Vragen van lid Dijk (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Wanhopige ouders vrezen gedwongen verhuizing gehandicapte zoons». (ingezonden 24 mei 2023).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 26 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2900.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Wanhopige ouders vrezen gedwongen verhuizing gehandicapte zoons» van 22 mei 2023?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat een dergelijke overplaatsing ongewenst is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Een (gedwongen) verhuizing is een ingrijpende gebeurtenis; voor iedereen en dus ook (en nog meer) voor (kwetsbare) mensen met een Wlz-indicatie. Het belangrijkste is dat in dat soort situaties goed – en zo tijdig als mogelijk is – gecommuniceerd wordt met de cliënt en zijn vertegenwoordigers en in goed overleg gezocht wordt naar alternatieven. Ik heb begrepen dat in dit geval de zorgsituatie niet langer verantwoord was. Er was sprake van twee cliënten in een ruimte die oorspronkelijk bestemd was voor elf cliënten, waarmee het comfort en de veiligheid in het geding kwamen. Er kan kortom niet langer de gewenste kwaliteit van zorg worden verleend. Naar ik heb begrepen, is Middin nog in goed overleg met de ouders.

Vraag 3

Is deze overplaatsing niet in strijd met het verdrag inzake de Rechten van het Kind, waarin het belang van contact tussen kind en ouders gewaarborgd wordt?

Antwoord 3

Zorgaanbieders moeten bij de zorgverlening rekening houden met de contacten tussen ouders en kind. Naar ik heb begrepen, houdt Middin ook rekening met dit belang. De twee cliënten komen weliswaar op grotere afstand van hun ouders te wonen, maar Middin geeft aan dat voor het vervoersvraagstuk, dat vervolgens ontstaat, in goed overleg met de zorgaanbieder een oplossing kan worden gezocht. Hierdoor komt het contact niet in gevaar. Bovendien is de verhuizing van Den Haag naar Zevenhuizen naar verwachting van Middin van tijdelijke aard. Middin zoekt door naar een betere oplossing in de nabijheid (gemeente Den Haag). Naar ik heb begrepen is er nog goed overleg met de ouders en neemt de kans toe dat Middin binnen afzienbare tijd toch twee plekken in Den Haag gaat vinden.

Vraag 4

In hoeverre dient een zorgorganisatie bij een overplaatsing rekening te houden met het belang van het kind en een ouder? Hoe wordt dit getoetst en hoe wordt hierop toezicht gehouden?

Antwoord 4

Een zorgorganisatie dient vanzelfsprekend altijd rekening te houden met de belangen van cliënten en hun naasten. Het is van belang dat zorgorganisaties en cliënten en hun naasten met elkaar in gesprek gaan over een voorgenomen overplaatsing en met elkaar zoeken naar alternatieven. De cliëntenraad kan daarin een rol spelen.

Cliënten kunnen daarnaast een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtenfunctionaris. Ook het zorgkantoor kan een rol spelen bij het bewaken dat de belangen van bewoners worden gewaarborgd en meedenken bij het zoeken naar alternatieve oplossingen.

Vraag 5

Is bekend hoe vaak er dergelijke overplaatsingen binnen een zorgorganisatie plaatsvinden die niet in overeenstemming zijn met de wensen van cliënten/ouderlijk gezag? Bent u eventueel bereid om hiernaar onderzoek te doen?

Antwoord 5

Landelijk zijn geen cijfers bekend. Ik zal dit onderwerp bespreken in overleggen met vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties, zorgaanbieders en zorgkantoren en vragen om eventuele signalen met mij te delen.

Vraag 6

Geeft het feit dat Middin aangeeft dat de overplaatsing vanwege financiële redenen plaatsvindt niet aan dat financiële overwegingen binnen ons huidige zorgstelsel te vaak leidend zijn en dat kwaliteit en toegankelijkheid ondergeschikt zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Ik ben van mening dat instellingen permanent moeten nadenken over de wijze waarop ze goede zorg verlenen. Het bieden van een geschikte woonomgeving is daarvan een belangrijk onderdeel. Daarbij is een gedwongen verhuizing, zoals een sluiting of een renovatie van een locatie of een samenstelling van een groep die niet langer passend is, niet altijd te voorkomen. Zorgaanbieders hebben daarnaast ook de verantwoordelijkheid voor een gezonde bedrijfsvoering. Dat vergt een zorgvuldige afweging.

Vraag 7

Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?

Antwoord 7

Ja.


X Noot
1

Omroep West, 22 mei 2023, «Wanhopige ouders vrezen gedwongen verhuizing gehandicapte zoons» (Wanhopige ouders vrezen gedwongen verhuizing gehandicapte zoons – Omroep West).

Naar boven