Vragen van de leden Kröger en Maatoug (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de arbonormen van het bagagepersoneel op Schiphol (ingezonden 8 september 2022).

Mededeling van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 30 september 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Schipholonderzoek: de helft van onze ouderen heeft klachten»1, «Massaclaim «kansrijk» voor medewerkers op Schiphol: «Ze wisten dat ze fout waren»»2 en «Inspectie controleerde twaalf jaar niet op zwaar werk Schiphol»3?

Vraag 2

Waarom heeft de arbeidsinspectie sinds 2009 niet meer gecontroleerd, terwijl in het verleden wel allerlei eisen en verplichtingen op zijn gelegd? Hoeveel waarde heeft dit, als er toch niet op wordt gecontroleerd?

Vraag 3

Bij welke organisaties zijn er in het verleden ook eisen en verplichtingen opgelegd, zonder daarna te controleren of de (arbeids)omstandigheden zijn verbeterd?

Vraag 4

Wat is de situatie omtrent andere gezondheidsrelevante arbeidsomstandigheden, zoals lawaai, (ultra)fijnstof, roosters en werktijden?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat Schiphol zes verschillende afhandelingsbedrijven heeft toegelaten? Deelt u de mening van Swissport dat daarmee zodanig concurrentie is gestimuleerd, dat werknemers hier de dupe van worden?

Vraag 6

Hoe lang zijn er al signalen van een «race to the bottom», en het effect hiervan op de arbeidsomstandigheden? Wat heeft u hier tot nu toe aan gedaan? Welke mogelijkheid heeft u om hier op in te grijpen? Deelt u de opvatting dat zelfregulering onvoldoende is, met name in concurrentie-intensieve sectoren of waar er een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen werknemer en werkgever?

Vraag 7

Wat is de situatie bij andere werknemersgroepen waarvan de diensten op een vergelijkbare manier zijn aanbesteed?

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat alle partijen naar elkaar wijzen, bijvoorbeeld bij de aanschaf van tilhulpen? Wie is daar volgens u verantwoordelijk voor?

Vraag 9

Wat is er gedaan met alle signalen van bedrijfsartsen? Waar komen deze terecht en worden deze ook in gezamenlijkheid opgepakt?

Vraag 10

Is het mogelijk om werknemers actiever te informeren over de mogelijkheid om bij onwerkbare arbeidsomstandigheden een melding te doen bij de inspectie? Bent u bereid zich hiervoor in te zetten?

Vraag 11

Vindt u ook dat Schiphol hier een verantwoordelijkheid heeft en zich niet langer afzijdig kan houden? Bent u als belangrijkste aandeelhouder bereid Schiphol hier op aan te spreken? Bent u bereid om Schiphol aan te sporen snel overgaan tot compensatie?

Vraag 12

Wat is de situatie op andere luchthavens? Zijn er signalen dat er vergelijkbare problematiek speelt als op schiphol?

Vraag 13

Hoe kunnen we in de toekomst dergelijke voorvallen voorkomen, mensen beter beschermen en achteraf beter compenseren? Wat vindt u van een financiële tegemoetkoming van werkgevers bij beroepsziekten, zoals in België en Duitsland? Kan dit een uitkomst bieden om werkgevers beter te stimuleren om beroepsziekten te voorkomen?

Toelichting:

In aanvulling op eerdere vragen over hetzelfde onderwerp van de leden Alkaya (SP) en De Hoop (PvdA), ingezonden 7 september 2022 (vraagnummer 2022Z16361).

Mededeling

Op 7 en 8 september 2022 hebben de Kamerleden Alkaya (SP), De Hoop (PvdA), Kröger en Maatoug (GroenLinks) vragen gesteld omtrent arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van medewerkers in de burgerluchtvaart.

Deze vragen zijn aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Financiën en aan mij gesteld. De brief met de beantwoording aan uw Kamer is bijna gereed voor verzending, maar vergt nog enige afstemming met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en met het Ministerie van Financiën. Om deze reden zullen de vragen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord.

Ik zal uw Kamer de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.

Naar boven