Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid over de werkerscoöperatie in aanvulling op de beraadslagingen tijdens het commissiedebat ZZP van woensdag 7 juni 2023 (ingezonden 7 augustus 2023).

Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 28 augustus 2023).

Vraag 1

Klopt het dat als platformwerkers in de werkerscoöperatie gezamenlijk een bedrijf uitoefenen het kartelverbod niet van toepassing is? Dat wil zeggen dat platformwerkers die in de werkerscoöperatie gezamenlijk een bedrijf uitoefenen, het kartelverbod niet overtreden zoals eerder door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in haar Leidraad voor zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) is vastgelegd?

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat het gestelde onder één betekent dat platformwerkers collectieve voorwaarden voor dienstverlening met opdrachtgevers overeen mogen komen?

Vraag 3

Kunt u nader toelichten wat moet worden verstaan onder «gezamenlijk een bedrijf uitoefenen»? Welke criteria gelden hiervoor?

Vraag 4

Levert de voorwaarde van gezamenlijk een bedrijf uitoefenen niet ook praktische belemmeringen op als zzp’ers werkzaam bij eenzelfde concern krachten willen bundelen maar wel ieder voor eigen rekening en risico werken?

Vraag 5

Hoe kan de onafhankelijkheid van een werkerscoöperatie ten opzichte van een platform worden geborgd? Zijn hiervoor ongeveer vergelijkbare rechten of waarborgen in te roepen als bijv voor vakbonden of personeelsvertegenwoordiging/ondernemingsraad?

Vraag 6

Klopt het dat een werkerscoöperatie maximaal 149 leden tot het lidmaatschap kan toelaten, zodat de uitzondering op het verbod als bedoeld in artikel 5:3 lid 1 sub b van de Wet op het financieel toezicht op de Coöperatie van toepassing is?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Palland (CDA) over «de werkerscoöperatie in aanvulling op de beraadslagingen tijdens het commissiedebat ZZP d.d. 7 juni 2023» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. Vanwege de zomerperiode is meer tijd nodig voor de beantwoording en de benodigde afstemming met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Naar boven