Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister-President over het beschermen van carnaval (ingezonden 24 februari 2023).

Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 20 maart 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1894.

Vraag 1

Bent u bekend met bericht «Als iedereen gelijk is in Oeteldonk, waarom is carnaval dan zo’n wit feestje?»1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Deelt u de mening dat carnaval een prachtige traditie is dat helemaal niets van doen heeft met discriminatie in welke vorm dan ook? Zo ja, hoe gaat u deze traditie beschermen tegen het opkomend wokisme?

Antwoord 2

Cultuur, en dus ook carnaval, is van en voor iedereen. Ik heb geen aanwijzingen dat deze mooie traditie onder druk staat of beschermd moet worden tegen welke maatschappelijke stroming dan ook. Gelukkig is het vieren van carnaval na twee jaar beperkingen door corona weer mogelijk geweest.

Vraag 3

Wanneer gaat u ein-de-lijk staan voor het behouden van tradities, zoals de Paasvuren die door het stikstofbeleid onmogelijk gemaakt worden en het carnaval, dat door wokegedram in een kwaad daglicht wordt gesteld?

Antwoord 3

Ik vind het belangrijk dat iedereen zich kan herkennen in, en kan deelnemen aan het cultureel erfgoed dat Nederland rijk is. Mensen voelen zich verbonden met elkaar door middel van deelnemen aan immaterieel erfgoed. Dit geldt zeker voor carnaval.

Zoals ik ook in mijn Meerjarenbrief duidelijk heb gemaakt, sta ik voor «alle vormen van erfgoed: van musea en monumenten tot tradities en gebruiken zoals de bloemencorso’s, Koningsdag en het (Zomer)carnaval.» Dit is in lijn met het UNESCO Verdrag inzake Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed dat Nederland geratificeerd heeft. Onder meer via het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland en de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland wordt hier actief uitvoering aan geven.

Naar boven