Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de goedkope framing dat Groep van Haga nepnieuws zou verspreiden
en over de poging om Kamerleden politieke instrumenten uit handen te willen nemen
(ingezonden 28 september 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht waarin gesteld wordt dat het lid Van Haga nepnieuws
zou verspreiden?1
Vraag 2
Bent u de op de hoogte van het feit dat Kamerleden vragen stellen over informatie
die via tal van kanalen tot hen komen en dat zij vragen stellen om de waarheid juist
te willen verifiëren?
Antwoord 2
Ja, dat laat onverlet dat ik van mening ben dat politieke ambtsdragers en volksvertegenwoordigers
een bijzondere verantwoordelijkheid hebben om zich rekenschap te geven van de mogelijke
negatieve effecten van hun uitlatingen op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.
Vraag 3
Waarom doet u aan framing door in antwoord op schriftelijke Kamervragen van het lid
Van Haga te stellen dat het lid Van Haga nepnieuws verspreidt waarin u achteraf weet,
wat het lid Van Haga vooraf niet wist, te weten dat het nieuws rondom de directeur
van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, niet klopte? Kunt u een gedetailleerd
antwoord geven?2
Antwoord 3
Ik heb in mijn beantwoording van de betreffende schriftelijke vragen de kwalificatie
«nepnieuws» niet gebruikt. Deze is afkomstig uit het artikel waarnaar wordt verwezen.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat het niet aan de Minister is of en hoe vaak de Groep van Haga
Kamervragen stelt?
Bent u zich (achteraf) bewust van het feit dat u het controlerende orgaan (de Kamer)
niet hoort te kapittelen, maar dat dit in de omgekeerde volgorde hoort plaats te vinden,
de Kamer controleert u en niet andersom? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 4 en 5
Uiteraard gaan Kamerleden zelf over de frequentie en de inhoud van de Kamervragen
die zij stellen. Ik vind het van belang om alle Kamervragen van een goede beantwoording
te voorzien om zo te voldoen aan mijn grondwettelijke inlichtingenplicht.
Het indienen van een groot aantal Kamervragen in relatief korte tijd heeft gevolgen
voor mijn vermogen om op een zo goed mogelijke manier aan mijn inlichtingenplicht
te voldoen, daar dit een groot beslag legt op de ambtenaren van het Ministerie van
VWS.
Vraag 6
Wilt u zich, nu u zorgen heeft over het aantal Kamervragen van de Groep van Haga,
vervoegen tot de Kamervoorzitter om te pleiten voor dezelfde spreektijden voor deze
fractie als voor de rest van de Kamer?
Antwoord 6
Nee. De Kamer heeft zijn eigen afspraken over maximale spreektijden en het onderscheid
dat gemaakt wordt tussen fracties en groepen vastgelegd in het Reglement van Orde.
Initiatieven tot wijziging van dit Reglement dienen dan ook vanuit de Kamer te komen.
Vraag 7
Wilt u afstand nemen van de woorden van de Minister van Justitie en Veiligheid die
het lid Van Haga een extreemrechte onwelriekende reuzel heeft genoemd, dit om de verspreiding
van nepnieuws tegen te gaan?
Antwoord 7
Ik sluit mij aan bij hetgeen de Minister-President hierover heeft gezegd tijdens de
Algemene Politieke Beschouwingen.
Vraag 8
Wilt u zich ook inzetten voor de veiligheid het lid Van Haga, daar hij door allerlei
spinnerij, mede vanuit het kabinet, doodsbedreigingen ontvangt en enkele weken geleden
een man binnendrong in zijn huis? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 8
Bedreigingen aan het adres van Kamerleden, in welke vorm dan ook, zijn volkomen onacceptabel
en veroordeel ik ten zeerste. Het gehele kabinet spant zich in voor de veiligheid
van politieke ambtsdragers en volksvertegenwoordigers. Deze veiligheid is van groot
belang binnen onze democratische rechtsstaat.
X Noot
2Antwoorden van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op schriftelijke
vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over De betaling Stichting Open Nederland
aan Jaap van Dissel (2022Z16493, ingezonden op 8 september 2022). Ontvangen op 27 september 2022.