Vragen van het lid Agnes Mulder (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Shell en ExxonMobil de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) in de verkoop zetten (ingezonden 7 september 2022).

Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 29 september 2022)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat Shell en ExxonMobil de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) willen verkopen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wanneer bent u door Shell en/of ExxonMobil op de hoogte gebracht over het voornemen om de NAM te verkopen?

Antwoord 2

Mijn ministerie is kort voor het persbericht van NAM, van 26 oktober 20212, op de hoogte gebracht van het voornemen om delen van de NAM te verkopen.

Vraag 3

Is bij u bekend waarom Shell en ExxonMobil de NAM op dit moment willen verkopen?

Antwoord 3

NAM heeft aangegeven dat de ruimte om te investeren in kleine velden op dit moment beperkt is bij NAM. Daarom denkt NAM dat het goed is als de kleine velden op termijn worden overgenomen door een operator die meer investeringsruimte heeft. De NAM geeft ook aan dat de mogelijke verkoop van de kleine velden NAM meer robuust maakt in de afwikkeling van de sluiting van het Groningenveld.

Vraag 4

Welke invloed heeft u op een eventuele verkoop van de NAM door Shell en ExxonMobil aan een andere partij?

Antwoord 4

NAM heeft aangegeven dat alle kleine velden waar NAM een belang in heeft op termijn worden verkocht. NAM is voornemens haar belang in deze velden eerst in vier (nieuw op te richten) regio-bv’s over te dragen en vervolgens de aandelen in deze bv’s te verkopen. Voor de overdracht van een belang in een veld is op grond van de Mijnbouwwet voorafgaande toestemming van de Staatssecretaris van Mijnbouw vereist. Daarbij worden met name de financieel en technische mogelijkheden van de nieuwe vergunninghouder getoetst. De toestemming voor de overdracht van de kleineveldbelangen van NAM, aan haar regio-bv’s zal slechts worden verleend als gewaarborgd is dat deze bv’s financieel en technisch voldoende capabel blijven om NAM’s verplichtingen onder de Mijnbouwwet na te kunnen komen. Zoals het uitvoeren van een veilige winning en het voldoen aan de opruimverplichting. Ambtenaren van mijn ministerie zijn hierover in overleg met NAM. Voor de verkoop van de aandelen is geen toestemming nodig.

Vraag 5

Kunt u aangeven of en, zo ja, welke gevolgen een verkoop kan hebben voor het nakomen van de verplichtingen van de NAM met betrekking tot de herstel- en versterkingsoperatie in Groningen?

Antwoord 5

NAM heeft aangegeven dat het Groningenveld en de ondergrondse opslagen in Norg en Grijpskerk geen onderdeel vormen van de herstructurering en integraal onderdeel blijven van NAM BV. De verkoop van NAM door Shell en ExxonMobil heeft daardoor geen consequenties voor de wijze waarop de kosten van het IMG en de NCG voor schadeherstel en de uitvoering van de versterkingsoperatie in Groningen bij NAM in rekening worden gebracht.

Vraag 6

Klopt het dat Shell en ExxonMobil op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen garanties hebben verstrekt voor het aandeel van de NAM in de verplichtingen ten aanzien van betalingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsopgave, dat deze garanties gelden tot het beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld en dat Shell en ExxonMobil contractueel verplicht zijn om passende zekerheden te bieden?

Antwoord 6

Dat klopt.

Vraag 7

Welke gevolgen heeft een verkoop van de NAM op deze garanties en de verplichting tot het bieden van passende zekerheden? Gelden deze verplichtingen ook voor de partij die de NAM van Shell en ExxonMobil koopt?

Antwoord 7

Dit heeft geen gevolgen. Het Groningenveld en de ondergrondse opslagen in Norg en Grijpskerk vormen namelijk geen onderdeel van de herstructurering en blijven integraal onderdeel van NAM BV.

Vraag 8

Op welke wijze zult u ervoor zorgen dat een verkoop er niet toe leidt dat de NAM zich op welke wijze dan ook aan deze verplichtingen onttrekt?

Antwoord 8

De berichtgeving over de gedeeltelijke verkoop van NAM door Shell en ExxonMobil vormt geen aanleiding om te veronderstellen dat NAM zich aan zijn verplichtingen onttrekt. Op grond van het Burgerlijk Wetboek is NAM als exploitant van het Groningenveld en de gasopslagen Norg en Grijpskerk aansprakelijk voor schade die ontstaat door bodembeweging. Die situatie blijft ongewijzigd.

Vraag 9

In hoeverre kan de verkoop van de NAM effecten hebben op de leveringszekerheid, bijvoorbeeld daar waar het gaat om het beheer van de gasopslagen die eigendom zijn van de NAM?

Antwoord 9

De gasopslagen in Norg en Grijpskerk worden niet verkocht. Voor de overdracht van een belang in een veld is op grond van de Mijnbouwwet voorafgaande toestemming van de Staatssecretaris van Mijnbouw vereist. Zie daarvoor het antwoord op vraag 4 in deze brief.

Vraag 10

Welke gevolgen zal een verkoop van de NAM door Shell en ExxonMobil hebben voor het Norg Akkoord en de daarin overeengekomen afspraken?

Antwoord 10

Dit heeft geen gevolgen. Het Groningenveld en de ondergrondse opslagen in Norg en Grijpskerk worden niet verkocht. De verplichtingen ten aanzien van betalingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsopgave blijven gelden. Ook de afspraken uit het Norg Akkoord blijven staan.

Naar boven