Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Langdurige Zorg
en Sport over veiligheid van werknemers in de ggz-zorg (ingezonden 12 september 2023).
Mededeling van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 5 oktober 2023).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat veel medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg (ggz)
te maken krijgen met onveilige situaties, die potentieel tot (grote) risico’s voor
deze werknemers kunnen leiden? Zo ja, kunt u aangeven of en hoe de veiligheidssituatie
van ggz-medewerkers de afgelopen jaren is veranderd en welke geluiden u uit de sector
ontvangt?
Vraag 2
Weet u of de cijfers van meldingen in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
(Wkkgz) van ggz-medewerkers over onveilige situaties die zij zelf ondervinden met
betrekking tot hun werk en in hun werkomgeving representatief zijn voor de werkelijke
situatie van deze werknemers, of is er (waarschijnlijk) sprake van onderrapportage?
Indien onderrapportage plausibel is, wat gaat u dan doen om de werkelijke situatie
in kaart te brengen en daarop te anticiperen?
Vraag 3
Kunt u inzichtelijk maken of en hoe wordt geregistreerd of personeel van ggz-instellingen
de verplichte VFI (Veilig Fysiek Ingrijpen) training volgen en hoe en door wie wordt
gecontroleerd of er voldoende adequaat opgeleide mensen werkzaam zijn in een instelling?
Hebben instellingen een landelijke rapportageverplichting? Zo nee, waarom is hier
geen informatie over en moeten hier geen landelijke richtlijnen en/of doelen en toetsing
voor komen?
Vraag 4
Kunt u inzichtelijk maken of en hoe wordt geregistreerd of het personeel van ggz-instellingen
de verplichte BHV (bedrijfshulpverlener) training hebben gevolgd en of ggz-instellingen
beschikken over voldoende mensen die hierin adequaat zijn opgeleid? Zo nee, waarom
is hier geen informatie over en moeten hier geen landelijke richtlijnen en/of doelen
en toetsing voor komen?
Vraag 5
Bent u zich ervan bewust dat ggz-patiënten regelmatig lang in instellingen verblijven
en dat dit leidt tot stagnatie in de hulpverleningsketen en het maatschappelijke reïntegratieproces?
Wat wordt gedaan om ervoor te zorgen dat ggz-patiënten zo snel mogelijk doorstromen
naar andere klinieken en/of hulpverleningsinstanties?
Vraag 6
Wat gebeurt er op landelijk niveau door de rijksoverheid en het Ministerie van Volksgezondheid
Welzijn en Sport om de veiligheid van medewerkers in de ggz te waarborgen? Welke richtlijnen
op dit gebied worden ggz-instellingen opgelegd door het Rijk en hoe en door wie wordt
dit getoetst?
Vraag 7
Is het mogelijk dat de rijksoverheid een landelijk meldpunt opricht voor medewerkers
van ggz-instellingen, waar zij incidenten en zorgen kunnen melden? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Welke concrete plannen en middelen gaat u inzetten om goed en bekwaam personeel te
behouden voor de ggz en te voorkomen dat deze mensen de sector verlaten en vervolgens
vervangen worden door (vaak) duurdere zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), en/of
dat detacheringsbureaus worden ingehuurd om personeelstekorten te ondervangen?
Vraag 9
Bent u, om de veiligheid van ggz-medewerkers en cliënten te verbeteren, bereid om
alle ggz-instellingen in Nederland (op termijn) te verplichten niet langer sleutels
te gebruiken in hun panden, maar alleen met sleutelpasjes te werken? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 10
Bent u bereid om een landelijke richtlijn op te stellen die ggz-instellingen verplicht
om in alle kantoren van medewerkers minstens twee deuren te hebben, zodat er voor
personeel altijd een alternatieve vluchtroute is, mochten zij te maken krijgen met
een onveilige/gevaarlijke/bedreigende situatie?
Mededeling
De vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over veiligheid van werknemers in
de ggz-zorg (2023Z15032) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd
vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.