Vragen van de leden Ellian en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Langdurige Zorg en Sport over de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam tussen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (ingezonden 19 oktober 2022).

Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 9 november 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam inzake het geschil tussen de AP en de KNLTB van 22 september 2022?1

Vraag 2

Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State inzake het geschil tussen de AP en VoetbalTV van 22 juli 2022?2 Wat is uw reactie op deze uitspraak?

Vraag 3

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere Kamervragen over het bericht VoetbalTV daagt privacywaakhond AP voor de rechter om uitblijven besluit van 10 september 2020?3

Vraag 4

Bent u bekend met het artikel van NRC van 3 juli 2022 «Brussel vindt Nederlandse privacywaakhond te strikt»?4 Wat is uw reactie op dit artikel?

Vraag 5

Is de brief van de Europese Commissie in het artikel van NRC gedeeld met het kabinet? Zo ja, wat was destijds de reactie van het kabinet op deze brief, zo nee, waarom niet en vindt u niet dat dit soort zienswijzen onder de aandacht zouden moeten worden gebracht van de Minister voor Rechtsbescherming?

Vraag 6

Is de brief van de Europese Commissie door de AP ingebracht in de juridische procedures tegen VoetbalTV en de KNLTB? Zo nee, wat vindt u daarvan?

Vraag 7

Als de brief van de Europese Commissie niet in betreffende juridische procedures is gedeeld, bent u in dat geval bereid te laten onderzoeken of de AP in deze procedures onrechtmatig heeft gehandeld?

Vraag 8

Is het achterhouden van relevante informatie zoals de zienswijze van de Europese Commissie in een juridisch geschil wat u betreft wenselijk in onze democratische rechtsstaat?

Vraag 9

Deelt u het oordeel van de Europese Commissie uit maart 2020 dat de lijn van de AP veel te strikt is? Acht u de motivering van de Europese Commissie om de AP hierop te wijzen steekhoudend?5 Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Kunt u er bij de AP op aandringen dat zienswijzen van de Europese Commissie over de interpretatie van de AVG voortaan op de website van de AP worden gepubliceerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Is er sinds de uitspraak van de Raad van State van juli 2022 contact geweest met de AP en is de AP gewezen op de consequenties die de uitspraak met zich meebrengt voor het handhavingsbeleid van de AP? Zo ja, wat is uit dit contact gekomen?

Vraag 12

Is sinds de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ooit de Landsadvocaat om advies gevraagd over de interpretatie van het begrip «gerechtvaardigd belang»? Zo ja, wat was de strekking van dit advies?

Vraag 13

Deelt u nog steeds de mening dat het onwenselijk is dat de AVG in Nederland strikter wordt toegepast dan in andere EU-lidstaten? Zo ja, waarom houdt de AP tot op heden nog altijd vast aan een striktere interpretatie van het begrip «gerechtvaardigd belang» dan andere EU-lidstaten?

Vraag 14

Welke stappen zijn er sinds 2020 gezet om de AP het belang van rechtseenheid onder de aandacht te brengen en wat heeft de AP sindsdien gedaan om rechtseenheid te bevorderen?

Vraag 15

Bent u bereid in het kader van het terugdringen van onnodige juridische procedures in gesprek te gaan met de AP om het boetebesluit jegens de KNLTB te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Ellian en Rudmer Heerema (beiden VVD), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam tussen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (ingezonden 19 oktober 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Rechtbank Amsterdam, Verwijzingsuitspraak van de meervoudige kamer van 21 september 2022 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2022:5565).

X Noot
2

Raad van State, 27 juli, Uitspraak 202100045/1/A3 (https://www.raadvanstate.nl/@132243/202100045–1-a3/).

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4072 (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2020Z13576&did=2020D34565).

Naar boven