Vragen van de leden Heutink en Madlener (beiden PVV) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht in diverse media dat drinkwaterbedrijf Vitens de noodklok luidt vanwege het toenemende tekort aan drinkwater in Nederland (ingezonden 4 april 2024).

Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 26 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1594.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de artikelen in het Financieele Dagblad1 en de NOS2 over dat drinkwaterbedrijf Vitens waarschuwt voor een scenario waarin nieuwbouwwijken niet aangesloten kunnen worden op het drinkwaternet?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Was u ervan op de hoogte dat Vitens vijf jaar geleden al kenbaar maakte dat het vijf Twentse bedrijven heeft moeten weigeren als klant vanwege een tekort op het drinkwaternetwerk? Zo ja, welke acties heeft u concreet genomen om dit te verhelpen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, de zorgen over voldoende beschikbaarheid van drinkwater worden herkend. In de Kamerbrief Water en Bodem Sturend3 hebben we onze inzet daarvoor geduid. We willen betere bescherming van bestaande drinkwaterbronnen, meer duurzaam aanbod van drinkwater en minder laagwaardig gebruik van drinkwater.

Concrete acties die daar uit voortvloeien zijn o.a. het «Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030» waarin IPO en Vewin in samenwerking met IenW maatregelen treffen om de waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater voor de periode tot en met 2030 te borgen. Ook wordt onder regie van IenW samen met de partners gewerkt aan een Nationaal Plan van Aanpak voor Drinkwaterbesparing (een maatregel onder «Zuinig met water» uit Water en Bodem Sturend) om uiteindelijk te komen tot een reductie van drinkwatergebruik van 20% in 2035.

Vraag 3

Hoe kan het dat het aantal bedrijven dat door Vitens geweigerd is de afgelopen vijf jaar met factor negen is toegenomen? En wat gaat u er concreet aan doen om verdere toename te voorkomen?

Antwoord 3

Op het moment dat een drinkwaterbedrijf een aanvraag krijgt voor een zakelijke klant, terwijl het bedrijf onzekerheden heeft ten aanzien van de levering aan huishoudens en bestaande contracten, dan kan het helaas voorkomen dat een nieuwe zakelijke klant niet wordt aangesloten. Daarom wordt gewerkt aan het «Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030» en het «Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing» om vraag en aanbod van drinkwater in balans te brengen.

Vraag 4

Bent u het met de terugtredend bestuursvoorzitter van Nederlands grootste drinkwaterbedrijf Vitens eens dat we hier te maken hebben met een «crisis in slow motion»? Zo ja, welke stappen bent u voornemens te nemen om, na de gas- en elektriciteitscrisis, een aanstaande drinkwatercrisis te bezweren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De zorgen die door de terugtredende bestuursvoorzitter van Vitens en ook door zijn collega’s geuit zijn, worden herkend. Het tempo waarmee de drinkwatervraag groeit en dat waarmee de productiecapaciteit zich ontwikkelt, lopen niet synchroon. Naast technische vraagstukken zoals de impact van een winning op de omgeving maar ook de beschikbaarheid van voldoende energie voor de productielocatie, is het ook nodig dat het bevoegd gezag scherpe keuzes maakt over het gebruik van de boven- en ondergrond. Ingrijpen door het Rijk sluit ik niet uit, maar dit heeft gezien de bestuurlijke verhouding niet de voorkeur.

Vraag 5

Kampen er naast de gebieden in Twente, rond Utrecht, Amersfoort, Den Haag en het noorden van Groningen nog meer gebieden met deze problemen? Zo ja, welke gebieden zijn dit?

Antwoord 5

Bekend is dat er in de Achterhoek en West Brabant ook knelpunten zijn. Met de toenemende vraag zal elk drinkwaterbedrijf scherp moeten zijn op het beoordelen van nieuwe aansluitingen van zakelijke klanten.

Vraag 6

Heeft het tekort aan drinkwaterinstallaties een effect op de nieuw te bouwen woningen en brengt dit de daarbij behorende doelstelling in gevaar? Zo ja, wat gaat u doen om te voorkomen dat we woningen bouwen waar geen wateraansluiting op zit?

Antwoord 6

De drinkwaterbedrijven hebben de plicht om huishoudens te voorzien van drinkwater. Daarbij is het belangrijk te weten wat wanneer wordt gebouwd en moet rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit de Kamerbrief Water en Bodem Sturend en de motie Van der Plas4.

