Vragen van het lid Aartsen (VVD) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het bericht «Veel ergernis over rechtszaken over verplicht pensioen: «Dit is niet te doen voor ondernemers»» (ingezonden 26 maart 2024).

Mededeling van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen 22 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Veel ergernis over rechtszaken over verplicht pensioen: «Dit is niet te doen voor ondernemers»»?1

Vraag 2

Kunt u een lijst geven van alle verschillende criteria die worden gebruikt door pensioenfondsen in verplichtstellingsbesluiten, zoals omzet, loonsom, gewerkte uren of andere criteria? En kunt u daarbij aangeven hoe vaak deze criteria gebruikt worden?

Vraag 3

Welke afwegingskaders worden door u gebruikt bij een besluit om een verplichtstelling af te geven?

Vraag 4

In welke mate speelt de wens tot uniformiteit tussen verschillende verplichtstellingsbesluiten daarbij op dit moment een rol?

Vraag 5

Hoe vaak is in de afgelopen tien jaar geprocedeerd om verplichtstelling aan een werkgever op te leggen? Hoe vaak is hierin het fonds in het gelijk gesteld en hoe vaak de werkgever?

Vraag 6

Hoe vaak is het voorgekomen dat twee verschillende fondsen beide procederen om een verplichtstelling op te kunnen leggen aan dezelfde werkgever?

Vraag 7

Tot hoe ver terug in de tijd kan verplichtstelling – op basis van jurisprudentie – met terugwerkende kracht worden opgelegd aan werkgevers?

Vraag 8

Hoe verhoudt een lange periode van terugwerkende kracht zich volgens u tot het principe van rechtszekerheid? Bent u van mening dat enige vorm van afbakening van deze terugwerkende kracht wenselijk is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Is het voorgekomen dat een dergelijke verplichtstelling met terugwerkende kracht een belangrijke factor was in een faillissement van een werkgever? Zo ja, hoe vaak?

Vraag 10

In hoeveel gevallen is er volgens een rechter sprake geweest van een onvolkomenheid in verplichtstellingsbesluiten, waardoor werkgevers niet in staat waren om te beoordelen of ze onder een werkingssfeer vallen?

Vraag 11

Hoeveel fondsen hanteren een hoofdzakelijkheidscriterium in verplichtstellingsbesluiten? Welke doen dat niet?

Vraag 12

Vindt u dat het toepassen van een hoofdzakelijkheidscriterium in principe door alle pensioenfondsen gedaan zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Deelt u de opvatting dat meer uniformiteit in verplichtstellingen en betere domeinafbakening noodzakelijk is, om te voorkomen dat werkgevers niet weten of en onder welke werkingssfeer ze vallen en er voor werknemers onbedoeld geen premie afgedragen wordt? Zo ja, hoe bent u voornemens om dit te bereiken?

Mededeling

De vragen van het lid Aartsen (VVD) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het bericht «Veel ergernis over rechtszaken over verplicht pensioen: «Dit is niet te doen voor ondernemers»» (kenmerk 2024Z05024, ingezonden 26 maart 2024) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden voor het uitstel is dat de inventarisatie van de benodigde informatie complex is. Op dit moment wordt nagegaan of en welke gevraagde informatie binnen het departement beschikbaar is. Om deze reden vergt de beantwoording van de vragen meer tijd.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

De Telegraaf, 20 maart 2024, «Veel ergernis over rechtszaken over verplicht pensioen: «Dit is niet te doen voor ondernemers»», (www.telegraaf.nl/financieel/1601518358/veel-ergernis-over-rechtszaken-over-verplicht-pensioen-dit-is-niet-te-doen-voor-ondernemers).

Naar boven