Vragen van het lid Paternotte en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over de twintigste penning in Emmer – Compascuum (ingezonden 20 februari 2024).

Mededeling van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 20 maart 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met de twintigste penning, eeuwigdurende erfpachtrechten, die rusten op bijna 300 percelen in en rondom het dorp Emmer-Compascuum in Drenthe?

Vraag 2

De twintigste penning is ooit ingevoerd om onder andere het onderhoud van de percelen, kanalen en wegen in het gebied te financieren. Nu is dat de taak van de gemeente of waterschap. Wat is de juridische grondslag die deze heffing mogelijk maakt, zeker gezien het feit dat het geld dat wordt opgehaald niet meer voor onderhoud van het gebied wordt gebruikt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze heffing, waardoor van elke grondtransactie 5% van de verkoopprijs naar één familie gaat, marktverstorend en prijsopdrijvend werkt op de lokale woningmarkt, de leefbaarheid verstoort én gebiedsontwikkeling in de weg zit?

Vraag 4

Bent u bekend met de «wet regelen omtrent de opheffing van het recht van de Dertiende Penning» waarmee in 1984 voor de dorpen Abcoude, Baambrugge en Vinkeveen de dertiende penning is opgeheven? Kan op eenzelfde manier in Emmer-Compascuum de twintigste penning worden afgeschaft? Zo nee, welke andere mogelijkheden ziet u om van de twintigste penning af te komen?

Vraag 5

Welke andere ondersteuning, naast wetgeving, kunt u de inwoners en ondernemers van het dorp bieden bij het oplossen van de problematiek rond de twintigste penning?

Vraag 6

Zijn er tenslotte nog andere gebieden in Nederland waar soortgelijke erfpachtconstructies van toepassing zijn? Zo ja, wat kunt hiertegen doen?

Vraag 7

Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?

Mededeling

Op 20 februari jl. hebben de leden Paternotte en Sneller (beide D66) vragen ingezonden aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (kenmerk: 2024Z02777) over de zogeheten twintigste Penning in Emmer-Compascuum. De beantwoording van deze vragen, in het bijzonder de vraag naar de wet tot afschaffing van de dertiende penning, vergt meer interdepartementale afstemming.

Ik deel u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming mee, dat de vragen niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Ik zal uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden.

Naar boven