Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Staatssecretaris van Financiën over de gang van zaken met betrekking tot de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (ingezonden 1 februari 2024).

Mededeling van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 13 februari 2024).

Vraag 1

Waarom heeft u niet gekozen voor overgangsrecht bij de bepaling dat uitbetalingen ingevolge een bezwaar- of beroepsprocedure uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van de belanghebbende?

Vraag 2

Bent u met mij van mening dat er een merkwaardige discrepantie is met betrekking tot tariefverlaging dieniet van toepassing is indien uitspraken gedaan zijn voor 1 januari 2024?

Vraag 3

Bent u het met mij eens dat het toepassen van de vermenigvuldigingsfactor indien er beroep is ingesteld naar aanleiding van een zaak uit 2023 lijkt op het veranderen van de spelregels tijdens de wedstrijd?

Vraag 4

Bent u van mening dat de overheid en met name de Belastingdienst altijd betrouwbaar moet zijn in haar opstelling richting de burger, en dat de wetswijziging in deze vorm daarmee op gespannen voet verkeert?

Vraag 5

Bent u bereid om reparatiewetgeving aan te wenden om het overgangsrecht met terugwerkende kracht uit te breiden?

Vraag 6

Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Mededeling

De schriftelijke vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst over het overgangsrecht in de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (ingezonden op 1 februari 2024 met kenmerk 2024Z01595) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording vanwege het reces niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Het streven is de antwoorden zo spoedig mogelijk daarna aan uw Kamer te sturen.

Naar boven