet?
Vraag 9
Is er iets veranderd aan de regelgeving of zijn er inmiddels andere juridische inzichten
sinds uw brief (Kamerstuk 19 637, nr. 3002) over dit onderwerp?
Antwoord 9
Nee, op de voor dit vraagstuk belangrijke onderdelen zijn geen bepalende wijzigingen
in werking getreden.
Vraag 10
Wat zouden de Europese consequenties kunnen zijn als een kabinet in Nederland toch
besluit om een asielcrisis uit te roepen?
Antwoord 10
Het is niet goed mogelijk vooruit te lopen op deze (speculatieve) vraag.
Vraag 11
Verwacht u dat een nieuwe juridische verkenning tot nieuwe inzichten zal leiden?
Vraag 13
Hoe voor effect zal een door het kabinet uitgeroepen «asielcrisis» hebben op de spreidingswet?
Antwoord 13
Het is niet goed mogelijk vooruit te lopen op deze (speculatieve) vraag.
Vraag 14
Hoe groot acht u de kans dat de rechter dit plan afschiet, indien de formerende partijen
dit toch opnemen in een coalitieakkoord? In hoeverre is volgens u hier sprake van
symboolpolitiek?
Antwoord 14
Een juridische weging is afhankelijk van de inhoud van een coalitieakkoord. Het is
niet goed mogelijk vooruit te lopen op deze (speculatieve) vraag.
Vraag 15
Bent u bereid de vragen binnen uiterlijk een week te beantwoorden?