Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het aantal geweldsincidenten bij politie-inzet is gestegen (ingezonden 10 mei 2023).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2765.

Vraag 1

Wat is volgens u de verklaring dat het aantal geweldsregistraties door de politie is afgenomen maar het aantal incidenten waarbij de politie geweld heeft toegepast is gestegen?1

Antwoord 1

Zonder een nadere analyse kan er geen allesomvattende verklaring worden gegeven voor cijfermatige veranderingen. De politie geeft in haar rapportage een aantal mogelijke verklaringen voor deze veranderingen.

De politie is voornemens een onderzoek te laten doen om de cijfers rondom geweld door politieambtenaren (GDPA) beter te kunnen duiden en is inmiddels gestart met het opzetten van een onderzoeksvoorstel.

Vraag 2

Kunt u aangeven of er volgens u een verband is tussen het verkorten van het politieonderwijs en het aantal toegenomen geweldsincidenten? Zo ja, welk verband? Zo nee uit welk onderzoek of analyse blijkt dit?

Antwoord 2

De politieacademie biedt sinds februari 2021 de basispolitieopleiding PO21 aan. De eerste aspiranten hebben in februari 2023 deze vernieuwde basispolitieopleiding afgerond en zijn van de opleiding ingestroomd in een eenheid en volgen daar nog een tweejarig programma van startbekwaam naar vakbekwaam. De rapportage van de politie over cijfers en duiding van geweldsaanwendingen door politieambtenaren betreft cijfers over 2022. Aangezien de eerste aspiranten in februari 2023 zijn ingestroomd in de eenheden, lijkt het verkorten van het basispolitieonderwijs los te staan van het toegenomen aantal geweldsincidenten.

Vraag 3

Kunt u aangeven of er volgens u een verband is tussen het capaciteitstekort in de basisteams en het aantal toegenomen geweldsincidenten? Zo ja, welk verband? Zo nee, kunt u toelichten waarom u dat niet ziet?

Antwoord 3

Een verband tussen de druk op de capaciteit en het toegenomen aantal geweldsincidenten is mij niet bekend. Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 1 is de politie voornemens onderzoek te laten doen om de cijfers rondom geweld door politieambtenaren beter te kunnen duiden. De politiemedewerkers kennen de beginselen waaraan geweldsaanwendingen moeten voldoen en zij zijn voorbereid om onder alle omstandigheden, ook toegenomen werkdruk, professioneel geweld te gebruiken.

Vraag 4

Staat er een sanctie op het gebruik van het stroomstootwapen in schokmodus? Zo ja, welke? Zo nee, hoe wordt een overtreding van de geweldsinstructie in deze gevallen aangepakt?

Antwoord 4

De geweldsinstructie stelt dat het stroomstootwapen in schokmodus alleen in levensbedreigende nood- dan wel afweersituaties mag worden gebruikt of ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren2.

In alle gevallen – zowel in de schiet- als schokmodus – moet de politieambtenaar het gebruik van het stroomstootwapen aan de hulpofficier van justitie melden, zoals dit bij alle geweldsaanwendingen gebeurt. Bovendien registreert de Taser X2/NL elke handeling én het gebruik van het stroomstootwapen. Dit gebeurt op een niet zelf te wissen chip in het wapen, die achteraf kan worden uitgelezen.

Wanneer de geweldsaanwending niet aan de eisen voldeed, dan kan dit bijvoorbeeld leiden tot een leertraject en aanvullende training. Als met de overtreding van de normen tevens sprake was van verwijtbaar plichtsverzuim, dan kan het ook rechtspositionele gevolgen hebben. Die kunnen variëren van een berisping tot strafontslag. De Rijksrecherche heeft een onpartijdige rol in het onderzoeken van (vermeend) strafbaar gedrag binnen de overheid en dus ook de politie. Vervolgens is het aan de Officier van Justitie om de politieambtenaar al dan niet strafrechtelijk te vervolgen.

Vraag 5

Wat vindt u van de analyse van de politie dat de geweldsaanwendingen verband houden met de onvrede in de samenleving?3

Antwoord 5

De politie geeft in de rapportage Geweldsaanwendingen door politieambtenaren 2022 aan dat een mogelijke verklaring is dat de maatschappij verder polariseert en burger en overheid steeds meer tegen over elkaar zijn komen te staan, vooral als het gaat om de toename van de geweldmutaties. Ik sluit niet uit dat onvrede in de samenleving op een gegeven moment een uitlaatklep vindt in de vorm van geweld tegen de overheid (waaronder de politie). Als Minister van Justitie en Veiligheid keur ik dat vanzelfsprekend af.

Vraag 6

Vindt u het terecht dat de politietop de reden voor het gebruiken van geweld buiten zichzelf legt, terwijl een docent van de Politieacademie er ook op wijst dat er meer aandacht en kennis moet zijn voor de-escalerend werken door agenten?4

Antwoord 6

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 kan zonder een nadere analyse geen alles omvattende verklaring worden gegeven voor cijfermatige veranderingen. De politietop heeft een mogelijke verklaring gegeven die kan hebben geleid tot veranderingen in de cijfers.

