Vragen van het lid Maatoug (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Financiën en de
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over naheffingen bij schijnzelfstandigheid
(ingezonden 16 september 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 7 oktober 2022).
Vraag 1
Hoe vaak zijn bij zelfstandigen geen werknemersafdrachten gedaan, terwijl dit wel
moest?
Vraag 2
Klopt het dat voormalig (schijn)zelfstandigen worden geconfronteerd met naheffingen
in het geval zij hun recht halen? Hoe vaak is dit het geval? Als u dit niet inzichtelijk
heeft, kunt u dit in kaart brengen?
Vraag 3
Worden naheffingen gebruikt als dreigement om te voorkomen dat mensen die eigenlijk
werknemer zijn hun recht halen? Heeft u instrumenten om hier tegenop te treden? Wat
gaat u hier aan doen?
Vraag 4
Hoe gaan de verschillende belastingkantoren om met schijnzelfstandigheid en naheffingen
van werkgeverspremies, premies voor werknemersverzekeringen en naheffingen in verband
met de loonheffing, met de inkomstenbelasting en fiscale faciliteiten, zoals aftrekposten,
toeslagen en de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO)?
Bij wie worden deze verhaald? Bestaat er een verschil in behandeling tussen verschillende
belastingkantoren en zo ja, welke verschillen?
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat de rekening van schijnzelfstandigheid niet bij (kwetsbare)
werkenden mag worden gelegd, zeker niet als grote bedrijven niets hoeven te betalen
en de wet niet wordt gehandhaafd?
Vraag 6
Herinnert u zich de uitspraak van de Staatsecretaris, uit het debat zelfstandige zonder
personeel van 30 juni jongstleden, dat als er onterecht geen loonheffing is afgedragen
door de opdrachtgever, dat de loonheffing niet wordt verhaald op de opdrachtnemer,
die eigenlijk een werknemer was? Geldt dat ook voor de inkomstenbelasting voor zover
de inkomsten in de inkomstenbelasting als winst uit onderneming of resultaat uit overige
werkzaamheden zijn opgegeven?
Vraag 7
Gaat u zich ervoor inspannen dat de Belastingdienst de rekening niet gaat verhalen
bij werkenden, onder andere bestaande uit; werkgeverspremies, premies voor werknemersverzekeringen,
naheffingen in verband met de loonheffing, inkomstenbelasting en fiscale faciliteiten,
zoals aftrekposten, toeslagen en de TOZO. Kunt u toezeggen dat individuen geen negatieve
gevolgen gaan ervaren door de Belastingdienst? Zo nee, waarom niet? Hoe wordt hierover
gecommuniceerd?
Vraag 8
Bent u bekend met artikel 20 en artikel 125 van de Wet financiering sociale verzekeringen
die het respectievelijk verbieden en strafbaar stellen dat de werkgever de door hem
verschuldigde premie verhaalt op de werknemer? Is dit aan de orde in Nederland? Heeft
u instrumenten om hier tegenop te treden? Wat gaat u hier aan doen?
Vraag 9
Herinnert u zich dat de Staatssecretaris in datzelfde debat zelfstandige zonder personeel
heeft aangegeven dat het vervolgens de vraag is of een opdrachtgever de loonheffing
gaat verhalen op de opdrachtnemer? Deelt u de opvatting dat opdrachtgevers de rekening
(waaronder de loonheffing, maar niet uitsluitend de loonheffing) niet bij opdrachtnemers
mogen leggen, bijvoorbeeld door uit te betalen loon in te houden? Heeft u instrumentarium
om dit aan te pakken? Gaat u zich hiervoor inspannen? Kunt u toezeggen dat individuen
hierdoor geen negatieve gevolgen gaan ervaren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat de vrijwaringsbepalingen omtrent belastingen en verzekeringen,
waaronder loonbelastingen, premies en bijdragen aan sociale zekerheid, die sommige
bedrijven in hun overeenkomsten met opdrachtnemers hebben staan, nietig zijn in het
geval van schijnzelfstandigheid? Kunt en gaat u hier tegen optreden? Zo nee, waarom
niet?
Mededeling
Hierbij informeer ik u dat de door het lid Maatoug (GL) gestelde schriftelijke vragen
over naheffingen bij schijnzelfstandigheid met kenmerk 2022Z17153 niet binnen de gestelde termijn kunnen worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat de interdepartementale afstemming van de beantwoording
tijd vergt. Het streven is de beantwoording voor het herfstreces aan uw Kamer te sturen.