Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Financiën over het ECB beleid om de positie van «green bonds» in haar portefeuille actief te vergroten en het financiele systeem te vergroenen (ingezonden 28 maart 2023).

Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 15 mei 2023).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het beleid van de ECB waarmee zij zich in wil zetten om haar portefeuille aan bedrijfsobligaties te sturen in de richting van bedrijven die betere klimaatprestaties leveren?1

Antwoord 1

Ja, dat ben ik.

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat de ECB, als niet door volksvertegenwoordigingen gekozen instelling, is opgezet om een onafhankelijk en apolitiek karakter te hebben en dat karakter moet nastreven zoals zij als organisatie niet alleen zelf aangeeft maar bovendien zo is vastgelegd in het Verdrag en de ECB-statuten?2

Antwoord 2

Op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de ECB als primaire mandaat het handhaven van prijsstabiliteit in de eurozone. Daarnaast heeft de ECB als secundaire mandaat het ondersteunen van het algemene economische beleid in de Unie. Om de ECB in staat te stellen haar taken en mandaat uit te voeren, verleent het Verdrag de ECB volledige onafhankelijkheid van politieke inmenging. Het past regeringen dan ook terughoudend te zijn in hun beoordeling van het ECB-beleid.

Vraag 3

Hoe staat het bevorderen van de energietransitie door financiering van bedrijven te sturen in de richting van «groenere bedrijven» volgens u in verhouding tot dit apolitieke karakter van de bank?

Antwoord 3

Volgens de ECB gaat klimaatverandering gepaard met effecten voor de inflatie. Zo kunnen de prijzen van goederen en diensten sterk schommelen door schokken in de economie die samenhangen met klimaatschade, zoals veroorzaakt door droogte of overstromingen. Om de impact van klimaatverandering op de inflatie en de economie te beperken is volgens de ECB een ordelijke overgang naar een klimaatneutrale economie wenselijk. De ECB stelt daarom dat het ondersteunen van de energietransitie in de EU consistent is met zowel haar primaire als secundaire mandaat.3

Daarnaast hebben klimaatverandering en de energietransitie invloed op de waarde en het risicoprofiel van de activa op de balans van het Eurosysteem. Voor koolstof-intensieve bedrijven, zoals energieproducenten of transportbedrijven die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, kan de waarde van bedrijfsobligaties bijvoorbeeld dalen als ze zich niet op tijd aanpassen aan klimaatverandering en de energietransitie. Om klimaatrisico’s te mitigeren is de ECB bezig om haar portfolio van bedrijfsobligaties koolstofarm te maken.4

Vraag 4

Columnist Han de Jong betoogt op het platform «Investment Officer»5 dat het vaststellen van welke investeringsrichtingen «groen» zijn en welke niet per definitie een subjectief en politiek gevoelig proces is. Bent u het daarmee eens?

Antwoord 4

Nee, daar ben ik het niet mee eens. De ECB streeft ernaar om haar portfolio van bedrijfsobligaties koolstofarm te maken. Hiertoe is een methodiek ontwikkeld die bedrijven beoordeelt op drie maatstaven: gerealiseerde emissies, geloofwaardige en ambitieuze doelstellingen om emissies te verminderen en de kwaliteit van hun disclosures. Met het ontwerp van deze scoringsmethode sluit de ECB onder meer aan bij de Europese standaarden voor EU Climate Transition Benchmarks en EU Paris-aligned Benchmarks.6 Deze standaarden zijn tot stand zijn gekomen op basis van de input van experts. Door hierop aan te sluiten, neemt de ECB onder meer een meetbaar en wetenschappelijk onderbouwd traject als uitgangspunt om haar portfolio van bedrijfsobligaties koolstofarm te maken.

Vraag 5

Hoe verhoudt deze vaststellingsprocedure zich tot het na te streven onafhankelijke karakter van de ECB?

Antwoord 5

De gehanteerde methodiek voor het berekenen van klimaatscores leidt ertoe dat de ECB haar porfolio van bedrijfsobligaties beweegt richting bedrijven met betere klimaatprestaties. Dit moet de toegang tot krediet voor deze bedrijven bevorderen, terwijl bedrijven met slechtere klimaatprestaties geprikkeld worden om hun klimaatambities te vergroten. Volgens de ECB ondersteunt dit de klimaattransitie. Tegelijkertijd beperkt dit het klimaatrisico op de balans van de ECB. Daarmee is dit consistent met het mandaat van de ECB.

Vraag 6

Ondermijnt de ECB als gevolg van het betreden van de politieke arena met haar «groene beleid» niet haar eigen gezag en draagvermogen inzake het monetaire beleid bij de Europese bevolking in het algemeen en die van Nederland in het bijzonder?

Antwoord 6

Dat deel ik niet. Zoals hierboven beschreven, is het ondersteunen van de energietransitie door de ECB consistent met haar primaire en secundaire mandaat.

Vraag 7

Bent u bereid deze gang van zaken aan te kaarten bij zowel De Nederlandsche Bank als de ECB in Frankfurt?

Antwoord 7

Nee, dat ben ik niet van plan vanwege bovenstaande.

Vraag 8

Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 8

Ja.

Naar boven