Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 1537 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 1537 |
Bent u bekend met het bericht «Kritiek op nieuw uitstel lachgas-ban: «Verbod komt niet uit de lucht vallen»»?1
Zijn de politie en het Openbaar Ministerie (OM) klaar voor de handhaving nu distikstofmonoxide (lachgas) verboden is per 1 januari 2023 door plaatsing op lijst II van de Opiumwet? Zo nee, waarom niet?
Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat er op dit moment wel degelijk tegen het bezit van lachgas wordt opgetreden. Zie daarover verder vraag 6.
Er zijn daarnaast goede redenen om voor de volledige handhaving van het nieuwe verbod een ingroeimodel te hanteren. De termijn tussen de afkondiging en de invoering van het verbod was kort, desalniettemin is vanwege de grote risico’s van lachgasgebruik en de noodzaak van het verbod, destijds besloten het lachgasverbod zo snel mogelijk in werking te laten treden. Bovendien was er overeenstemming dat er zou worden opgetreden per 1 januari 2023, en zoals ik hierboven aangeef gebeurt dat ook. Het is echter wel erg belangrijk dat in het hele land op een gelijke manier wordt omgegaan met het verbod. Daarom zijn er landelijke instructies en aanpassingen van processen nodig.
Bij strafbaarstelling via de Opiumwet van het bezit van een middel, dient bij strafrechtelijke handhaving het middel altijd in beslag te worden genomen en veilig gesteld te worden voor strafrechtelijk onderzoek. Dit stelt andere eisen aan de uitvoering. Mijn ambtsvoorganger heeft dit in het commissiedebat van 2 juni 2021 en per Kamerbrief op 18 juni 20212 benadrukt en aangegeven dat de voorbereidingen voor de implementatie tijd kosten. Zoals toegezegd in de brief, zijn we vooruitlopend op het voorgenomen verbod in overleg gegaan met betrokken partijen over hoe zij zich zo goed mogelijk kunnen voorbereiden, zodat een verbod zo spoedig mogelijk in werking kan treden.
Met het Openbaar Ministerie en politie is daarom afgesproken een zogenaamd ingroeimodel te hanteren voor de handhaving van het lachgasverbod op grond van de Opiumwet. Dit heeft te maken met de impact op de organisaties, mede veroorzaakt door het feit dat het de eerste gasvormige drug is die verboden wordt op grond van de Opiumwet en lachgas is geclassificeerd als gevaarlijke stof, waardoor extra eisen worden gesteld aan handelingen met lachgas.
Het is niet ongebruikelijk om een ingroeimodel te hanteren bij nieuwe wetgeving. Het gaat hier concreet om het inrichten van het gehele proces rondom lachgas: transport, opslag, stofonderzoek en vernietiging. Ook het proces van het Openbaar Ministerie rondom de vervolging wordt op dit moment ingericht.
Bij de politie gaat het vooral om het inrichten van het gehele logistieke proces rondom lachgas: transport, opslag, stofonderzoek en vernietiging.
Lachgas is een gevaarlijke stof, waardoor extra eisen worden gesteld aan de wijze van opslag, beslaglegging, vervoer en vernietiging.
Ook het proces van het Openbaar Ministerie rondom de vervolging wordt op dit moment aangepast en ingevoerd. Zo moet het Openbaar Ministerie lachgas hebben opgenomen in de strafvorderingsrichtlijn softdrugs Opiumwet. Daarnaast wordt er door het Openbaar Ministerie met input van de politie een Richtlijn voor de vervolging gemaakt. Dit alles heeft ook gevolgen voor de ICT-systemen van het Openbaar Ministerie en de politie.
Daarnaast is het op dit moment nog niet mogelijk om makkelijk te kunnen testen of het daadwerkelijk om de stof lachgas gaat. Er loopt in opdracht van de politie een wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijkheid lachgas te detecteren in ademlucht. De eerste resultaten van het onderzoek naar detectie van lachgas in ademlucht zijn positief en er wordt op dit moment nader onderzoek uitgevoerd. Zodra de resultaten van dit nader onderzoek bekend zijn zal ik uw Kamer hierover informeren
Klopt het dat het ontwerpbesluit tot plaatsing van lachgas op lijst II reeds in 2021 is gepubliceerd? Zijn het OM en de politie toen begonnen te anticiperen op de handhaving van een eventueel verbod?
