Vragen van het lid Inge vanDijk (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Pleidooi voor strengere regels na eerste rechtszaak tegen financieel influencer» (ingezonden 20 maart 2024).

Mededeling van Minister Van Weyenberg (Financiën) (ontvangen 11 april 2024).

Vraag 1

Herinnert u zich de mondelinge vragen die ik op 12 maart 2024 in de Kamer heb gesteld rondom de praktijk van de finfluencers, en dat de Minister van EZK aangaf dat finfluencers zich moeten houden aan de regels (daar lag volgens de Minister niet het probleem), dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) deze regels handhaaft en toeziet op naleving en ook dat de Europese Commissie bezig zou zijn met aanscherping van de regelgeving?

Vraag 2

Als het antwoord op vraag 1 ja is, hoe leest u in dat licht het bovengenoemde artikel, waarin juristen steeds luider roepen dat er strengere regels moeten komen, ter bescherming van beleggers?1

Vraag 3

Als het antwoord op vraag 1 ja is, hoe leest u in dat licht bovengenoemd artikel, waarin staat dat tot op heden geen vergunningen zijn aangevraagd door finfluencers en nul boetes zijn opgelegd door de AFM, terwijl het artikel vervolgt met de de casus Grinta, waarin de broker Grinta geen vergunning had en dus illegaal opereerde in Nederland, finfluencers provisies ontvingen van Grinta (commissies van 7,5%-10% over de inleg van iedere aangebrachte klant) en de AFM hun onderzoek naar een tiental Grinta finfluencers heeft afgerond, maar nog geen vervolgbeslissing heeft genomen?

Vraag 4

Als het antwoord op vraag 1 ja is, hoe leest u in dat licht bovengenoemd artikel, waarin staat dat de Europese Commissie weliswaar bezig is met regels, maar dat die niet per definitie het probleem oplossen, omdat die toezien op financiële instellingen met een vergunning, terwijl juist obscure brokers die vergunning niet hebben?

Vraag 5

Bent u het, dit alles overziend, ermee eens dat er wel degelijk een urgentie bestaat om met aanvullende maatregelen te komen, omdat de huidige regelgeving ontoereikend is, toezicht en handhaving vooralsnog niet leiden tot inperking van de praktijken van finfluencers en de voorgenomen Brusselse regelgeving naar verwachting geen concrete oplossing zal bieden?

Mededeling

Het lid Van Dijk (CDA) heeft op 20 maart jl. schriftelijke gesteld over het bericht «Pleidooi voor strengere regels na eerste rechtszaak tegen financieel influencer». De vragen kunnen niet binnen de door u gestelde termijn van drie weken worden beantwoord, omdat een zorgvuldige beantwoording van de vragen meer tijd vergt. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, en in ieder geval voor het commissiedebat financiële markten op 25 april a.s.


X Noot
1

Financieele Dagblad, 18 maart 2024, «Pleidooi voor strengere regels na eerste rechtszaak tegen finfluencer» (https://fd.nl/financiele-markten/1510643/pleidooi-voor-strengere-regels-na-eerste-rechtszaak-tegen-finfluencer).

Naar boven