Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 1384 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 1384 |
Kunt u exact aangeven in welke fase de besluitvorming over de komst van een grote militaire kazerne naar Zeewolde zich bevindt en welke stappen nog genomen moeten worden vooraleer er sprake is van een definitief besluit?
Defensie heeft het onderzoek naar en de besluitvorming over de realisatie van een nieuwe kazerne onderverdeeld in fases, zoals omschreven in de Kamerbrief «Strategisch Vastgoedplan 2022» van 2 december jl. (Kamerstuk 36 124, nr. 12). Met de Kamerbrief «Contouren Strategisch Vastgoedplan 2022» van 13 mei jl. (Kamerstuk 34 919, nr. 91) heb ik het bestuurlijk voornemen geuit voor een nieuwe kazerne in het midden van het land. Met dit bestuurlijk voornemen (fase 2), die volgt op de ambtelijke verkenningsfase, gaat Defensie in gesprek met de provincie Flevoland en de provincie Gelderland en de betreffende gemeenten over de inpasbaarheid van de kazerne om zo mogelijk tot een gezamenlijk bestuurlijk voornemen te komen. Het kabinet streeft ernaar om medio 2023 tot een definitieve locatiekeuze voor de kazerne te komen en de benodigde planologische procedure op te starten.
Wat is uw reactie op de uitspraken van de commissaris van de Koning (CdK) van Flevoland in zijn nieuwjaarstoespraak over deze kazerne, waarin hij onder andere spreekt over 7.000 arbeidsplaatsen en 1.300 opleidingsplaatsen?
Kloppen deze cijfers? Zo nee of indien nog niet bekend, waarom vermeldt de CdK deze dan publiekelijk en wat is uw reactie daarop?
Indien deze cijfers kloppen, hoe bent u tot de conclusie gekomen dat u de taken en rollen van deze 7.000 arbeidsplaatsen en 1.300 opleidingsplaatsen het beste op één locatie zou kunnen concentreren, in plaats van een verspreiding over meerdere regio’s, ook gelet op de sociale gevolgen voor (gezinnen van) defensiepersoneel en de mogelijke gevolgen voor rekrutering?
Kunt u helder en concreet uiteenzetten welke afwegingen ten grondslag hebben gelegen aan de voorgenomen vestiging van de kazerne in Zeewolde, door u eerder als «ideale locatie» aangemerkt? Kunt u hierin onderscheid maken tussen afwegingen die bedoeld zijn om ons defensieapparaat te versterken, afwegingen m.b.t. inzet en verdere ontwikkeling van ons defensiepersoneel, en afwegingen die geen of weinig relatie hebben met defensietaken? Kunt u daarnaast ook aangeven hoe alternatieve locaties scoorden op deze afwegingen?
Defensie heeft haar onderzoek naar het verbeteren van de huisvesting uitgevoerd aan de hand van de criteria zoals in de Kamerbrief Strategisch Vastgoedplan 2022 van 2 december jl. is toegelicht. Het Strategisch Vastgoedplan 2022 heeft daarbij een vierledige doelstelling: ondersteuning van de operationele gereedstelling, werving en behoud van personeel, verduurzaming en het herstellen van de financiële balans. De bouw van de nieuwe kazerne is een strategische stap met het oog op de krijgsmacht van de toekomst in een samenleving waar de ruimte schaars is.
Op de nieuwe kazerne worden ondersteunende eenheden gehuisvest uit meerdere Defensieonderdelen, welke dat zijn en om hoeveel arbeidsplaatsen dat precies gaat is op dit moment nog niet concreet te zeggen. Deze ondersteunende eenheden, die een belangrijke schakel vormen in de operationele gereedheid, zijn nu nog verspreid gehuisvest over diverse locaties. Het maken van een realistische inschatting over aantallen vanuit bestaande eenheden en nieuwe functies is onderdeel van de verdere uitwerking.
Concentratie op één nieuwe locatie leidt operationeel tot synergie tussen verschillende soorten ondersteunende eenheden. Door daarbij opleidingen en operationele eenheden bij elkaar te brengen worden nieuwe militairen opgeleid in de omgeving waar ze later gaan werken, wat naar verwachting een gunstige invloed heeft op werving en behoud. Dit maakt het mogelijk voor medewerkers om een loopbaan bij Defensie op te bouwen zonder veel verplaatsingen met vaak bijbehorende verhuizingen. Daarnaast zijn duurzaamheidsdoelstellingen waar Defensie aan moet voldoen naar verwachting eenvoudiger op een nieuwe locatie te realiseren en leidt de beoogde schaalgrootte tot een hogere financiële doelmatigheid.
