Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over toename geweld bij de politie (ingezonden 11 mei 2023).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2776.

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het bericht «Politie gebruikte vorig jaar opnieuw meer geweld, ook vaker ten onrechte» van NOS (zie bron1 en het rapport «Geweldsaanwendingen door politieambtenaren 2022» (zie bron2 dat is uitgevoerd door de politie?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met cijfers van de politie waaruit blijkt dat het geweld tegen de politie de afgelopen jaren is toegenomen (zie bron3? Ziet u een verband tussen het toegenomen geweld tegen de politie en geweld vanuit de politie zelf? Zo ja, kunt u dat onderbouwen? Zo nee, vindt u het nodig dat daar onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan en zo ja, hoe gaat u daarvoor zorgen?

Antwoord 2

Ja, ik ben daarmee bekend. De cijfers met betrekking tot geweld door politieambtenaren kunnen niet worden vergeleken met de cijfers over geweld tegen politieambtenaren. Er zit een wezenlijk verschil in de aard en het doel van de registratie van cijfers. De politie is verplicht om alle geweldsaanwendingen vast te leggen om een oordeel te vormen over de rechtmatigheid en de professionaliteit van het aangewende geweld.

Bij GTPA is het doel om vanuit de werkgeversverantwoordelijkheid zicht te hebben op agressie en geweld tegen politieambtenaren en hierop personele- en organisatorische maatregelen te treffen. Ook worden de GTPA-meldingen op een andere wijze en in een ander systeem geregistreerd dan de meldingen van geweld door de politie. Deze systemen en wijze van registratie zijn niet aan elkaar gekoppeld, waardoor de gegevens niet gemakkelijk met elkaar kunnen worden vergeleken.

In de Kamerbrief van 14 april 2023, aangaande diverse verzoeken van uw Kamer in relatie tot de politie, heb ik de Kamer geïnformeerd over de door de politie gepubliceerde cijfers aangaande geweld tegen politieambtenaren over het jaar 2022. Zoals in deze brief aangegeven, blijkt uit de cijfers dat het aantal meldingen van geweld tegen politieambtenaren structureel hoog blijft.

In de gepubliceerde cijfers van GDPA over 2022 zie ik samen met de politie verschillen op eenheidsniveau waarbij momenteel nog geen onderbouwde duiding kan worden gegeven. Vanuit de algemene wens om duiding te kunnen geven aan de GDPA cijfers en eventuele verbanden te kunnen leggen, is de politie voornemens een onderzoek te laten uitvoeren.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de stijging van niet-professioneel of onterecht politiegeweld in 2022 met 13%, zorgwekkend is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de oorzaak van die stijging en hoe wilt u dit geweld tegengaan?

Antwoord 3

In de eerste plaats merk ik op dat geweld dat als niet-professioneel is geoordeeld, niet altijd onrechtmatig («niet-terecht») is aangewend. Zo kan het geweldgebruik op zichzelf beschouwd rechtmatig zijn geweest, maar werd daarbij niet voor de meest passende wijze gekozen.

Het aantal geweldsaanwendingen dat in 2022 als niet-professioneel is geoordeeld, steeg niet zoals u stelt met 13%, maar bedroeg 13% van het aantal geweldsregistraties (2.008) dat in 2022 is beoordeeld. In 2021 werd 10% van het aantal beoordeelde geweldsregistraties als niet-professioneel beoordeeld4. Los daarvan is het algemeen bekend dat cijfers fluctueren. Alleen bij een periode van minimaal vijf jaar kan worden bekeken of er sprake is van een stijgende of dalende trend in de cijfers en kan, als daartoe aanleiding is, door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar een mogelijke verklaring daarvoor worden gezocht. Deze cijfers worden sinds 15 januari 2019 – vooruitlopend op de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel van melden en beoordelen van geweldaanwending op 1 juli 2020 – bijgehouden. Daarmee zijn nog geen conclusies te trekken over een langere periode.

Vraag 4

Kunt u verklaren waarom er in 2022 18% meer incidenten waren waarbij geweld gebruikt werd door de politie? Zo ja, wat is die verklaring? Zo nee, waarom niet? Kunt u specificeren hoe vaak, welk type geweld, per regio, is toegepast in 2022 door de politie? En hoe dat zich verhoudt tot 2020 en 2021?

Antwoord 4

Zonder een nadere analyse kan er geen alles omvattende verklaring worden gegeven voor cijfermatige veranderingen.

De politie is voornemens een onderzoek te laten uitvoeren om de cijfers rondom het geweld door politieambtenaren beter te kunnen duiden en is inmiddels gestart met het opzetten van een onderzoeksvoorstel. Of de politie dit onderzoek intern uitzet of extern uitbesteed is nog niet besloten.

