Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Financiën over de werking van de
technische regeling tussen de EU en Israël (ingezonden 5 september 2022).
Mededeling van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
29 september 2022).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat producten uit Israëlische nederzettingen in de sinds 1967 door
Israël bezette gebieden niet in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling
in de Europese Unie?
Vraag 2
Klopt het dat op grond van de in 2005 overeengekomen technische regeling tussen de
Europese Unie en Israël preferentiële oorsprongsbewijzen van Israëlische goederen
de postcode van de productieplaats moeten vermelden en dat, indien de locatie in door
Israël bezet gebied ligt, EU-douaneautoriteiten de preferentiële tariefbehandeling
onmiddellijk moeten weigeren?1
Vraag 3
Klopt het dat Israëlische exporteurs van goederen uit nederzettingen doorgaans preferentiële
tariefbehandeling voor deze producten claimen en de Israëlische douaneautoriteiten
ervoor preferentiële oorsprongscertificaten valideren, ondanks dat duidelijk is dat
deze producten in de Europese Unie niet in aanmerking komen voor preferentiële behandeling?
Vraag 4
Klopt het dat de preferentiële oorsprongsbewijzen met vermelding van de postcodes
niet automatisch worden gecontroleerd door de Nederlandse Douane en dat dit alleen
gebeurt op de basis van risicoprofielen en/of steekproefsgewijs?
Vraag 5
Kunt u voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 de volgende gegevens
verstrekken betreffende de import van Israëlische goederen naar Nederland:
-
– het aantal douane-invoeraangiften dat op basis van Israëlische preferentiële oorsprongsbewijzen
is afgegeven;
-
– het aantal fysieke controles en controles van documenten dat is uitgevoerd om de plaats
van oorsprong te verifiëren;
-
– het percentage van de geïmporteerde Israëlische goederen, waarvan de oorsprong middels
dergelijke controles is geverifieerd;
-
– het aantal verificatieverzoeken dat naar de Israëlische douaneautoriteiten is verzonden
om de oorsprongsaanduiding te controleren;
-
– het aantal onjuiste of valse invoeraangiften die met betrekking tot de plaats van
oorsprong zijn vastgesteld;
-
– het aantal aanvragen voor preferentieel tarief van goederen uit Israëlische nederzettingen
dat is geweigerd, alsmede het aantal zendingen waarop deze weigeringen betrekking
hadden; en
-
– het totaalbedrag aan importheffingen dat door de Nederlandse Douane is opgelegd aan
goederen uit Israëlische nederzettingen, waarvoor een preferentiële tariefbehandeling
is aangevraagd en geweigerd?
Vraag 6
Voert de Douane gerichte controles uit bij de import van producten van bedrijven waarvan
bekend is dat ze in nederzettingen zijn gevestigd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 7
Voert de Douane gerichte controles uit bij de import van Israëlische producten waarvan
bekend is dat ze vaak uit nederzettingen afkomstig zijn, zoals dadels, kruiden en
wijn? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Worden geconstateerde onregelmatigheden inzake de technische regeling gerelateerd
aan de import van Israëlische goederen aan de Europese Commissie gerapporteerd en/of
teruggekoppeld aan de Israëlische autoriteiten? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 9
Bij de import van goederen waarvan de postcode aan weerszijden van de grens van 1967
ligt, dient de Douane van lidstaten contact op te nemen met de Europese Commissie
om de exacte plaats van herkomst te bepalen. Hoe vaak is dit in de periode 1 januari
2017 t/m 31 december 2021 gebeurd?
Vraag 10
Heeft de Europese Commissie op enigerlei wijze informatie verstrekt aan de Nederlandse
regering over haar monitoring van de technische regeling binnen de Europese Unie?
Zo ja, wat hield deze informatie in? Zo nee, wilt u de Europese Commissie vragen deze
informatie alsnog te verstrekken?
Vraag 11
Wilt u deze vragen afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Mededeling
De schriftelijke vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Financiën over
de werking van de technische regeling tussen de EU en Israël, met kenmerk 2022Z16157, kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de
gestelde termijn worden beantwoord.
Ik streef ernaar de antwoorden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 14 oktober 2022,
aan uw Kamer te sturen.