Het Openbaar Ministerie en de politie zijn tijdens het wetgevingstraject betrokken in het proces. Uitvoeringsorganisaties beginnen niet eerder met het aanpassen van hun processen dan dat een wetswijziging definitief is. Er kan immers altijd nog iets veranderen of een voorgenomen wetsvoorstel kan helemaal niet doorgaan. Bij sommige trajecten worden met uitvoeringsorganisaties afspraken gemaakt over een specifieke implementatiefase.
Bent u ervan op de hoogte dat er bij de begroting van 2022 structureel geld is vrijgemaakt voor de kosten van implementatie van dit verbod? Hoe is dit geld tot op heden besteed?
Daar ben ik van op de hoogte. Bij de uitvoeringsorganisaties zijn in 2022 voorbereidingen getroffen in afwachting van het te nemen besluit over het lachgasverbod. Bij deze voorbereidingen voor de implementatie kwamen nog geen kosten kijken.
In mijn Kamerbrief van 15 juni 2022 heb ik aan uw Kamer laten weten dat voor de versterking van de handhaving van het lachgasverbod structureel 14 miljoen euro wordt vrijgemaakt.3 Na de afkondiging van het lachgasbesluit worden de middelen structureel beschikbaar gesteld aan de uitvoeringsorganisaties.
Dit geld wordt jaarlijks via een bijzondere bijdrage overgemaakt aan de politie op basis van een bestedingsplan met daarin geplande uitgaven en activiteiten vanaf 1 januari 2023. Middelen die op de begroting van 2022 waren gereserveerd voor eventuele inwerkingtreding vóór 1 januari 2023 zijn niet nodig gebleken en herbesteed binnen de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit of breder binnen de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hierover wordt gerapporteerd binnen de reguliere begrotingsverantwoording.
Hoe vindt handhaving plaats als OM en politie er per 1 januari 2023 niet in geslaagd zijn om de noodzakelijke wijzigingen voor een effectieve handhaving te implementeren?
Er wordt op dit moment opgetreden tegen het bezit van lachgas. De politie neemt sinds 1 januari 2023 aangetroffen lachgas (waarvoor geen wettelijke uitzondering is) in beslag. Er zijn sinds 1 januari diverse relatief kleine, maar ook diverse grote partijen gasflessen met lachgas in beslag genomen.4 Het gaat bij grote hoeveelheden om bijvoorbeeld ruim 200 tot bijna 500 gasflessen met lachgas. Voor gebruikershoeveelheden geldt dat deze na inbeslagname vernietigd worden. Als de politie een grote hoeveelheid lachgas aantreft, wordt dit in beslag genomen in het kader van waarheidsvinding, waarbij eventuele vervolging op grond van de Opiumwet later plaatsvindt.
Handhaven gebeurt daarnaast nu ook al op grond van andere geldende wet- en regelgeving, namelijk APV-bepalingen (waar het gaat om overlast) en bijzondere strafwetgeving, zoals rijden onder invloed volgens de Wegenverkeerswet en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en milieuwetgeving. Met de plaatsing van lachgas op lijst II van de Opiumwet is een extra mogelijkheid om te handhaven gecreëerd, naast de al geldende wet- en regelgeving.
Telegraaf, 19 januari 2023, Kritiek op nieuw uitstel lachgas-ban: «Verbod komt niet uit de lucht vallen» via https://www.telegraaf.nl/nieuws/1424940967/kritiek-op-nieuw-uitstel-lachgas-ban-verbod-komt-niet-uit-de-lucht-vallen
De nieuwsberichten zijn te raadplegen via de volgende websites: https://www.politie.nl/nieuws/2023/januari/19/06-politie-neemt-honderden-lachgastanks-in-beslag.html, https://www.at5.nl/artikelen/218818/politie-stuit-op-auto-vol-lachgasflessen-bij-controle-in-buitenveldert en https://www.ad.nl/binnenland/politie-houdt-man-aan-met-242-flessen-lachgas-in-zijn-auto~a37280e4/.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1537.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.