In de rapportage van de politie zijn tabellen opgenomen waarin per politie-eenheid een overzicht wordt gegeven van incidenten waarin geweld is aangewend en het aantal geweldsmutaties en registraties dat naar aanleiding daarvan is opgemaakt. Er is geen tabel waarin per politie-eenheid het aangewende type geweld wordt weergeven. Ik kan daarover dus geen uitspraken doen.

Vraag 5

Hoe kan ervoor gezorgd worden dat de politie zorgvuldiger met het gebruik van geweld jegens burgers omgaat?

Antwoord 5

Allereerst benadruk ik graag nogmaals dat het uitgangspunt van ieder politieoptreden de-escalatie is. Het gebruik van geweld is een ultimum remedium. Dit neemt niet weg dat zich situaties voordoen waarin de politie genoodzaakt is om tijdens haar taakuitvoering geweld toe te passen. De politie gaat pas over tot het gebruik van geweld nadat hiervoor, indien mogelijk, is gewaarschuwd. Bij het gebruik van geweld moeten de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, redelijk en gematigdheid in acht worden genomen. Uit de cijfers die betrekking hebben op het gebruik van geweldmiddelen alsmede de beoordelingen van geweldgebruik kan én wil de politie lering trekken. Dat hoort immers bij het op professionele wijze omgaan met de bij wet toegekende politiële geweldsbevoegdheid. Door het sinds 2020 sterk verbeterde proces van melden, registreren en beoordelen van geweld is de politie beter in staat om te leren van aangewend geweld.

Vraag 6

Deelt u de opvatting van de politie dat een toename van mensen met verward gedrag een reden voor het toegenomen geweld kan zijn? Zo ja, kan dat cijfermatig onderbouwd worden? En zo ja, deelt u dan de mening dat het zorgwekkend is dat de politie noodgedwongen geweld moet inzetten tegen kwetsbare mensen, terwijl de zorg voor hen geen politietaak is? En welke stappen worden er, samen met VWS, genomen om dit probleem op te lossen en wanneer kunnen we daar de resultaten van zien? Zo nee, waarom deelt u die opvatting niet?

Antwoord 6

Dat er een stijging is van het aantal geregistreerde incidenten, wil niet per definitie zeggen dat de groep mensen met verward gedrag groeit. Het aantal unieke personen dat betrokken is bij deze incidenten is niet te herleiden uit de cijfers die tot nu toe naar buiten zijn gebracht. Of iemand daadwerkelijk verward is, wordt niet door de politie beoordeeld omdat politieagenten niet worden opgeleid voor de zorg voor personen met verward gedrag. Primair hebben verwarde personen zorg nodig. Ik werk dan ook in het kader van de integrale aanpak al jaren intensief samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en andere betrokken zorgpartners. Op 26 juni jl. heb ik u mede namens mijn collega van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van deze aanpak in de brief «Voortgangsbrief aanpak personen met verward en/of onbegrepen gedrag.5

Vraag 7 en 8

Bent u in gesprek gegaan met de politie over de toename van geweld? Zo nee, wanneer gaat u dat wel doen en de Kamer over de uitkomst informeren?

Ziet u na dit rapport aanleiding voor specifieke maatregelen binnen de politie? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7 en 8

Met geweldgebruik moet terughoudend en gepast worden omgegaan. De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid zijn richtinggevend bij ieder geweldgebruik. Uiteraard tracht de politie een situatie eerst te de-escaleren en tot een (goed) einde te brengen zonder het gebruik van geweld.

In de politieorganisatie en bij politieambtenaren is continu aandacht voor het leren van het gebruik van geweld. Dit hoort bij het verantwoord omgaan met de bij wet toegekende geweldsbevoegdheid. Geweldsaanwending wordt vastgelegd en beoordeeld. De politie kan naar aanleiding van een beoordeling een kleine of een grote leercirkel instellen. Het bespreken en/of beoordelen van geweld leidt in de praktijk tot allerlei vormen van leercirkels, afhankelijk van de leerpunten. Die kunnen de individuele ambtenaar betreffen maar ook gelden voor anderen en bijvoorbeeld leiden tot extra aandacht in de reguliere trainingen. Onder anderen leidinggevenden en docenten hebben hier een rol in. Dit past binnen het doel van de Stelselherziening Geweldsaanwending Opsporingsambtenaar om meer ruimte te creëren voor leren en reflecteren op geweldgebruik.

Wanneer ik in het gebruik van de geweldbevoegdheid aanleiding zie voor verbetering, ga ik daarover in gesprek met de korpschef.

Naar boven