Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de toepassing van de meldbriefprocedure en ondertoezichtstellingen (ingezonden 7 februari 2024).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 22 maart 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1113.

Vraag 1

Bent u bekend met de rapportage over de jeugdbescherming uit 2022, waarin het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aangeeft dat er van de in totaal 32.000 lopende kinderbeschermingsmaatregelen op 31 december 2021 sprake was van 2855 ondertoezichtstellingen?1

Antwoord 1

Ja, met de jaarlijkse rapportages van het CBS ben ik bekend. Volgens de rapportage van 2021 waren er op 31 december 2021 in totaal 32.005 lopende kinderbeschermingsmaatregelen, waarvan 21.855 kinderen met een ondertoezichtstelling. In de rapportage van 2022 waren er op 31 december 2022 in totaal 29.070 lopende kinderbeschermingsmaatregelen, waarvan 19.390 kinderen met een ondertoezichtstelling.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel ondertoezichtstellingen zijn uitgesproken of verlengd in 2022 en 2023?

Antwoord 2

Uit de rapportage van het CBS over 2022 blijkt dat er 6.500 maatregelen voor ondertoezichtstelling zijn uitgesproken en 1.370 maatregelen voor voorlopige ondertoezichtstelling. Zie kolom instroom in onderstaande tabel. Het CBS beschikt niet over gegevens van het aantal verlengingen. Door het CBS wordt wel bijgehouden hoelang een maatregel gemiddeld duurt. Een maatregel voor ondertoezichtstelling duurt gemiddeld 2,4 jaar in 2022. De jaarcijfers over 2023 zijn nog niet bekend. Het CBS publiceert deze in mei 2024.

 

Beginstand

(1-1-2022)

Instroom

Uitstroom

Eindstand

(31-12-2022

Ondertoezichtstelling

21.890

6.500

9.000

19.390

Voorlopige ondertoezichtstelling

330

1.370

1.345

355

Vraag 3 en 4

Is het u bekend dat uit de cijfers van het CBS beschikbaar tot 31 december 2021, naar voren komt dat een kwart van de jongeren met een ondertoezichtstelling geen jeugdhulp heeft gekregen?

Kunt u uitleggen waarom in 2021 in een kwart van de gevallen geen jeugdhulp wordt ingezet?

Antwoord 3 en 4

Ja, deze cijfers van het CBS zijn mij bekend. Deze cijfers geven aan of kinderen die in 2021 een maatregel voor ondertoezichtstelling hadden, op enig moment in dat jaar ook jeugdhulp hebben gekregen. Uit deze cijfers komt naar voren dat ongeveer een kwart van die kinderen (22%) in 2021 geen jeugdhulp heeft gekregen. Dit hoeft niet te betekenen dat het kind of gezin helemaal geen hulp heeft ontvangen. Een kinderbeschermingsmaatregel is bedoeld om een ernstige ontwikkelingsbedreiging van een kind weg te nemen. Een belangrijke grond voor de ondertoezichtstelling is dat de zorg die in verband met het wegnemen van die bedreiging noodzakelijk is niet of onvoldoende wordt geaccepteerd. Met de «noodzakelijke zorg» wordt niet direct op jeugdhulp gedoeld, «noodzakelijke zorg» kan ook bestaan uit hulp van buiten het jeugddomein, zoals hulp in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Zorgverzekeringswet, schuldhulpverlening, etc.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel jongeren die onder toezicht staan in 2022 en 2023 geen jeugdhulp hebben gekregen?

Antwoord 5

In 2022 heeft 21% van de kinderen met een ondertoezichtstelling geen jeugdhulp gekregen. De jaarcijfers over 2023 zijn nog niet bekend. Het CBS publiceert deze in mei 2024.

Vraag 6

Kan op grond van de wet een ondertoezichtstelling worden verlengd als er geen jeugdhulp is of wordt ingezet?

Antwoord 6

Ja, een ondertoezichtstelling kan worden verlengd als er geen jeugdhulp is of wordt ingezet, omdat de «noodzakelijke zorg» zoals eerder omschreven in antwoord op vraag 4, niet altijd over jeugdhulp hoeft te gaan, maar ook over andere vormen van hulp. Dus aan de gronden voor een verlenging van een ondertoezichtstelling kan nog steeds zijn voldaan bij geen inzet van jeugdhulp.

Vraag 7

Is het u bekend dat uit de cijfers van het CBS blijkt dat gemiddeld genomen in de provincies Friesland en Groningen de meeste jongeren met jeugdbescherming wonen?

Antwoord 7

Uit de cijfers van het CBS over het eerste halfjaar van 2023 blijkt dat het aantal jongeren met jeugdbescherming in Friesland relatief het hoogst is. Gevolgd door de regio’s Twente, Midden-Limburg Oost, Noord-Limburg en Zuid-Limburg. In de cijfers van het CBS over 2022 komen beide provincies wel voor in de top 5.

Vraag 8

Is het u voorts bekend dat de rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen al geruime tijd geleden de meldbriefprocedure heeft afgeschaft?

