Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Financiën over het WEF (ingezonden 23 juni 2022).

Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 7 november 2022)

Vraag 1

Het World Economic Forum (WEF) stuurt, zo is inmiddels bekend dankzij de correspondentie die het afgelopen half jaar door de regering is vrijgegeven, regelmatig brieven en uitnodigingen naar leden van het kabinet, brieven die echter zelden (lijken te) worden beantwoord door het kabinet. Is dit correct?

Antwoord 1

Uitnodigingen van het WEF zijn niet rechtstreeks beantwoord aan de organisatie van het WEF. Dit verliep via de Permanente Vertegenwoordiging (PV) van Nederland te Genève. De PV Genève vormt de tussenschakel voor de ministeries en het WEF, en verzorgt de ondersteuning bij het coördineren van het bezoek van de Nederlandse bewindspersonen aan het WEF.

Vraag 2

Of heeft de Kamer (nog) niet alle antwoorden die vanuit het kabinet naar het WEF zijn gestuurd ontvangen? Indien dit het geval is, kan de Kamer ook de antwoorden van het kabinet aan het WEF alsnog ontvangen?

Antwoord 2

Het verzoek dat destijds is gedaan, is geïnterpreteerd als direct contact tussen Den Haag en het WEF, niet het contact met de PV. De communicatie met en van de PV is wel opvraagbaar (zie het antwoord op vraag 3).

Vraag 3

Tot slot, in de brief van 9 februari 20221 wordt Minister Kaag uitgenodigd door het WEF voor de jaarlijkse WEF bijeenkomst van 22 tot en met 26 mei in Davos. Heeft de Minister deze uitnodiging beantwoord? Indien dit niet het geval is, hoe kon het WEF in dat geval weten dat Minister Kaag naar deze bijeenkomst zou komen? Indien dit wel het geval is, kan de Kamer het antwoord van het kabinet op deze brief en uitnodiging van het WEF (alsnog) ontvangen?

Antwoord 3

Zoals hierboven beschreven, is dit via de PV Genève gecommuniceerd aan het WEF. In de bijlage treft u de bevestigingsmail van het Ministerie van financiën aan de PV Genève. De PV heeft dit mondeling medegedeeld aan het WEF.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3214

Naar boven