Vragen van de leden Becker, Brekelmans en Michon-Derkzen (allen VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de rellen in Den Haag tussen groepen Eritreers (ingezonden 19 februari 2024).

Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 11 maart 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «waarom voor- en tegenstanders van het Eritrese regime met elkaar botsen»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het absoluut onacceptabel is dat groepen Eritreeërs in Den Haag zoveel geweld hebben gebruikt dat vier agenten gewond raakten, meerdere auto's in brand gestoken werden en een zalencentrum beschadigd raakte?

Vraag 3

Welke actie is door de driehoek ondernomen om het geweld in Den Haag te stoppen, en welke stappen zet Justitie om de daders op te sporen en te bestraffen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat dit geweld stevig bestraft moet worden en niet slechts met een taakstraf? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het gevraagde taakstrafverbod voor personen die hulpverleners belagen?

Vraag 5

Welke gevolgen hebben dergelijke daden in algemene zin in het geval van een asielverzoek, een tijdelijke verblijfsvergunning, in het geval van een permanente verblijfsvergunning en in het geval van het nog niet in bezit zijn van het Nederlanderschap?

Vraag 6

Deelt u de mening dat dit soort ernstige geweldplegingen gevolgen moeten hebben voor het kunnen krijgen van een permanente verblijfsvergunning dan wel het Nederlanderschap, en welke mogelijkheden heeft u om de glijdende schaal die hier op van toepassing is verder aan te scherpen?

Vraag 7

Wat is uw beeld van de mate van ongewenste beïnvloeding vanuit het Eritrese regime, een van de meest onvrije in de wereld, in Nederland? Hoe houdt u hier momenteel toezicht op?

Vraag 8

Kunt u een inschatting geven van het aantal Eritreeërs met een verblijfsvergunning dat aanhanger is van het Eritrese regime? Hoe houdt u toezicht op beïnvloeding en bedreiging van inwoners in Nederland via deze personen door het Eritrese regime?

Vraag 9

Hoe is het mogelijk dat iemand die aanhanger is van het Eritrese regime in Nederland een vluchtelingenstatus krijgt? Is de veronderstelling juist dat aanhangers van het regime aldaar ter plekke geen vervolging hoeven te vrezen en om ongegronde redenen hier asiel kunnen hebben aangevraagd?

Vraag 10

Hoe houdt u toezicht op dit soort signalen die een contra-indicatie zijn voor het recht op verblijf om vervolgens een verblijfsvergunning in te trekken? Dus als blijkt dat een Eritreeër ongegrond asiel heeft gekregen. Hoe vaak is dat afgelopen vijf jaar gebeurd?

Vraag 11

Kan Eritreeërs die jarenlang in Ethiopië, Soedan of een ander land in de regio hebben verbleven vaker een veilig alternatief worden tegengeworpen en op welke wijze?

Vraag 12

Herinnert u zich nog een toezegging van het kabinet uit 2016 dat meer toezicht gehouden zou worden op Eritreeërs die op vakantie gaan in eigen land (en daar dus veilig zijn), om vervolgens de verblijfsvergunning in te kunnen trekken? Hoe is gevolg gegeven aan deze toezegging en hoe vaak is daadwerkelijk tot intrekking overgegaan?

Vraag 13

Hoe staat het met het toezicht op de Eritrese diasporabelasting en hoe vaak is door de Nederlandse overheid ingegrepen als geconstateerd is dat deze onder dwang in Nederland is geïnd?

Vraag 14

Hoe vaak is door Eritrese politici geprobeerd hier campagne te voeren sinds er dankzij de VVD een verbod is gekomen op campagne voeren voor verkiezingen van buiten de EU? Hoe vaak heeft u hierop gehandhaafd?

Vraag 15

Wat doen gemeenten, zoals de gemeente Den Haag, om zicht te houden op en contact te houden met de Eritrese gemeenschap?

Vraag 16

Kunt u met de Kamer delen wat voor informatie u heeft over de Eritrese organisatie Brigade Nhamedu die mogelijk betrokken zou zijn geweest bij de rellen gisteren in Den Haag?

Vraag 17

Herkent u de betrokkenheid van deze organisatie bij de rellen?

Vraag 18

Wat is dit voor organisatie, met hoeveel leden, en welke rechtsvorm en welke financieringsstuctuur heeft zij?

Vraag 19

Is er contact vanuit de overheid met deze organisatie en zo ja, op welke wijze?

Vraag 20

Bent u bereid een onderzoek te doen naar de activiteiten van deze organisatie en hoe deze zich verhouden tot artikel 22 van het Burgerlijk Wetboek?

Vraag 21

Bent u bereid de Eritrese ambassadeur aan te spreken op de rellen in Den Haag en op de rol van Eritrea in ongewenste buitenlandse beïnvloeding hier?

Vraag 22

Hoe staat het met het meldpunt waar de VVD fractie om heeft gevraagd, waar leden van een diaspora die zich geïntimideerd en bedreigd voelen kunnen melden?

Vraag 23

Bent u bereid deze vragen één voor één te beantwoorden ruim voor het commissiedebat Inburgering en integratie?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Becker, Brekelmans en Michon-Derkzen (allen VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de rellen in Den Haag tussen groepen Eritreers (ingezonden 19 februari 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NOS, «waarom voor- en tegenstanders van het Eritrese regime met elkaar botsen», 18 februari 2024, nos.nl/artikel/2509365-waarom-voor-en-tegenstanders-van-het-eritrese-regime-met-elkaar-botsen

Naar boven