Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2808 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2808 |
Bent u bekend met het AD-bericht «Nederland laat miljoenen liggen om de wolf te weren» van 4 april jl.?1
Waarom wordt er geen gebruik maakt van de beschikbare fondsen voor bescherming van de veestapel (het LIFE-programma)? Kunt u hierop een reflectie geven?
LIFE is het EU-subsidieprogramma bedoeld voor het realiseren van het Europese milieu, energie- en klimaatbeleid. Onder milieu valt ook natuur/biodiversiteit. LIFE is primair bedoeld ter bescherming van de wilde soorten, dus van de wolf in dit geval. Het beschermen van de veestapel is geen primair doel. Als de weerstand uit de samenleving een gevaar voor de wolf is, kan het wel opportuun zijn om conflicten te voorkomen. Het voorkomen van conflicten en het verhogen van de acceptatie en het samenleven met een beschermde diersoort past ook binnen de 2023-ronde voor het indienen van voorstellen voor LIFE. Om de bekendheid van het LIFE programma te vergroten onder potentiële aanvragers biedt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als uitvoerende organisatie voor LIFE informatie op de website van RVO (zie: LIFE: Europese natuur-, milieu- en klimaatprojecten (rvo.nl)). Ook organiseert RVO onder andere informatiedagen voor potentiële aanvragers.
Nederland maakt relatief goed gebruik van het LIFE-fonds, circa € 159 miljoen in de periode van 2014 tot en met 2021. Dit is ongeveer 5% van het totale budget beschikbaar voor Europese Unie (EU). Dit percentage is van vergelijkbare grootte met het Nederlandse aandeel in de EU-afdrachten. Particulieren kunnen geen LIFE aanvraag kunnen doen; alleen bedrijven, stichtingen of overheden. Een boer of schapenhouder is vaak een particulier, of een maatschap, geen BV. In dat geval is gebruik van LIFE niet mogelijk.
Klopt het dat Nederland vaker geen gebruik maakt van Europese fondsen, terwijl er wel geld uit die fondsen beschikbaar is gesteld voor Nederland? Zo ja, waarom? En zo ja, welke fondsen zijn dat? Zo nee, hoe verklaart u de inhoud van het bericht dat hierop ingaat?
Nederland maakt gebruik van Europese fondsen. Hieronder enkele voorbeelden:
• Het artikel suggereert dat Nederland geen gebruik heeft gemaakt van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD). Het beleid van het toenmalige kabinet was vooral gericht op armoedebestrijding via nationale middelen. Maar in tegenstelling tot wat in meerdere media is gesuggereerd, heeft Nederland wel degelijk gebruik gemaakt van het FEAD. Nederland heeft ervoor gekozen om de beschikbare middelen niet in te zetten voor het bieden van materiele steun, maar voor het bevorderen van sociale inclusie van (financieel) kwetsbare ouderen.
• De landenenveloppe van de landbouwfondsen European agricultural guarantee fund (EAGF) en European agricultural fund for rural development (EAFRD) worden jaarlijks geheel benut. De verwachting is dat dit ook voor de komende jaren zal gebeuren.
• Er zijn fondsen en programma’s2 waar Nederland bovengemiddeld gebruik van maakt. Bijvoorbeeld het Horizon Europe programma. Geld uit dit programma wordt toegekend via aanvragen die worden beoordeeld op excellentie en impact. Het aandeel van het budget dat naar Nederlandse organisaties is gegaan, is bijna een keer zo groot als het Nederlandse aandeel in de EU-afdrachten.
• Het solidariteitsfonds waar Nederland eerder weinig aanvragen indiende is gebruikt wanneer het kabinet daar noodzaak voor zag. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de overstromingen Limburg in 2021.
Indien er minder gebruik wordt gemaakt van andere Europese fondsen kan dat van vele factoren afhangen. Bijvoorbeeld verschillende voorwaarden per fonds, de wijze van aanvraag, de soorten instellingen/particulieren die in aanmerking komen en prioriteiten bij de departementen. Voor de uitleg per fonds zie de beantwoording van vraag vier.
Kunt u een overzicht aan de Kamer doen toekomen met daarin opgenomen en helder uiteen gesplitst:
• alle huidige Europese fondsen en onderliggende programma’s;
• het doel en subdoelen van de desbetreffende fondsen;
• of (vanuit) Nederland al dan niet aanspraak (ge)maakt (kan worden) op geld uit de fondsen;
• zo ja, op hoeveel geld (vanuit) Nederland aanspraak (ge)maakt (kan worden);
• welke actoren (bijv. bestuurslagen, type organisaties en bedrijven) aanspraak maken en onder welke voorwaarden;
• van hoeveel geld Nederland in het algemeen of specifieke actoren (bijv. bestuurslagen, organisaties of bedrijven) reeds gebruik gemaakt heeft/hebben, evenals hoeveel geld er nog op de plank ligt uit het desbetreffende fonds;
• en of, en zo ja, op welke manier, er vanuit de overheid gecommuniceerd wordt over de beschikbaarheid van de desbetreffende fondsen voor de daarvoor in aanmerking komende actoren?
Zie de bijgevoegde tabel. Bij het bestuderen van de tabel is het van belang de volgende punten in acht te nemen:
• Sommige fondsen kennen landenveloppen. Hierbij is dus een vast maximum bedrag toegekend aan de EU-lidstaten. Fondsen zonder landenveloppe zijn bijvoorbeeld te gebruiken op aanvraag of worden geheel beheerd door de Europese Commissie.
• De hoogte van aan Nederland toegekende specifieke middelen staat niet gelijk aan de toegevoegde waarde van een fonds. Zonder specifiek toegekende middelen kan Nederland nog steeds profijt hebben van een fonds.
• De ministeries hebben hun best gedaan een zo goed als mogelijk overzicht te scheppen binnen de tijd die beschikbaar was voor de beantwoording. De tabel is een opname van het moment van uitvraag. Naast de genoemde fondsen kunnen er ook andere Europese geldstromen bestaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2808.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.