Vragen van het lid Faber-van der Klashorst (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over XR en Greta Thunberg (ingezonden 9 april 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 april
2024).
Vraag 1, 2, 3 en 4
Bent u bekend met de actie van Extinction Rebellion (XR) op zaterdag 6 april jl. om
de A12 in Den Haag te bezetten, maar dat dit door de politie is verijdeld?
Bent u ermee bekend dat daarna door XR is besloten elders in de stad wegen te blokkeren?
Bent u er ook mee bekend dat de bekende Zweedse milieuactiviste Greta Thunberg bij
die blokkades betrokken was?
Bent u ook bekend met het feit dat Greta Thunberg door de politie van het wegdek is
verwijderd en elders in de stad is afgezet, waarna zij weer is teruggekeerd om vrolijk
opnieuw weer aan acties van XR deel te nemen bestaande uit het blokkeren van wegen
en dat Greta Thunberg daarna opnieuw door de politie is verwijderd?
Antwoord 1, 2, 3 en 4
Ik heb kennisgenomen van de berichten hierover.
Vraag 5
Is Greta Thunberg bij die acties gevorderd om haar te legitimeren? Zo ja, heeft zij
dat gedaan, zo nee waarom niet en welke consequenties heeft dat voor haar gehad?
Antwoord 5
Het past mij als Minister van Justitie en Veiligheid niet om in te gaan op individuele
casuïstiek.
Vraag 6
Klopt het dat het Openbaar Ministerie via een woordvoerder heeft laten weten dat het
overtreden van de wet, door bijvoorbeeld op de weg te zitten, geen strafbaar feit
is waar voorarrest voor is voorzien en dat je om die reden niet kan worden vastgehouden?
Antwoord 6
Van het openbaar ministerie (hierna: OM) heb ik begrepen dat door hun woordvoerder
is aangegeven dat voor overtreding van de Wet openbare manifestaties (hierna: de Wom)
het geven van een bevel tot voorlopige hechtenis niet mogelijk is. Overtreding van
artikel 11 van de Wom is strafrechtelijk gekwalificeerd als overtreding, niet als
misdrijf. Ten aanzien van overtredingen kan geen voorlopige hechtenis worden bevolen.
Dit kan uitsluitend bij verdenking van misdrijven. De (overige) voorwaarden voor het
bevelen van voorlopige hechtenis zijn neergelegd in artikel 67 van het Wetboek van
Strafvordering. Uiteindelijk is het aan de rechter-commissaris om beslissen of iemand
die wordt verdacht van een misdrijf al dan niet in voorlopige hechtenis wordt genomen.
Vraag 7 en 8
Zo ja, hoe verhoudt die uitspraak zich met artikel 162 Wetboek van Strafrecht waarin
onder andere het volgende strafbaar is gesteld: Hij (zij) die opzettelijk enige openbare landweg verspert wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde
categorie, indien
daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is; in relatie met artikel 67 Strafvordering waarin is bepaald dat een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven in geval
van verdenking van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf
van vier
jaren of meer is gesteld;
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat het Openbaar Ministerie deze uitspraken heeft
gedaan, nu het wel wettelijk mogelijk is daders van dergelijke zware misdrijven in
voorlopige hechtenis (voorarrest) te nemen?
Antwoord 7 en 8
In tegenstelling tot artikel 11 van de Wom, is in artikel 162 van het Wetboek van
Strafrecht een misdrijf strafbaar gesteld. Artikel 162, aanhef en eerste lid, van
het Wetboek van Strafrecht, stelt onder meer als voorwaarde dat «gevaar voor de veiligheid
van het verkeer te duchten is». Of dit in een specifiek geval zo is (geweest), dient
door het OM per geval te worden beoordeeld. Wanneer aan de voorwaarden van artikel 162
van het Wetboek van Strafrecht is voldaan, kan een bevel tot voorlopige hechtenis
worden bevolen. Zoals ook benoemd in mijn antwoord op vraag 6, is een bevel tot voorlopige
hechtenis aan wettelijke voorwaarden gebonden.
Vraag 9
Bent u met ons bezorgd over de kennis van c.q. bij het Openbaar Ministerie omdat juist
dit de instantie is die moet zorgen voor een adequate handhaving van de rechtsorde
op basis van strafbaar gestelde feiten? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Ik sta achter de medewerkers van het OM en ik ben niet bezorgd over de bij het OM
aanwezige kennis.