Antwoord 8

Ja, daarmee ben ik bekend. De rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen heeft de meldbriefprocedure afgeschaft per 20 juni 2023.

Vraag 9

Kunt u aangeven of het niet meer gebruik maken van de meldbrief invloed heeft gehad op het totale aantal ondertoezichtstellingen op de locatie Groningen van deze rechtbank?

Antwoord 9

Bij de locatie Groningen is een afname te zien van het aantal verzoeken tot ondertoezichtstelling dat is ingediend. Dat het afschaffen van de meldbriefprocedure hierop van invloed is geweest staat niet vast. Ook op landelijk niveau, dus bij de rechtbanken die de meldbriefprocedure nog wel gebruiken, is deze trend van afname van het aantal verzoeken zichtbaar.

Vraag 10

Heeft de locatie Groningen hetzelfde aantal ondertoezichtstellingen behouden of is dat totale aantal afgenomen over de periode 2019 tot en met nu?

Antwoord 10

Het aantal verzoeken tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling op de locatie Groningen is gedaald van ongeveer 640 in de jaren 2020 en 2021 naar 540 in 2022 tot 440 in 2023.

Vraag 11

Zijn er andere rechtbanken die inmiddels de meldbriefprocedure hebben afgeschaft? Zo ja, is daar het aantal ondertoezichtstellingen gelijk gebleven of afgenomen in de vorenbedoelde periode?

Antwoord 11

Op dit moment is de rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen de enige rechtbank die de meldbriefprocedure heeft afgeschaft. Op 8 maart is tijdens de vergadering van het LOVF besloten de meldbriefprocedure bij alle gerechten af te schaffen. Dat betekent dat alle verlengingen van ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen op zitting worden gepland. Ouders of opvoeders worden voor de zitting opgeroepen met een aangetekende brief. Gerechten stoppen zo snel als mogelijk, en uiterlijk vóór 1 juli, met het versturen van meldbrieven.

Vraag 12

Is het juist dat de Raad voor de Rechtspraak al in de tweede helft van 2022 wist dat de meldbriefprocedure niet wettelijk zou worden verankerd?

Antwoord 12

In mei 2022 heeft mijn ministerie de Raad voor de Rechtspraak geïnformeerd dat geen wettelijke grondslag zou worden geïntroduceerd voor de meldbriefprocedure in het Wetboek voor Rechtsvordering.

Vraag 13

Op welke wijze is binnen de Rechtspraak gecommuniceerd dat de meldbriefprocedure een buitenwettelijke procedure betreft dieniet wettelijk zal worden verankerd?

Antwoord 13

Over het wetsvoorstel waar de meldbriefprocedure oorspronkelijk in was opgenomen is gecommuniceerd via een mailbericht en een nieuwsbrief, gericht aan het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVF) (rechtbanken en Hoven), en de leden van de Expertgroep Jeugdrechters. Inhoud van dit mailbericht was de boodschap dat per 1 juli 2023 het wetsvoorstel Huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen (waarvan de meldbriefprocedure er oorspronkelijk een was) in werking was getreden. Hierbij is aangegeven dat de aanvankelijk in het wetsvoorstel opgenomen wettelijke basis voor de meldbriefprocedure uit het wetsvoorstel was geschrapt.

Vraag 14

Welke inspanningen zijn er geweest binnen het ministerie en de Raad voor de Rechtspraak om de meldbriefprocedure af te schaffen, nadat bekend was geworden dat de wettelijke verankering daarvan niet doorgaat?

Antwoord 14

De meldbriefprocedure is sinds 2006 geregeld in het procesreglement Civiel jeugdrecht. Met het schrappen van de wettelijke grondslag werd niet beoogd de meldbriefprocedure af te schaffen (zie ook Kamerstukken 36 123, nr. 3 Memorie van Toelichting onder punt 4).

In het reflectierapport van de familie- en jeugdrechters dat in februari 2023 verscheen naar aanleiding van de toeslagenaffaire werd de meldbriefprocedure als onwenselijk bestempeld. Het LOVF heeft in april 2023 ingestemd met het voorstel om het afschaffen/aanpassen van de werkwijze van de meldbrief prioriteit te geven. Het projectteam dat belast is met de implementatie van de aanbevelingen uit het reflectierapport heeft gewerkt aan de afschaffing van de meldbriefprocedure. Dat moest zorgvuldig gebeuren gezien de gevolgen die het afschaffen van de meldbriefprocedure heeft voor de administraties, het rooster van rechters en gerechtsjuristen en de extra zittingen die nodig zijn om deze zaken mondeling te kunnen behandelen.

Het projectteam heeft een aantal mogelijke manieren van afschaffen voorgelegd aan het LOVF. Op 8 maart is tijdens de vergadering van het LOVF besloten de meldbriefprocedure bij alle gerechten af te schaffen. Gerechten stoppen zo snel als mogelijk, en uiterlijk vóór 1 juli, met het versturen van meldbrieven.


X Noot
1

CBS, 26 april 2023, «Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2021» https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2022/jeugdbescherming-en-jeugdreclassering-2021

Naar boven