Defensie heeft een verkenning gedaan waarbij meerdere locaties in en buiten Flevoland zijn beoordeeld. Op basis van het onderzoek is er een selectie gemaakt van vier mogelijke locaties, drie locaties in Flevoland en een locatie in Gelderland. Daaruit is de locatie brug bij Nijkerk in de gemeente Zeewolde als voorlopige voorkeurslocatie van het kabinet naar voren gekomen. Deze locatie voldoet aan de eisen van Defensie en heeft naar verwachting relatief beperkte negatieve effecten op de omgeving. Daarnaast draagt een nieuwe kazerne op de voorkeurslocatie in Flevoland, waar Defensie nu nog geen kazerne heeft, bij aan de gewenste spreiding van onze aanwezigheid over het land. De impact op het huidige personeel lijkt beperkt doordat een kazerne in Flevoland relatief dicht bij de mogelijk bestaande locaties met ondersteunende eenheden ligt. Een nieuwe kazerne in het midden van het land ligt dichterbij de Randstad en daarmee dichterbij potentieel personeel. De locatie van de nieuwe kazerne is nog niet definitief.
Wat is de meest realistische huidige schatting voor wat betreft het aantal banen en opleidingsplaatsen? Om hoeveel reeds bestaande banen gaat dit? Welke concrete werkgelegenheid zou deze nieuwe kazerne Flevoland opleveren en om hoeveel banen gaat dat?
Het betreft grotendeels het verplaatsen van bestaande eenheden en geplande uitbreidingen in het kader van de Defensienota 2022, waarbij de impact op de werkgelegenheid voor de regio nog niet bekend is. Het maken van een realistische inschatting over aantallen vanuit bestaande eenheden en nieuwe functies is onderdeel van de verdere uitwerking.
Kunt u aangeven in hoeverre het lobbywerk waarover de CdK van Flevoland spreekt hierin een rol heeft gespeeld? Indien het geen rol heeft gespeeld, wat is dan uw reactie op het feit dat de CdK nadrukkelijk suggereert dat dit wel het geval is? Indien het wel een rol heeft gespeeld, houdt dat dan in dat de voorgenomen keuze op meer is gebaseerd dan louter op inhoudelijke afwegingen?
In aanloop naar de kamerbrief «Strategisch Vastgoedplan 2022» van 2 december jl. is op enkele momenten zowel ambtelijk als bestuurlijk contact gezocht met de provincie om hen te informeren over het lopende proces. De afweging om te komen tot de voorlopige voorkeurslocatie is gebaseerd op de onder vraag 4 en 6 genoemde overwegingen. Ik heb geen behoefte om te reageren op uitspraken van de commissaris van de Koning.
Kunt u een meest recente stand van zaken geven met betrekking tot de beoogde vorm van financiering van de kazerne? Kunt u daarbij tevens aangeven welke lering is getrokken uit de eerdere moeizame publiek-private samenwerkingsconstructies op dit vlak?
De vorm van financiering maakt op dit moment nog geen onderdeel uit van het proces. Conform de gebruikelijke systematiek wordt in de voorbereiding van grote (her)huisvestings- en infrastructurele projecten een «publiek-private comparator» uitgevoerd, waarmee wordt beoordeeld op welke manier het project het beste kan worden aanbesteed: niet-geïntegreerd (met afzonderlijke aanbestedingen voor het ontwerp, de bouw en de facilitaire ondersteuning) of geïntegreerd (waarbij één partner wordt gezocht voor het ontwerp, de bouw, het onderhoud en/of de facilitaire ondersteuning van de kazerne). Daarnaast onderzoekt Defensie op dit moment hoe het vastgoed ondergebracht kan worden in een rijkshuisvestingsstelsel bij het Rijksvastgoedbedrijf. Alle aspecten die betrekking hebben op de vorm van financiering worden in de besluitvorming meegewogen, maar zijn nu nog niet aan de orde.
Wat is uw reactie op het feit dat de burgemeester van Zeewolde aangeeft verrast te zijn door de woorden van de CdK en dat een grote kazerne «nooit de ambitie» van de gemeente is geweest? Wat zegt dit volgens u over het mandaat waarmee de CdK op pad is gegaan?
