Vragen van de leden Van den Hil en Van Campen (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel
«Populaire kinderopvang bij de boer gehinderd door starre regels» (ingezonden 21 oktober
2022).
Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 november
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Populaire kinderopvang bij de boer gehinderd door starre
regels»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat, gezien de nijpende personeelstekorten, agrarische kinderopvang
een waardevolle toevoeging is voor de kinderopvangsector in zijn geheel? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Bent u al in contact met boeren en Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) over
belemmerende regelgeving rondom kinderopvang om te bezien hoe knelpunten weggenomen
kunnen worden? Zo ja, wat is de uitkomst van dit contact? Zo nee, hoe zouden deze
knelpunten kunnen worden weggenomen om zo de deze regelgeving te vergemakkelijken?
Vraag 4
Bent u bereid om, naar aanleiding van gesprekken met boeren en LTO, inzichtelijk te
maken welke regelgeving op dit moment belemmerend werkt bij het opzetten van agrarische
kinderopvang en de Kamer daarover de informeren? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe beschouwt u het knelpunt dat de neventak kinderopvang voor de boer vaak niet groter
mag worden dan de hoofdtak, de agrarische activiteiten en bent u het eens dat er een
transitie mogelijk gemaakt moet worden waarbij de boer zelf de keuze kan maken om
meer in te zetten op kinderopvang, zonder dat deze nevenactiviteit verboden wordt
wanneer het groter wordt dan de landbouwtak?
Vraag 6
Klopt het dat fijnstof vanuit de overheid als een belemmering wordt gezien om een
agrarische kinderopvanginstelling op te zetten en geldt deze fijnstofnorm ook voor
stedelijke kinderopvanginstellingen en in hoeveel gevallen wordt deze overschreden?
Zo ja, kunt u uiteenzetten waarom er verschillende normen worden gehanteerd en hoe
deze verschillen weg kunnen worden genomen?
Vraag 7
Klopt het dat er momenteel nog geen standaardprocedures bestaan voor het opzetten
van agrarische kinderopvanginstellingen en dat het hierdoor langer duurt om een dergelijke
instelling op te richten? Zo ja, bent u bereid om te bezien of er zo’n standaardprocedure
kan komen en wat daarvoor nodig is, welke belemmering ziet u? Zo nee, welke standaardprocedures
zijn er op dit moment en in welke mate worden deze procedures nu gevolgd en helpen
deze bij het opzetten van opvanginstellingen?
Vraag 8
Bent u het eens dat knelpunten in de huidige wet- en regelgeving op het gebied van
agrarische kinderopvang aangepakt moeten worden om zo agrarische kinderopvang in algemene
zin meer te stimuleren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe beziet u de opvatting dat agrarische kinderopvang een mogelijkheid kan zijn om
het verdienmodel van boeren te verbeteren die hun bedrijf willen extensiveren of omschakelen
en bent u het eens dat we het vrijwillig omzetten van de bedrijfsvoering moeten stimuleren?
Vraag 10
Bent u bereid om in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) informatievoorziening
richting gemeenten over agrarische kinderopvang op te zetten, zodat onbekend niet
langer onbemind maakt bij de vergunningverlening? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid om een coulanceregeling te treffen, zodat de aangekondigde versoepelingen
per 2024 rondom personeelseisen om het personeelstekort tegen te gaan al per 2023
van kracht worden om zo de opvangsector te stimuleren en hoe denkt u deze versoepelingen
dan te versnellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u deze vragen uiterlijk één week voor het geplande commissiedebat Kinderopvang
op 16 november aanstaande beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Van den
Hil en Van Campen (beiden VVD) over het artikel «Populaire kinderopvang bij de boer
gehinderd door starre regels» (ingezonden 21 oktober 2022) binnen de gestelde termijn
van drie weken niet mogelijk is. Deze leden hebben gevraagd om de antwoorden tijdig
voor het commissiedebat Kinderopvang van 16 november te ontvangen. Helaas is dat niet
gelukt.
De reden van het uitstel is dat de afstemming met andere betrokken ministeries en
medeoverheden meer tijd vergt. Uiteraard zal ik mijn best doen de antwoorden zo spoedig
mogelijk naar uw Kamer te sturen.