Vragen van de leden Becker en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een conferentie door Hizb ut Tharir in Nederland (ingezonden 4 maart 2024).

Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 25 maart 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat op 3 maart 2024 de organisatie Hizb-ut-Tharir een conferentie in Amsterdam organiseert onder de titel «Khilafa, project van de Oemma en redding voor de mensheid?»

Vraag 2

Wat is het karakter van dit evenement en deelt u de zorgen van de VVD fractie dat op dit evenement antisemitische, antiseculiere en radicaliserende boodschappen kunnen worden verkondigd? Hoe ziet het kabinet hier op toe?

Vraag 3

Herinnert u zich nog de antwoorden op onze Kamervragen uit 2021 over Hizb ut Tharir, waarin deze organisatie door u werd gekenschetst als een radicale pan-islamistische en antizionistische beweging die zou kunnen aanzetten tot radicalisering, maar in de Nederlandse samenleving nog weinig bereik en ontvankelijkheid zou ontmoeten? Wat is uw actuele beeld van deze organisatie?

Vraag 4

Is het feit dat deze conferentie in Nederland wordt georganiseerd niet een teken dat het bereik en de ontvankelijkheid van en voor de organisatie Hizb ut Tharir is toegenomen?

Vraag 5

Is er een vergunning afgegeven door de gemeente Amsterdam voor de conferentie en op welke gronden?

Vraag 6

Is in het voortraject contact geweest met OM, politie en justitie en/of het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de conferentie en zo ja, waarover specifiek?

Vraag 7

Is u bekend of er visa zijn verstrekt voor sprekers op het congres en zo ja voor welke personen en op welke gronden? Hadden deze geweigerd kunnen worden uit voorzorg om radicale boodschappers hier geen podium te geven en waarom is dat niet gebeurd?

Vraag 8

Eerder gaf u aan dat, in tegenstelling tot in Duitsland, de organisatie niet verboden is in Nederland en het aan het Openbaar Ministerie (OM) is bepaalde activiteiten te verbieden. Bent u bereid dit standpunt te herzien nu artikel 2:20 van het burgerlijk wetboek u meer bevoegdheden geeft organisaties die ondermijnend zijn voor de vrije en democratische samenleving te verbieden? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Wat is de actuele status van uw aanpak op problematisch gedrag van dit type organisaties, nadat u eerder aangaf via een driesporen aanpak en de Taskforce ongewenst en problematisch gedrag informatie te kunnen delen en desgewenst te kunnen escaleren bij problematisch gedrag, maar later dit op een laag pitje heeft moeten zetten vanwege een gebrek aan grondslagen voor de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)? Wat is de actuele status van de aanpak problematisch gedrag onder de Minister voor Integratie?

Vraag 10

Wat doet de Taskforce van SZW in dit specifieke geval, hoe kan de gemeente optreden en op welke wijze kan de NCTV ondersteunen in de coördinatie nu de wettelijke grondslag geborgd is?

Vraag 11

Bent u bereid deze vragen 1 voor 1 zo snel mogelijk te beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Becker en Michon-Derkzen (beiden VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een conferentie door Hizb ut Tharir in Nederland (ingezonden 4 maart 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven