Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over volumenormen voor kinderhartchirurgiecentra (ingezonden 14 april 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 juni
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2441.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van Kansy e.a., verschenen op 15 augustus 2015 in het
wetenschappelijk tijdschrift «Cardiology in the Young», getiteld: «Higher programmatic volume in paediatric heart surgery is associated with better
early outcomes»?
Vraag 2
Is het correct dat op basis van tabel 3 van dit wetenschappelijk artikel (op pagina
1577) geconcludeerd kan worden dat grote hartcentra, met meer dan 350 operaties per
jaar, geen significant kleinere sterftekans («mortality») laten zien dan middelgrote
centra van tussen de 250 en 350 operaties per jaar (eerste logistische regressieanalyse)?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik sluit mij aan bij de analyse die door de beroepsgroep in het visiedocument1 over dit artikel, in samenhang met de andere relevante wetenschappelijke literatuur,
wordt gemaakt. In het visiedocument wordt beschreven dat een omgekeerde relatie tussen
totaalvolume kinderhartchirurgie en mortaliteit wordt gevonden, als voor patiëntgebonden
risicofactoren en chirurgische complexiteit wordt gecorrigeerd.
Vraag 3
Is het correct dat op basis van deze tabel geconcludeerd kan worden dat grote hartcentra,
met meer dan 350 operaties per jaar, een significant (bij een p-waarde van 0,1) hogere
sterftekans («mortality») laten zien dan middelgrote centra van tussen de 250 en 350
operaties per jaar in het geval van een complicatie (derde logistische regressieanalyse)?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De beroepsgroep geeft in het visiedocument aan, dat het door u genoemde artikel als
een van de eerste studies een potentieel nadeel van te grote centra aantoont. Er werd
één negatieve uitschieter gevonden, namelijk een groot centrum dat uitgesloten werd
vanwege exceptioneel hoge mortaliteit.
Vraag 4
Is het correct dat op basis van deze tabel geconcludeerd kan worden dat de kans op
een complicatie kleiner is naarmate het hartcentrum minder operaties per jaar uitvoert
(tweede logistische regressieanalyse)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, deze conclusie volg ik niet. Ook hierbij sluit ik mij aan bij het visierapport
van de beroepsgroep. Ik citeer:1 «Kansy et al publiceerden in 2018 een artikel toegespitst op neonatale hartchirurgie
in relatie tot centrumvolume. Ruim 27.556 neonatale procedures tussen 1999–2015, verricht
in 90 centra werden geanalyseerd. Via multilevel logistische regressie konden zij
geboortegewicht, leeftijd, niet cardiale genetische anomalieën en centrumvolume identificeren
als onafhankelijke voorspellers van mortaliteit. Het risico op overlijden nam af met
de toename van het volume.» De auteur van dit artikel concludeert dat hun «study suggests
that concentration of work in the large centers leads to circumstances in which the
risk for patients is the lowest.»
Vraag 5
Zijn bovenstaande onderzoeksresultaten volgens u wel of niet in overeenstemming met
uw bewering dat de patiëntveiligheid beter is geborgd naarmate een hartcentra meer
operaties per jaar uitvoert?
Antwoord 5
Zoals aangegeven, volg ik de analyse van de beroepsgroep zoals weergegeven in het
visierapport ten aanzien van de door hen geanalyseerde wetenschappelijke literatuur
als geheel, waarvan het artikel dat waar u aan refereert, er één van is.
De beroepsgroep concludeert samenvattend dat uit de meest recente literatuur blijkt,
dat een groter centrumvolume voor patiënten jonger dan 18 jaar leidt tot betere uitkomsten,
waarbij de duidelijkste associatie werd gevonden bij de meest kwetsbare groep (n=60
voor kinderen jonger dan 30 dagen). Als geheel is volgens de beroepsgroep een norm
van 300 operaties voor patiënten jonger dan 18 jaar verdedigbaar.2
Vraag 6
Kunt u deze vragen, gezien uw besluit om twee van de vier kinderhartchirurgiecentra
definitief te sluiten op basis van volumenormen die niet gehaald zouden worden, zo
spoedig mogelijk en afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
X Noot
1Commissie samengesteld door NVK, NVVC en NVT, onder leiding van dr. Bartelds (2021),
Zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking, scenario’s voor de toekomst