Vragen van de leden Van Esch en Van Raan (beiden PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over directe en indirecte lozingen en/of afvalinjecties onder de Waddenzee (ingezonden 4 mei 2023).

Mededeling van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 juni 2023).

Vraag 1

Kunt u in kaart brengen hoeveel, hoe en welke afvalstromen en/of productiewater afkomstig van olie- en gaswinning op land en zee er sinds 2000 direct en indirect van zowel bronnen op land als zee onder de Waddenzee zijn geïnjecteerd, graag uitgesplitst per bron en type afvalstroom/productiewater? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

Wat is de wettelijke bewaarplicht voor dergelijke data en dan graag vanaf het jaar dat het wel kan worden aangegeven of in kaart kan worden gebracht?

Vraag 3

Op basis van welke vergunningen wordt productiewater dan wel andere afvalstromen direct of indirect onder de Waddenzee geïnjecteerd, graag uitgesplitst per afvalstroom en vorm van injectie (direct en indirect)?

Vraag 4

Hoe lang zijn deze vergunningen geldig?

Vraag 5

Kunt u aangeven uit welke bronnen de afvalstromen en het productiewater, die onder de Waddenzee worden geïnjecteerd, afkomstig zijn?

Vraag 6

Klopt het dat de aardlagen en de ondergrond onder de Waddenzee volgens wettelijke uitgangspunten niet bestemd zijn voor het dumpen van gevaarlijk afval dat van de Noordzee of uit andere delen van Nederland daar naar toe wordt gebracht? Zo ja, klopt het dat wanneer direct of indirect afval onder de Waddenzee wordt geïnjecteerd of geloosd, dat een overtreding betreft? Zo nee, waarom niet en hoe worden onaanvaardbare risico’s voorkomen?

Vraag 7

Hoe wordt het volgende wettelijke uitgangspunt geborgd «De bodem is in beginsel niet bestemd voor het bergen van afvalstoffen die niet rechtstreeks ter plaatse uit de bodem afkomstig zijn»?1

Vraag 8

Wat zijn mogelijke alternatieve methoden binnen de EU om afvalstromen afkomstig van olie- en gaswinning op land of zee te verwerken op land en (dus niet onder de grond te injecteren/terug te brengen), of zelfs te hergebruiken? Is hier onderzoek naar gedaan?

Vraag 9

Klopt het dat er alleen over de hoeveelheid productiewater (afvalstroom van olie- en gaswinning op land of zee) dat geïnjecteerd wordt, gerapporteerd moet worden? Zo ja, waarom? Waarom wordt niet gerapporteerd over de totale omvang van productiewater?

Vraag 10

Bent u bereid om bedrijven te verzoeken om te rapporteren over de totale omvang van productiewater en andere afval- en waterstromen afkomstig uit olie- en gaswinning op land of zee? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?

Vraag 11

Klopt het dat productiewater dat met olie- en gaswinning op land of op zee naast geïnjecteerd ook direct en indirect op de Noordzee en/of de Waddenzee kan worden geloosd? Zo ja, hoeveel productiewater wordt er direct en indirect, graag uitgesplitst naar hoeveelheden geloosd op de Waddenzee en de Noordzee? Indien dit onbekend is, bent u bereid bedrijven te vragen deze stromen jaar in kaart te brengen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Klopt het dat productiewater dat met olie- en gaswinning op land of op zee naast geïnjecteerd of geloosd ook naar een verwerker kan worden vervoerd, graag uitgesplitst voor de Noordzee en de Waddenzee? Zo ja, hoeveel productiewater wordt er jaarlijks naar een verwerker vervoerd en wat gebeurd er daar dan mee, graag uitgesplitst per productiestroom afkomstig van de Noordzee of de Waddenzee en per verwerkingsproces? Indien dit onbekend is, bent u bereid bedrijven te vragen om deze stromen dit jaar in kaart te brengen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Klopt het dat bij mogelijke vervolging van NAM door OM het mogelijk is om geen nieuwe vergunning te geven, gezien artikel 9 van de Mijnbouwwet dat eist dat bedrijven een «intrinsieke verantwoordelijkheidszin» hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om bij mogelijke vervolging om geen enkele nieuwe vergunning voor aardgaswinning door NAM onder de Waddenzee af te geven?

Mededeling

Op 4 mei hebben de leden Van Esch en Van Raan (beiden PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vragen gesteld over directe en indirecte lozingen en/of afvalinjecties onder de Waddenzee (kenmerk: 2023Z07887; ingezonden: 4 mei 2023). Vanwege de voor de beantwoording benodigde afstemming, onder andere met het Staatstoezicht op de Mijnen, kunnen deze vragen niet binnen de gestelde termijn van drie weken worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen en streef ernaar om de beantwoording uiterlijk 15 juni te verzenden.


X Noot
1

Bestuurlijke rapportage van het Openbaar Ministerie over waterinjectie Borgsweer blz. 13

Naar boven