Vragen van de leden Stoffer en Flach (beiden SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Financiën over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de agrarische sector (ingezonden 5 april 2024).

Mededeling van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 23 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat er in de agrarische sector veelvuldig gebruik wordt gemaakt van het ruilen van gronden, bijvoorbeeld in het kader van vruchtwisseling en bodemkwaliteit?

Vraag 2

Klopt het dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ook van toepassing is op onroerende zaken (in casu los land), indien sprake is van een teeltpachtovereenkomst en dus uit gebruik is gegeven?

Vraag 3

Klopt het dat de Grondkamer beoordeelt of sprake is van een teelt waarvoor teeltwisseling vereist is?

Vraag 4

Hoe wordt beoordeeld of er sprake is van een teeltpachtovereenkomst die is aangegaan voor teelten waarvoor vruchtwisseling noodzakelijk is?

Vraag 5

Voor welke gewassen geldt dat vruchtwisseling noodzakelijk is, om in aanmerking te komen voor artikel 7:396 lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek (BW)?

Vraag 6

Klopt het dat grassen en maïs hier niet voor in aanmerking komen?

Vraag 7

In hoeverre is de gemaakte uitzondering, op de hoofdregel dat alles wat uit gebruik wordt gegeven niet kwalificeert voor de BOR, dan toereikend voor diegenen die bodemkwaliteit en milieubeheer als onderdeel van hun bedrijfsexploitatie meewegen, indien voor bijvoorbeeld gras en maïs geen rechtsgeldige teeltpachtovereenkomst kan worden gesloten?

Vraag 8

Bent u bereid om, voor teeltpachtovereenkomsten waarbij voor één partij sprake is van een teelt waarvoor teeltwisseling noodzakelijk is en bij de andere partij niet, de teeltpachtovereenkomst bij beide partijen te laten kwalificeren voor de BOR?

Vraag 9

Indien u hiertoe niet bereid bent, welke oplossing voorziet u voor het probleem dat de eigenaar van de grond (de verpachter) de BOR niet kan toepassen op een deel van zijn vermogen en dientengevolge in mindere mate bereid zijn om grond uit gebruik te geven aan een pachter?

Mededeling

Op 5 april 2024 hebben de leden Stoffer en Flach (beiden SGP) schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en aan de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over de BOR in de agrarische sector (20244Z05880). Hierbij deel ik, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mee dat met het oog op zorgvuldige beantwoording namens twee ministeries de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Wij streven ernaar de beantwoording zo snel mogelijk na het meireces aan uw Kamer te sturen.

Naar boven