Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt) en Marijnissen (SP) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën en voor Klimaat en Energie over de prijscap op energie (ingezonden 20 september 2022).

Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister-President en de Minister van Financiën (ontvangen 21 september 2022).

Vraag 1

Klopt het dat de regering overgaat tot het instellen van een prijscap op energie? Zo ja, wanneer gaat die in en op welk niveau worden verbruik en prijs vastgesteld?

Antwoord 1

Ja, dit klopt. Het kabinet gaat op dit moment uit van invoering van een prijsplafond per 1 januari 2023 voor alle huishoudens. Daarbij is de inzet dat minimaal de helft van de huishoudens wat betreft verbruik volledig onder het tariefplafond valt als zij blijvend een inzet doen op besparing in hun energieverbruik. Hiertoe stelt het kabinet een volumegrens van 1.200 m3 voor gas en 2400KWh voor elektriciteit voor. Het kabinet denkt aan een tariefplafond van maximaal 1,50 euro voor gas en 70 cent voor elektriciteit. Mocht de ontwikkeling van de prijs voor gas of elektriciteit meevallen voor vaststelling van het plafond later deze maand, kunnen de plafonds nog worden verlaagd. Het prijsplafond voor gas wordt in dat geval maximaal verlaagd tot de prijs op 1,20 per kuub gas.

Gegeven de korte termijn die is gesteld voor beantwoording, verwijs ik voor verdere uitleg van dit antwoord kortheidshalve naar mijn brief van 20 september 2022.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de geschatte kosten zijn van de prijscap?

Antwoord 2

De exacte kosten zijn vanzelfsprekend zeer afhankelijk van de vormgeving van het tijdelijke prijsplafond en de daadwerkelijke prijsontwikkeling op de energiemarkten gedurende 2023. In de Miljoenennota is voor het tijdelijke prijsplafond al een reservering opgenomen. Voor het prijsplafond zal het kabinet in eerste instantie de middelen voor verlaging energiebelasting in 2023 (kosten 5,4 miljard euro) uit de Miljoenennota aanwenden. Dit ligt voor de hand gezien het doel en de doelgroepen vergelijkbaar zijn. Daarnaast worden de opbrengsten van een solidariteitsheffing en een inframarginale heffing ingezet. Daarvoor geldt wel dat de opbrengsten en vormgeving nog onzeker zijn.

Gegeven de korte termijn die is gesteld voor beantwoording, verwijs ik voor verder uitleg kortheidshalve naar mijn brief van 20 september 2022.

Vraag 3

In welke ministerraad is vergaderd over een prijscap en is besloten een prijscap in te stellen?

Antwoord 3

In de vierhoek – een onderraad van de ministerraad – van 16 september 2022 is besloten tot het instellen van een prijsplafond. In de daarop aansluitende ministerraad is dit besluit toegelicht en hebben de vakministers de ruimte gekregen om het besluit op korte termijn verder uit te werken.

Vraag 4

Kunt u aangeven wie onder de prijscap vallen en dan in het bijzonder ingaan op:

  • een woning die van het gas af is en waar alleen elektriciteit gebruikt wordt?

  • een woning die op stadswarmte in aangesloten

  • blokverwarming

  • een tweede woning

  • een vakantiewoning, die permanent bewoond wordt?

Antwoord 4

Het voornemen is om het prijsplafond aan te laten sluiten bij de doelgroep die in aanmerking komt voor de belastingvermindering in de energiebelasting. De belastingvermindering energiebelasting geldt voor elektriciteitsaansluitingen met een verblijfsfunctie. De vijf genoemde voorbeelden vallen in principe dus onder het prijsplafond. Er wordt op korte termijn in de uitwerking nog bezien hoe de prijs van warmte meegenomen kan worden in het tijdelijk prijsplafond.

Vraag 5

Is er een tegemoetkoming voor mensen die in een tochtig, slecht geïsoleerd huurhuis wonen (bijvoorbeeld enkel glas of energielabel F). Is deze maatregel toereikend?

Antwoord 5

Het kabinet ziet een tijdelijk prijsplafond als een stevige waarborg voor een betaalbare energierekening voor huishoudens.