In de regionale woondeals zijn de aantallen woningen opgenomen die tot en met 2030 worden gerealiseerd en hebben gemeenten aangegeven welke locaties zij daarvoor geschikt achten. Hierbij is door de gemeenten, voor een deel van hun nieuwbouwopgave, al gekeken naar de randvoorwaarden voor woningbouw. Als er projecten zijn waar de levering van drinkwater op gespannen voet staat met de woningbouwopgave, dan kunnen deze aan de regionale versnellingstafels of landelijke versnellingstafel worden geagendeerd om te bezien wat mogelijkheden zijn om toch versnelling in de woningbouw te houden. Ook het ruimtelijk afwegingskader klimaat adaptieve gebouwde omgeving besteedt aandacht aan de beschikbaarheid van voldoende drinkwaterbronnen voor de woningbouwopgave.

Op dit moment zijn knelpunten bekend in Twente, de Achterhoek, rond Utrecht, Amersfoort, Den Haag en het noorden van Groningen. Om te voorkomen dat woningen niet kunnen worden aangesloten, krijgen in eerste instantie de zakelijke gebruikers daar geen nieuwe aansluiting.

We werken met de drinkwaterbedrijven en de provincies aan het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen tot 2030. In januari is de Signaalrapportage ten aanzien van de bestuurlijke prioriteit voor de drinkwatervoorziening bij provincies ook met de Kamer gedeeld.5 Deze is voor mij reden geweest om in het Bestuurlijk Overleg Water de provincies aan te sporen om de behoeften per provincie goed in kaart te brengen. Afgesproken is dat de provincies in het volgende Bestuurlijk Overleg hun beelden opleveren. Ook onderhoud ik nauw contact hierover met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Vraag 7

Waarom worden de vergunningen voor nieuwe waterbronnen geweigerd? Bent u bereid om hier zo snel mogelijk iets aan te veranderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het is aan het bevoegd gezag om vergunningaanvragen te beoordelen. Op het moment dat het bevoegd gezag van oordeel is dat een voorgenomen onttrekking tot onacceptabele schade voor de omgeving leidt, zal een aanvraag moeten worden geweigerd. Op het moment dat het bevoegd gezag concludeert dat de gevolgen van een onttrekking op een bepaalde plaats niet te verenigen is met de belangen die het bevoegd gezag beoogt te beschermen, en daarom een vergunningaanvraag weigert, dan voert dit bevoegd gezag haar taken zuiver en correct uit. De drinkwatervoorziening is aangemerkt als dwingende reden van groot openbaar belang. Dat maakt dat het bevoegd gezag de mogelijkheid heeft om in individuele casussen de afweging te maken, in de volle wetenschap wat dat betekent voor bijvoorbeeld Natura 2000 gebieden, om schade als gevolg van een onttrekking te accepteren. Dat is een afweging die per casus gemaakt zal moeten worden.

Vraag 8

Bent u het eens met de stelling dat drinkwater een eerste levensbehoefte is waarvan te allen tijde voldoende dient te zijn? Zo ja, vindt u dan ook dat bij een naderende drinkwatercrisis vergunningen voor extra drinkwaterwinning makkelijker afgegeven dienen te worden vanwege het feit dat andere belangen ondergeschikt zijn aan deze primaire levensbehoefte? En hoe gaat u dit organiseren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Het is niet voor niets dat het waarborgen van de toegang tot voldoende drinkwater, een van de doelstellingen van de Europese Drinkwaterrichtlijn en één van de «sustainable development goals» is. De oproep om andere belangen in alle gevallen ondergeschikt te maken aan het waarborgen van de drinkwatervoorziening, onderschrijf ik echter niet in algemene zin.

Het is aan het bevoegd gezag om de afweging te maken over een voorziene onttrekking, en te duiden of de gevolgen die deze onttrekking heeft, gezien de dwingende reden van groot openbaar belang, geaccepteerd moeten worden. Een drinkwaterwinning kan immers ook grote gevolgen hebben op de omgeving.

Het is aan het bevoegd gezag om de ingrijpende en moeilijke keuzes te maken over de wijze waarop een gebied gebruikt wordt, en hoe de drinkwatervoorziening gewaarborgd wordt. In de brief over Water en bodem sturend heeft het Rijk aangegeven dat nieuwe drinkwateronttrekkingen toegestaan kunnen worden mits ze duurzaam inpasbaar zijn, ook in relatie tot verdrogingsproblematiek en effect op bestaand gebruik. Voor de korte termijn krijgt het drinkwaterbelang daar waar nodig en onder strikte voorwaarde prioriteit, vanwege de leveringsplicht van drinkwaterbedrijven en de zorgplicht van overheden.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 2 april 2024, Tientallen bedrijven krijgen al geen drink­water, nieuw­bouw­wijken volgen (fd.nl)

X Noot
2

NOS, 3 april 2024, Vitens: mogelijk geen drinkwateraansluiting bij nieuwe woningen (nos.nl)

X Noot
3

Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 592

X Noot
4

Kamerstukken 36 200 XII, nr. 33

X Noot
5

Kamerstukken 27 625, nr. 662

Naar boven