Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «NEPG maakt zich zorgen over pootgoedproductie» (ingezonden 27 maart 2023).

Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 mei 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «North-western European Potato Growers (NEPG) maakt zich zorgen over pootgoedproductie»?1

Antwoord 1

Ja, daar ben ik bekend mee.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de ontwikkelingen in de aardappelsector, zoals omschreven in het artikel?

Antwoord 2

De NEPG maakt zich zorgen over de pootgoedproductie dit jaar en vreest dat pootgoedtelers overstappen op de teelt van aardappelen voor de verwerkende industrie. Ik heb echter geen signalen dat er dit jaar in Nederland een grote verschuiving plaatst vindt van de teelt van pootaardappelen naar de teelt van aardappelen voor de verwerkende industrie.

Vraag 3

Klopt de veronderstelling dat de strengere regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen een reden is waarom akkerbouwers doen besluiten minder pootgoed te telen? Wat vindt u daarvan?

Antwoord 3

Deze veronderstelling in het artikel wordt door de NEPG niet onderbouwd. Mij is geen informatie bekend dat de Europese regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen in de genoemde zes landen in Noordwest-Europa dermate strenger is voor pootgoedaardappelen dan voor fritesaardappelen en zetmeelaardappelen dat akkerbouwers daardoor andere contracten af zouden willen sluiten. Het artikel beschrijft vooral dat een grotere vraag naar fritesaardappelen leidt tot hogere prijzen voor die aardappelen en een betere winstgevendheid voor de akkerbouwer.

Vraag 4

Bent u ermee bekend dat Nederland bij uitstek het land is om pootgoed te telen, vanwege klimaat en grondsoort, en Nederland daarom een aandeel van 65 tot 70 procent heeft in de wereldhandel in pootgoed?

Antwoord 4

Ja, daar ben ik bekend mee.

Vraag 5

Welke gevolgen kunnen de huidige ontwikkelingen in de aardappelsector hebben voor de Nederlandse pootgoedsector en haar internationale koploperspositie?

Antwoord 5

De internationale positie van de Nederlandse pootgoedsector is niet afhankelijk van één oogstjaar. De verwachting vanuit de NAK is dat het areaal voor de pootgoedteelt in Nederland dit jaar ten opzichte van vorig jaar 3 – 5% daalt. Pootgoedtelers dienen uiterlijk 30 mei aangifte te doen bij de NAK (de Nederlandse Algemene Keuringsdienst). Na de sluitingsdatum publiceert de NAK op de website hoeveel hectare er per ras en klasse is aangegeven en wordt duidelijk wat het areaal pootgoedteelt is. Fluctuaties in vraag en aanbod binnen deze sector in zowel Nederland als daarbuiten zal effect hebben op de prijs waardoor het op termijn mogelijk weer aantrekkelijker wordt om een andere aardappel te telen.

Vraag 6

Ziet u in dat er mogelijk niet in de groeiende (internationale) vraag naar fritesaardappelen kan worden voorzien wanneer er te weinig pootgoed wordt geteeld? Tot welke problemen kan dit leiden?

Antwoord 6

Ik heb op dit moment geen signalen dat er te weinig pootgoed beschikbaar is voor de groeiende vraag naar fritesaardappelen. Zoals aangegeven zullen vraag en aanbod fluctueren en hiermee ook de prijzen en de aantrekkelijkheid om bepaalde aardappelen te telen.

Vraag 7

Ziet u de noodzaak om de teelt van pootgoed in Nederland te stimuleren? Zo ja, welke mogelijkheden overweegt u? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, ik zie die noodzaak niet, omdat het areaal pootaardappelen naar verwachting slechts licht daalt dit jaar ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast zullen fluctuaties in vraag en aanbod ook in de toekomst zijn gevolgen hebben op de prijs van aardappelen en daarmee op het teeltplan.


X Noot
1

Boerderij, 21 maart 2023, «NEPG maakt zich zorgen over pootgoedproductie» (https://www.boerderij.nl/nepg-maakt-zich-zorgen-over-pootgoedproductie).

Naar boven