De precieze vormgeving van het tijdelijke prijsplafond wordt momenteel nog verder uitgewerkt met de sector. Daarbij zijn variaties denkbaar in de hoogte van het tarief waarop het tijdelijke plafond wordt vastgesteld, tot welk energieverbruik het prijsplafond zal gelden en hoe lang dit plafond in stand blijft. Het kabinet wil de volumegrens zo kiezen dat alle huishoudens met een hoge energieprijs voordeel hebben van het plafond. Daarbij is de inzet dat minimaal de helft van de huishoudens wat betreft verbruik volledig onder het tariefplafond valt als zij blijvend een inzet doen op besparing in hun energieverbruik. Hiertoe stelt het kabinet een volumegrens van 1.200 m3 voor gas en 2400KWh voor elektriciteit voor. Alle huishoudens met een variabel contract hebben tot dit verbruik profijt van het energieplafond. Daarnaast heeft het kabinet in de brief van 20 september 2022 geïnformeerd over het voornemen om een belangrijk deel van de energietoeslag voor de meest kwetsbare huishoudens in 2023 naar voren te halen zodat gemeenten die nog dit jaar kunnen overmaken. En tot slot is in de Miljoenennota een omvangrijk koopkrachtpakket gepresenteerd om in 2023 de koopkrachteffecten te dempen.

Vraag 6

Heeft u een maatregel voor bedrijven (bijvoorbeeld bakkers of slagers) die energie-intensief zijn?

Antwoord 6

Het kabinet zet alles op alles om een gerichte subsidieregeling voor de energiekosten voor het energie-intensieve mkb op te zetten. Voor de uitvoering van een dergelijke specifieke subsidieregeling is de Minister van Economische Zaken en Klimaat in gesprek met energieleveranciers.

Vraag 7

Bent u ervan op de hoogte dat een aantal energiebedrijven zeer hoge prijzen in rekening brengt (zoals rond de één euro voor één kWh en 4 euro voor een kuub gas), terwijl de marktprijzen daar – gelukkig – onder zitten. Op welke wijze zult u bevorderen dat de prijscap, die een groot deel van het crediteurrisico wegneemt bij energiebedrijven, niet leidt tot excessieve winsten bij energiebedrijven?

Antwoord 7

Ja. De invoering van een prijsplafond mag niet leiden tot overcompensatie van leveranciers. De precieze vormgeving van het tijdelijke prijsplafond wordt op korte termijn verder uitgewerkt in nauw overleg met de sector en de beoogde uitvoerder RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Hierbij wordt uitgegaan van een consistente systematiek vormgegeven voor het vaststellen van de vergoeding vastgesteld bij een hogere marktprijs dan het tarief van het tijdelijke plafond.

Gegeven de korte termijn die is gesteld voor beantwoording, verwijs ik kortheidshalve ook naar mijn brief van 20 september 2022. Daarbij is volledigheidshalve reeds aangegeven dat het kabinet is zich er terdege van bewust dat er voorbeelden zullen ontstaan van bedrijven, huishoudens of mogelijk energieleveranciers die meer compensatie ontvangen dan strikt genomen wenselijk is.

Vraag 8

Bent u ervan op de hoogte dat eigenaren van windmolen, kolencentrales, zonneparken of een nucleaire centrale voor lage kosten (soms rond de 0,1 euro) energie kunnen opwekken, dat die energie nu met winstmarges tot 1.000 procent wordt verkocht wordt en dat de overheid vervolgens de huishoudens weer subsidieert totdat zij ongeveer de kostprijs betalen?

Antwoord 8

Ja, daar ben ik van op de hoogte. De Europese Commissie doet voorstellen voor een inframarginale prijscap waardoor inkomsten kunnen worden afgeroomd en een solidariteitsbijdrage van fossiele energieproducten. Ik verwijs u kortheidshalve naar mijn brief over de appreciatie van deze Europese voorstellen van 20 september 2022. Het kabinet staat positief tegenover het voorstel van de Commissie om de infra-marginale opbrengsten af te romen die ontstaan doordat de inkomsten van bepaalde elektriciteitsproducenten sterk gestegen zijn door de hoge elektriciteitsprijzen, terwijl daar voor hen geen hogere productiekosten tegenover staan. We bestuderen de wijze waarop nationale uitvoering aan de doelen van het voorstel vorm kan worden gegeven. Dit doet het kabinet ook door te kijken naar alternatieve maatregelen die hetzelfde doel dienen. Ten aanzien van de inframarginale prijscap heeft het kabinet nog onvoldoende inzicht of, en zo ja hoeveel, deze extra middelen zal opleveren en op welke manier de cap wordt uitgewerkt.

