Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Rechtszaak over trage besluitvorming herstel toeslagenaffaire» (ingezonden 20 maart 2023).

Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën) (ontvangen 7 april 2023).

Vraag 1

Is het u bekend hoeveel rechtszaken er in 2023 al zijn aangespannen tegen de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT)?1

Antwoord 1

Er zijn 35 inhoudelijke beroepen ingediend en 1.118 beroepen niet tijdig beslissen (peildatum 24 maart 2023).

Zoals ik eerder al heb aangegeven, is het kabinet er veel aan gelegen om niet tegenover gedupeerde ouders in juridische procedures te staan. We weten allemaal welke ellende ouders en kinderen in de toeslagenaffaire hebben meegemaakt. Ze willen het allemaal achter zich laten en zo snel mogelijk. Dat betekent dat we juridische procedures zoveel mogelijk moeten zien te voorkomen. Daarom zijn we ook continu bezig om de hersteloperatie te verbeteren en te versnellen zodat ouders zich niet gedwongen voelen om te kiezen voor een gang naar de rechter.

Vraag 2

Klopt het dat op 24 maart aanstaande de rechtbank Midden-Nederland vier zaken behandelt die representatief zijn voor de verschillende procedures die er lopen tegen de UHT, van gedupeerden die wachten op een beslissing over compensatie en herstel als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire?

Antwoord 2

Dat klopt, op 24 maart jl zijn door de rechtbank Midden-Nederland vier zaken behandeld op zitting, waarbij in brede zin de problematiek van het niet tijdig beslissen op aanvragen en in bezwaar besproken is.

Vraag 3

Bent u het ermee eens dat het goed is dat de rechter de zaken in een zitting van de meervoudige kamer behandelt, waarbij de procedures bij de UHT in de bredere context kunnen worden besproken?

Antwoord 3

Het is aan de rechter om te bepalen hoe zaken worden behandeld. Ik vind het waardevol dat de rechtbank de gelegenheid heeft geboden om ter zitting de dilemma’s toe te lichten die verbonden zijn aan het niet tijdig kunnen beslissen op aanvragen en bezwaarschriften. Tijdens de zitting is stilgestaan bij de maatregelen die zijn en worden genomen maar ook bij de beperkingen om beroepen niet tijdig beslissen te voorkomen.

Vraag 4

Wanneer verwacht u een uitspraak in deze vier zaken?

Antwoord 4

De rechtbank heeft aangegeven op 14 april aanstaande uitspraak te doen.

Vraag 5

Kunt u zodra de uitspraken worden gepubliceerd, zo snel mogelijk een kabinetsreactie op deze uitspraken naar de Kamer sturen?

Antwoord 5

Na bekendmaking van de uitspraken, zal ik deze bestuderen. In ieder geval zal een reactie van het kabinet op de uitspraken in de volgende voortgangsrapportage en zo nodig tussentijds aan uw Kamer worden gestuurd.

Vraag 6

Deelt u de mening dat de uitspraak van de rechter in deze zaken heel belangrijk is en dat indien de uitspraak daartoe aanleiding geeft, er aanpassingen moeten worden gedaan in het proces en eventueel wetgeving?

Antwoord 6

Ik deel het belang van de uitspraken. De verwachting is dat de rechter zaaksoverstijgende uitspraken zal doen tegen de achtergrond van de dilemma’s die spelen in de hersteloperatie. Zoals ter zitting ook besproken, zijn eenvoudige oplossingen niet voorhanden. Aan de uitspraken van de rechter in de individuele zaken wordt vanzelfsprekend gevolg gegeven. Als rechter meent dat aanpassing van het proces of de regelgeving in de rede ligt, dan zal worden gekeken op welke manier daar het beste invulling aan gegeven kan worden.

Vraag 7

Binnen welke termijn kan de Kamer deze eventuele aanpassingen aan proces en wetgeving na de uitspraak verwachten?

Antwoord 7

Naar aanleiding van de uitspraak zal worden stilgestaan bij eventuele maatregelen en de termijn waarbinnen die kunnen worden ingevoerd. Dat hangt van de uitspraak af, de aard van eventuele maatregelen en de samenhang met het huidige pakket aan maatregelen, zoals voorzien in de 13e Voortgangsrapportage.

Naar boven