Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Economische Zaken en Klimaat, van Financiën, van Infrastructuur en Waterstaat, van Justitie en Veiligheid, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over bijeenkomsten met ambtenaren naar aanleiding van de verkiezingsuitslag van 22 november 2023 (ingezonden 29 januari 2024).

Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1047.

Vraag 1

Zijn er op uw ministerie bijeenkomsten georganiseerd op departementaal niveau, dan wel op directoraat-generaal (DG) of directieniveau naar aanleiding van de verkiezingsuitslag?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Zo ja, wat was de aanleiding c.q. het doel van deze bijeenkomsten?

Antwoord 2

In de week na de verkiezingen zijn bij het Ministerie van BZK twee bijeenkomsten georganiseerd over de verkiezingsuitslag: een bijeenkomst voor directeuren en een bijeenkomst waar alle medewerkers van het ministerie aan konden deelnemen. Daarnaast is in reguliere overleggen op verschillende niveaus over de verkiezingsuitslag gesproken, zoals ook wordt gedaan bij andere politieke gebeurtenissen die van betekenis zijn voor de beleidsinhoud. Het doel van de bijeenkomsten was om de verkiezingsuitslag inhoudelijk te duiden en te bespreken wat de betekenis van de uitslag zou kunnen zijn voor de dossiers waar het Ministerie van BZK aan werkt. Het organiseren van dergelijke bijeenkomsten over de uitslag is binnen het Ministerie van BZK gebruikelijk en is ook gebeurd bij eerdere Tweede Kamerverkiezingen, gemeenteraadsverkiezingen en Provinciale Statenverkiezingen. De in het antwoord op vraag 1 genoemde bijeenkomsten zijn gepland lang voordat de verkiezingen plaatsvonden en de uitslag bekend was.

Vraag 3

Is het waar dat tijdens deze bijeenkomsten ambtenaren konden aangeven wat er voor hen in hun werkhouding zou veranderen naar aanleiding van de verkiezingsuitslag of na een eventueel door de winnende partijen te vormen coalitie?

Antwoord 3

Bij de Rijksoverheid staan we een open en veilige gesprekscultuur voor. Daarbij mogen alle onderwerpen besproken worden. Alleen door het gesprek te voeren met elkaar kunnen we een goed functionerende overheid zijn. Zie voorts het antwoord op vraag 8.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel ambtenaren van uw ministerie aanwezig zijn geweest bij dergelijke bijeenkomsten?

Antwoord 4

Bij de bijeenkomst voor directeuren waren ongeveer dertig ambtenaren aanwezig. Bij de bijeenkomst voor alle medewerkers waren ongeveer honderd personen aanwezig.

Vraag 5

Beseft u dat ambtenaren die op één van de partijen hebben gestemd die hebben gewonnen hierdoor in een moeilijke positie worden geplaatst ten aanzien van hun collega’s? Deelt u de mening dat dit zeer ongewenst is?

Antwoord 5

Het past in een open en veilig werkklimaat dat ambtenaren zich kunnen uitspreken, de Rijksoverheid hecht hier veel waarde aan. Dat men van mening kan verschillen, hoort daar bij en moet dus ook op een veilige en respectvolle manier kunnen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers om elkaar die veiligheid te bieden. Zie voorts het antwoord op vraag 8.

Vraag 6

Zijn er plannen om bij een eventueel regeerakkoord van de huidige formerende partijen dergelijke bijeenkomsten weer te organiseren?

Antwoord 6

Er zijn op dit moment nog geen bijeenkomsten gepland, maar niet uitgesloten is dat nog bijeenkomsten zullen plaatsvinden.

Vraag 7

Kunt u toezeggen dat er in de toekomst naar aanleiding van verkiezingsuitslagen geen aparte bijeenkomsten zullen worden georganiseerd waar ambtenaren hun zorgen mogen etaleren over de winst van democratisch gekozen partijen?

Antwoord 7

Ook in de toekomst is het van belang dat ambtenaren van het Ministerie van BZK kennis kunnen delen over relevante electorale en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland. Daarnaast hoort bij een open en veilige werkomgeving dat medewerkers op de werkvloer, al dan niet in een bijeenkomst, hun zorgen kunnen uiten, ongeacht het onderwerp waar die zorgen betrekking op hebben. Verwezen wordt ook naar het antwoord op vraag 8.

Vraag 8

Deelt u de mening dat dergelijke bijeenkomsten op zeer gespannen voet staan met de gewenste neutraliteit en objectiviteit van ambtenaren?

Antwoord 8

Het is belangrijk dat ambtenaren politiek neutraal zijn en blijven in hun werk. In Nederland werken ambtenaren zonder politieke binding en ongeacht de eigen politieke voorkeur voor het algemeen belang. Dat past ook bij ons democratische bestel, de ministeriële verantwoordelijkheid en het gegeven dat Nederland geen wisseling van de ambtenaren kent bij een nieuwe regering. Een bewindspersoon is verantwoordelijk voor een politiek besluit, hij of zij legt hierover verantwoording af aan het parlement. Ambtenaren hebben hierbij een ondersteunende, adviserende en uitvoerende rol, waarin zij op basis van professionaliteit worden geacht om objectief te adviseren, en alle inzichten en opties aan bewindspersonen voor te leggen. Het is de taak van ambtenaren om te zorgen voor een transparant en goed besluitvormingsproces. Vervolgens voeren ambtenaren uit wat politiek is besloten, ook als de politieke weging tot een ander besluit heeft geleid dan werd geadviseerd. Als de uitvoering van een politiek besluit onbedoelde gevolgen heeft, is het de taak van ambtenaren om die signalen terug te leggen bij de verantwoordelijk bewindspersoon zodat die het besluit kan heroverwegen.

Een sociaal veilige werkomgeving is hiervoor randvoorwaardelijk. Om professionele tegenspraak te kunnen bieden, maar ook om met de functie-uitoefening verbonden ethische vraagstukken en morele kwesties te kunnen bespreken. Ongeacht het onderwerp. Het kabinet bevordert een werkklimaat waarbij medewerkers op de werkvloer hun vragen en dilemma’s- bij collega’s en leidinggevenden kunnen uitspreken en samen met hen kunnen onderzoeken hoe hier het beste mee om te gaan. Het bieden van ruimte voor reflectie en dialoog op de werkvloer behoort volgens het kabinet niet alleen tot goed werkgeverschap, maar is juist ook noodzakelijk om als rijksdienst effectief te kunnen functioneren en de neutraliteit te behouden.

Vraag 9

Wilt u deze vragen als verantwoordelijk Minister separaat en uitsluitend voor uw eigen ministerie beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.

Naar boven