Vraag 9

Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat deze vormen van elektriciteit tegen kostprijs en een redelijke mark-up geleverd gaan worden aan het systeem, zodat er geen overwinsten gaan ontstaan, die vooral publiek betaald worden?

Antwoord 9

Voor de niet-slimme meters moeten de meterstanden worden doorgegeven voor 1 januari 2023. Dit hoeft echter niet exact op de dag dat de maatregel ingaat. De procedure wijkt wat dat betreft ook niet af van eerdere jaren.

Vraag 10

Moeten alle niet-slimme meters uitgelezen worden op de dag dat deze maatregel ingaat?

Antwoord 10

Ja, die zijn hedenochtend gedeeld met de Kamer.

Vraag 11

Kunt u de memo’s die de fractievoorzitters van de coalitiepartijen over deze maatregel en varianten daarvan gezien hebben de afgelopen maanden, aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 11

Het kabinet zal de Kamer voorafgaand aan de algemene financiële beschouwingen een doorrekening van de koopkrachteffecten sturen.

Vraag 12 en 13

Heeft u indicaties van de koopkrachteffecten? Kunt u die delen?

Op welke momenten is overlegd met de energiebedrijven? Met wie van de energiebedrijven? Zijn hier verslagen van gemaakt? Kunt u dus van elke bijeenkomst datum, aanwezigheid (van zijde regering en energiebedrijven) en verslagen delen met de Kamer?

Antwoord 12 en 13

Sinds het voorjaar is er regelmatig contact geweest met de energieleveranciers, waaronder op bestuurlijk niveau in maart, juni, augustus en tweemaal in september. Gegeven de korte termijn die is gesteld voor beantwoording, verwijs ik voor wat betreft de uitkomst van deze gesprekken kortheidshalve naar mijn brief van 20 september 2022.

Vraag 14

Wanneer zijn deze overleggen gestart?

Antwoord 14

Ja, het prijsplafond is door het kabinet besproken met de fractievoorzitters van GroenLinks en de Partij van de Arbeid, die een vergelijkend voorstel hebben gedaan betreft het prijsplafond. Hiervoor zijn geen aanvullende voorbereidende notities gemaakt.

Vraag 15

Zijn deze maatregelen besproken met andere partijen dan de coalitie? Kunnen voorbereidende notities worden gedeeld met de gehele kamer?

Antwoord 15

De elektriciteitsopwekking vindt in Nederland voor een groot deel plaats met gascentrales. Als deze gascentrales niet de kosten van het gas met voldoende hoge elektriciteitsprijzen kunnen terugverdienen, zullen ze geen elektriciteit produceren. Zonder de gascentrales is er in Nederland een groot deel van de tijd te weinig elektriciteitsopwekking om in alle elektriciteitsvraag te voorzien. Ook de Europese Commissie heeft met haar recente voorstellen niet voor ontkoppeling van de gas- en elektriciteitsprijs gekozen.

Vraag 16

Waarom wordt de energieprijs niet losgekoppeld van de gasprijs? Is dit overwogen?

Antwoord 16

Nee. Op basis van het Europees recht worden dergelijke tarieven gereguleerd en worden de kosten gezamenlijk opgebracht door alle gebruikers van het net.

Vraag 17

Is overwogen dat de transportkosten van energie voor huishoudens wordt kwijtgescholden?

Antwoord 17

Het kabinet wil dat huishoudens deze winterperiode niet worden afgesloten als gevolg van financiële problemen en het daardoor niet kunnen betalen van de energierekening. Daarbij blijft uitsluitend ruimte voor contractopzegging, en daaropvolgend afsluiting door de netbeheerder, in gevallen van fraude, weigering om mee te werken of bij veiligheidsrisico’s. In gesprekken met energieleveranciers kwam naar voren dat deze intentie breed wordt gedeeld. Dit vraagt uiteraard een gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning op korte termijn vanuit huishoudens, energieleveranciers en de overheid. Er wordt op korte termijn bezien of en hoe dit wordt verwerkt kan worden in de Regeling afsluitbeleid onder de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.

Vraag 18

Wordt wettelijk geregeld dat niemand wordt afgesloten deze winter?

Antwoord 18

De vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.

Naar boven