Kunt u zich voorstellen dat agrariërs met bedrijven op de beoogde locatie zich overvallen voelen door dit proces, dat door de woorden van de CdK in een stroomversnelling geraakt lijkt te zijn?
Ik realiseer mij dat de inhoud van de boodschap en de potentiële gevolgen op het leven van de betrokken agrariërs hard aan kan komen. Om die reden hebben we de betrokkenen in december persoonlijk en direct geïnformeerd en hebben we hen in een informatiebijeenkomst meegenomen in de wensen van Defensie en het verdere (bestuurlijk) proces. Ook blijven we de komende periode met de betrokkenen in gesprek. Er is echter geen sprake van een stroomversnelling van het proces om zo mogelijk te komen tot een gezamenlijk bestuurlijk voornemen.
Deelt u de zorgen over het verdwijnen van boerenbedrijven en zeer vruchtbare landbouwgrond? Zo nee, waarom niet?
Ik kan mij voorstellen dat de ondernemers zorgen hebben over de toekomst van hun bedrijf. Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf gaan met betrokken agrariërs verder in gesprek om hen perspectief te bieden zoals ik in mijn Kamerbrief van 2 december jl. heb aangegeven. Tegelijkertijd staat Defensie voor een uitdagende opgave en kijken we waar we die opgave in Nederland kunnen invullen. Daarbij biedt Flevoland kansen en hebben we – indachtig de ruimtelijke puzzel die ook Flevoland te leggen heeft – deze stap gezet en een voorlopige voorkeurslocatie van het Kabinet aangewezen. De locatie van de nieuwe kazerne is nog niet definitief en de inpassing wordt meegenomen in de bredere puzzel van het NOVEX-gebiedsproces, waarin we samen met de provincies en gemeenten de afwegingen bij elkaar kunnen brengen.
Deelt u de vaststelling dat zich in Flevoland geschiktere locaties voor een dergelijke kazerne bevinden, bijvoorbeeld in de Noordoostpolder waar de vestiging niet ten koste zou gaan van landbouwgrond en bovendien goed zouden passen bij de ontwikkeling van het openbaar vervoer (snellere verbinding Hanzelijn en mogelijke komst van de Lelylijn)?
Kunt u een overzicht geven van alle mogelijke locaties in Flevoland die in dit proces de revue zijn gepasseerd en in overweging zijn genomen en daarbij uiteenzetten waarom die locaties minder geschikt zouden zijn dan de beoogde locatie ten oosten van Zeewolde? Zo nee, waarom niet?
Defensie heeft een verkenning gedaan waarbij meerdere locaties in en buiten Flevoland zijn beoordeeld. Op basis van het onderzoek is er een selectie gemaakt van vier mogelijke locaties, drie locaties in Flevoland en een locatie in Gelderland. Daaruit is de locatie brug bij Nijkerk in de gemeente Zeewolde als voorlopige voorkeurslocatie van het kabinet naar voren gekomen. De locatie van de nieuwe kazerne is nog niet definitief. Samen met de provincies en gemeenten wordt opnieuw naar de vier mogelijke locaties gekeken. Het delen van de mogelijke locaties in Flevoland komt het proces op dit moment niet ten goede omdat de gesprekken met de provincies en gemeenten gevoerd worden. Daarnaast kan ik in dit stadium niet uitsluiten dat op basis van de resultaten van die gesprekken en verdieping van de verkenningen uiteindelijk een andere afweging wordt gemaakt. Zodra er een definitieve locatiekeuze is wordt u daarover geïnformeerd.
Kunt u aangeven op welke wijze en wanneer u de Kamer heeft geïnformeerd over de grote meningsverschillen in dit dossier, los van het «Projectenoverzicht uitwerking Strategisch Vastgoedplan najaar 2022» dat u op 2 december vorig jaar met de Kamer deelde en waarin u onder andere niet ingaat op het standpunt van de gemeente Zeewolde?
Ik heb uw Kamer over het proces en de resultaten daarvan tot nu toe achtereenvolgens geïnformeerd met de Kamerbrief Contouren Strategisch Vastgoedplan 2022 van 13 mei jl. (Kamerstuk 34 919, nr. 91) en de Kamerbrief Strategisch Vastgoedplan 2022 van 2 december jl. Ook over het vervolg zal ik uw Kamer blijven informeren. De komende periode zet Defensie de constructieve gesprekken die met provincies en gemeenten zijn gevoerd voort.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1384.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.