Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitspoeling van nitraat bij drijfmest (ingezonden 22 augustus 2022).

Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 oktober 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de tussenresultaten van het praktijkonderzoek naar de gevolgen van vervanging van kunstmest door drijfmest op grasland op droogtegevoelige gronden voor de uitspoeling van nitraat?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht op de website van Wageningen Universiteit.

Vraag 2

Hoe waardeert u de positieve effecten van vervanging van kunstmest door drijfmest op de uitspoeling van nitraat in het winterseizoen, juist in een droog jaar wanneer de waterkwaliteitsproblemen opspelen?

Antwoord 2

Een waardeoordeel over de effecten van de vervanging van kunstmest door drijfmest is lastig te geven als niet alle resultaten bekend zijn. De literatuurstudie doet geen vergelijkende uitspraken over de algehele uitspoeling van kunstmest en runderdrijfmest. Het definitieve rapport van het praktijkonderzoek, waar ook de gegevens over de uitspoeling in komen, zal in het najaar van 2022 worden opgeleverd.

Vraag 3 en 4

Hoe beziet u deze positieve resultaten in het licht van uw uitspraak in het recente schriftelijke overleg dat u de eerdere literatuurstudie2 niet heeft betrokken bij de derogatieonderhandelingen, terwijl het praktijkonderzoek de analyse op basis van de literatuurstudie lijkt te bevestigen?

Bent u bereid de tussenresultaten van het genoemde praktijkonderzoek te delen met de Europese Commissie teneinde er alles aan te doen om de derogatie zoveel mogelijk te behouden?

Antwoord 3 en 4

Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor een mogelijkheid om op graslandbedrijven meer stikstof uit dierlijke mest te mogen toepassen. De onderbouwing van de Nederlandse derogatie voor graasdiermest op graasdierbedrijven is steeds gebaseerd op de hoge stikstofopname en het lange groeiseizoen van grasland.3 Nederland heeft daaraan opvolgende derogatieaanvragen gestaafd met de derogatierapportages van RIVM, die gedeeld zijn met de Europese Commissie, en ook aan uw Kamer zijn aangeboden. Uit deze rapportages blijkt dat grondwaterkwaliteit op derogatiebedrijven beter is dan op niet-derogatiebedrijven.

De onderhandelingen over de derogatie zijn afgerond. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer hierover op 5 september geïnformeerd. De tussenresultaten van het genoemde praktijkonderzoek waren niet gepubliceerd en ook nog niet door een wetenschappelijk reviewproces gegaan. Het rapport wordt na verwachting in oktober 2022 verwacht. Ik zal deze tussenresultaten nu niet met de Commissie delen.


X Noot
1

Wageningen University & Research, 25 november 2021, Lagere nitraatuitspoeling bij hoge drijfmestgift op droogtegevoelig grasland (https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/livestock-research/show-wlr/lagere-nitraatuitspoeling-bij-hoge-drijfmestgift-op-droogtegevoelig-grasland.htm).

X Noot
2

Wageningen University & Research, oktober 2017, Nitrate leaching from liquid cattle manure compared to synthetic fertilizer applied to grassland or silage maize in the Netherlands (https://edepot.wur.nl/425920).

X Noot
3

Schröder, J.J., H.F.M. Aarts, J.C. van Middelkoop, M.H.A. de Haan, R.L.M. Schils, G.L. Velthof, B. Fraters & W.J. Willems (2005) Limits to the use of manure and mineral fertilizer in grass and silage maize production in The Netherlands, with special reference to the EU Nitrates Directive. Plant Research International, Wageningen, Report 93. Schröder, J.J., H.F.M. Aarts, J.C. van Middelkoop, R.L.M. Schils, G.L. Velthof, B. Fraters & W.J. Willems (2007) Permissible manure and fertilizer use in dairy farming systems on sandy soils in The Netherlands to comply with the Nitrates Directive target. Europ. J. Agronomy 27, 102–114. Vellinga, T.V., Van der Putten, A.H.J. and Mooi, J.M. (2001) Grassland management and nitrate leaching, a model approach. Netherlands Journal of Agricultural Science, 49, 229–253.

Naar boven