Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over het bericht dat oudgedienden van de Britse luchtmacht training geven en kennis overdragen aan de Chinese krijgsmacht (ingezonden 18 oktober 2022).

Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 14 november 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «China Recruiting Former R.A.F. Pilots to Train Its Army Pilots, U.K. Says»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over dit bericht?

Antwoord 2

Het mogelijk rekruteren van Britse (ex)-vliegers door China is zorgelijk.

Vraag 3

Worden er door China in Nederland of bij bondgenoten actief militaire oudgedienden gerekruteerd? Zo ja, wat doet u daaraan? Zo nee, heeft u hier zicht op?

Antwoord 3

Zoals in het openbare MIVD jaarverslag 2021 staat, onderkent Nederland dat China streeft naar een moderne krijgsmacht van wereldklasse en dat China omvangrijke en structurele inlichtingenactiviteiten uitvoert om dit doel te bereiken.2 De MIVD doet actief onderzoek naar deze Chinese activiteiten om de dreiging tegen te gaan. Vanwege het gerubriceerde karakter van dit onderzoek kunnen hierover in het openbaar geen uitspraken worden gedaan. Uw Kamer wordt hierover via de geëigende kanalen geïnformeerd.

Vraag 4

Ziet de huidige wetgeving erop toe dat dienende en oudgediende medewerkers van Defensie mogen werken voor buitenlandse mogendheden in functies waarbij kennis en kunde die de directe of indirecte veiligheid in het geding kunnen brengen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

Antwoord 4

De huidige wetgeving voorziet erin dat in geval militairen in actieve dienst zonder verlof daartoe en met inachtneming van de geheimhoudingsplicht in vreemde krijgsdienst treden, de strafbaarheid daarvan conform het Wetboek van Militair Strafrecht als desertie kan worden beschouwd. Voor burgers geldt dat in krijgsdienst treden bij een vreemde mogendheid alleen strafbaar is indien dit plaatsvindt wanneer een oorlog met die staat in het vooruitzicht ligt.

Op basis van de Wet ambtenaren defensie en de Ambtenarenwet 2017 geldt dat iedere (militair) ambtenaar verplicht is tot geheimhouding van enig gegeven, de dienst betreffende, tegenover een ieder die tot kennisneming daarvan niet bevoegd is, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt. Strafrechtelijke handhaving volgt uit het Wetboek van Strafrecht. Ook vloeit uit deze wetten voort dat medewerkers nevenwerkzaamheden moeten melden als die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling kunnen raken. Het verbieden van nevenactiviteiten is aan de orde indien goede vervulling van de functie of de dienst, onvoldoende gegarandeerd kan worden.

Voor zittend Defensiepersoneel, dat op basis van een verklaring van geen bezwaar (VGB) werkzaam is bij Defensie, geldt bovendien dat zij bij herhaling worden onderworpen aan een veiligheidsonderzoek door de MIVD, waarbij «loyaliteit» en «ongewenste beïnvloeding» een van de beoordelingsfactoren zijn (Beleidsregel veiligheidsonderzoeken 2021). 3 In dienst treden bij een andere mogendheid kan dus leiden tot een intrekking van de VGB en daarmee ontheffing uit de functie.

Bovenstaande is niet van toepassing op mensen die niet meer in dienst van Defensie zijn. Wel blijft voor hen, ook na beëindiging van het dienstverband, de wettelijke geheimhoudingsplicht gelden.

Vraag 5

Is dit onderwerp van gesprek in internationale gremia zoals de Raad Buitenlandse Zaken Defensie, de NAVO of de Joint Expeditionary Force?

Antwoord 5

Het kabinet beziet momenteel samen met het Verenigd Koninkrijk en andere internationale partners of aanvullende acties, in aanvulling op de mogelijkheden zoals beschreven in antwoord op vraag 4, nodig en mogelijk zijn.

Vraag 6

Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 6

Ja.


X Noot
1

The New York Times, 17 oktober 2022, «China Recruiting Former R.A.F. Pilots to Train Its Army Pilots, U.K. Says» (https://www.nytimes.com/2022/10/17/world/europe/china-recruit-uk-military-pilots.html).

X Noot
2

Kamerstuk 29 924, nr. 228

X Noot
3

Staatscourant 2020, nr. 59664, Artikel 5.

Naar boven