Geweldsaanwending is het uiterste middel en dient – waar mogelijk – altijd voorafgegaan te worden door communicatie, conflicthantering en de-escalatietechnieken. Hieraan wordt specifiek aandacht geschonken in alle integrale beroepsvaardigheden-trainingen. De-escaleren is dan ook een kernelement bij het optreden in en het trainen van (mogelijke) geweldssituaties. Sinds 2018 zijn de-escalatie-technieken structureel opgenomen in ieder lesplan van de IBT-trainingen.

Ook in de basispolitieopleiding wordt ruime aandacht besteed aan het de-escalerend optreden en deze vaardigheid om de-escalerend te werken.

Hoewel de-escalerend optreden vanzelfsprekend de voorkeur heeft, betekent dat niet dat het altijd tot het gewenste resultaat leidt. In die gevallen zal de politie voor het bereiken van haar doel moeten doorpakken en daarbij, indien noodzakelijk en met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid, gebruik maken van haar geweldbevoegdheid.

Vraag 7

Bent u het ook eens met politiesocioloog Timmer dat de cijfers nu onvoldoende inzicht geven in de momenten van en de noodzaak van geweldstoepassing? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

De politie heeft de data (geweldmutaties en geweldregistraties) die in het systeem is ingevoerd, in de vorm van aantallen uitgedraaid. Om inzicht te krijgen in de achtergrond en beweegredenen van agenten om geweld toe te passen, zou een kwalitatief onderzoek noodzakelijk zijn. Een dergelijk onderzoek neemt aanzienlijk meer tijd in beslag dan enkel het genereren van een cijfermatig overzicht. Zoals in antwoord 1 al is aangegeven, is de politie voornemens een onderzoek te laten doen rondom het beter duiden van de cijfers rondom geweld door politieambtenaren en wordt er inmiddels een onderzoeksvoorstel opgezet.

Vraag 8

Erkent u dat een goede en eerlijke analyse van de geweldstoepassing en verbeteringen waar die nodig zijn te onderschrijven het draagvlak voor politie-inzet vergroten? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8

De politie monitort het geweldgebruik door de politie aan de hand van de jaarlijks gegenereerde cijferoverzichten. In die cijfers kan aanleiding worden gezien om een bepaalde vorm van politiegeweld nader onder de loep te nemen. Leren van geweld maakt deel uit van de stelselherziening geweldsaanwending. Dit draagt bij aan de verdere professionalisering van het gebruik van de geweldbevoegdheid en vergroting van het maatschappelijk draagvlak voor de zorgvuldige omgang met de geweldbevoegdheid die aan de politie is toevertrouwd.

Vraag 9

Kunt u aangeven hoe met de aanbeveling is omgegaan uit 2021, dat cijfers over geweldsaanwendingen beter geregistreerd dienen te worden?

Antwoord 9

Op basis van de rapportage Geweldscijfers 2021 is een aantal leerpunten benoemd. Een van die leerpunten heeft betrekking op het verder stimuleren van en investeren in de registratie en transparante verantwoording van geweldgebruik door de politie. Via workshops op vakdagen voor hulpofficieren van justitie is dit onderwerp in 2022 actief onder de aandacht gebracht. Daarnaast wordt hieraan blijvend aandacht gegeven via de reguliere IBT-trainingen. Tot slot zijn in enkele eenheden taakaccenthouders, ondersteuners of adviseurs geweldsaanwending actief binnen de districten die hierin faciliteren en/of het gesprek aangaan met hulpofficieren en sectorhoofden.

Vraag 10

Vindt u dat de registratie op dit moment voldoende duidelijkheid schept in de aard en omvang van geweldsaanwendingen? Zo nee, wat gaat u hierop ondernemen?

Antwoord 10

Zoals ik in mijn antwoord op vraag 9 aangaf, werkt de politie voortdurend aan het interne proces van leren van geweld. Onderdeel daarvan is de registratie van aangewend politiegeweld. Ik heb geen reden om aan te nemen dat de cijfers over de aard en omvang van geweldsaanwendingen door de politie een onvoldoende duidelijk beeld zouden opleveren. Daarom zie ik geen aanleiding om hierin nog andere actie te ondernemen.

Vraag 11

Bent u bereid om geweldsaanwendingen die plaatsvinden tijdens demonstraties/betogingen apart te registreren?

Antwoord 11

Op grond van artikel 17 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren moet elke geweldsaanwending worden gemeld bij de hulpofficier van justitie. De hulpofficier bepaalt vervolgens of de melding geregistreerd wordt. In het systeem van geweldsregistratie wordt onder andere vastgelegd dat en welk geweld is gebruikt en de feiten en omstandigheden waaronder dit geweldgebruik plaatsvond.

De meerwaarde van het apart registeren van geweldsaanwendingen die plaatsvinden tijdens demonstraties/betogingen weegt niet op tegen de administratieve lasten (waaronder de systeemaanpassing) die dit zou meebrengen.


X Noot
2

N.B. Wanneer na het tweemaal verschieten van pijltjes uit de cartridge, slechts één pijltje het lichaam van betrokkene heeft geraakt, dan kan de stroomkring worden rond gemaakt middels gebruikmaking van de schokmodus. Omdat het effect daarvan een tijdelijke verlamming is, wordt dergelijk gebruik geschaard onder de schietmodus.

Naar boven