Vragen van de leden Van der Molen, Boswijk en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Ministers
van Infrastructuur en Waterstaat, voor Natuur en Stikstof, en van Financiën over het
bericht «Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar
boeren voor opkoop» (ingezonden 7 december 2022).
Mededeling van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 10 januari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar boeren
voor opkoop»1 en de uitkomsten van de aangehaalde verzoeken in het kader van de Wet open overheid
(Woo), en zou u willen reflecteren op de conclusies en bevindingen van zowel het nieuwsartikel,
als de genoemde Woo-verzoeken?
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het opkopen van boerderijen en agrarische gronden of een
zogenaamde «boerderijenjacht» door ministeries, uitvoeringsorganisaties en organisaties
die in eigendom zijn van de Staat of andere aan de overheid gelieerde organisaties
buitengewoon onwenselijk is, zeker aangezien en zolang er nog geen recht is gedaan
aan het lot van agrarische PAS-melders?
Vraag 3
In hoeverre is er op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voldoende gevoel
voor de maatschappelijke ontwikkelingen rondom de discussie over stikstof, de pijn
en angst bij veel boerengezinnen, de noodzaak van een luisterend oor en een aanpak
die perspectief biedt, gezien het genoemde nieuwsbericht en de publicaties als gevolg
van de Woo?
Vraag 4
Indien het genoemde gevoel er volgens u wel is, waarom was het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit dan genoodzaakt het volgende te schrijven aan het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat: «Agrarische partijen zullen waarschijnlijk aangeven
dat nu werkelijkheid wordt waar ze bang voor waren: fouten door luchthavens worden
door de overheid genegeerd. Fouten bij boeren worden genadeloos afgestraft.»2?
Vraag 5
Indien het genoemde gevoel er volgens u wel zou zijn, waarom moest het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
nadat dit laatste ministerie beweerde dat de stikstofberekeningen volgens de «destijds
best beschikbare inzichten» waren gedaan, er dan op wijzen dat er verschillende wetenschappelijke
rapporten beschikbaar waren die duidelijk maakten dat de berekeningen anders hadden
moeten worden uitgevoerd?
Vraag 6
Zou u willen reflecteren op de vraag in hoeverre de suggestie zoals blijkens het genoemde
nieuwsbericht op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is gedaan om de landsadvocaat
in te schakelen om een conflict tussen twee ministeries op te lossen, in lijn is met
genoemd gevoel en het rapport van Remkes, in het bijzonder de hartstochtelijke oproep
polarisatie te vermijden en te zoeken naar verbinding?
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat ook Lelystad Airport en uw ministerie zich per direct zouden
moeten conformeren aan, en dat de stikstofruimte voor Lelystad Airport ook valt onder,
de aangenomen motie-Grinwis c.s.3 over het regelen en ordentelijk en transparant registreren en beschikbaar stellen
van stikstofruimte via een stikstofbank?
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat het positief beantwoorden van de voorgaande vraag betekent
dat uw ministeries alles wat in hun macht ligt zouden moeten doen om te voorkomen
dat Lelystad Airport of andere vliegvelden in Nederland stikstofruimte opkopen, zolang
er nog geen recht is gedaan aan het lot van agrarische PAS-melders? Zo ja, welke acties
gaan de ministeries op welk moment uitvoeren?
Vraag 9
Zou u als Minister van Financiën willen reflecteren op de verantwoordelijkheid die
u heeft met betrekking tot voorgaande vragen in het licht van het feit dat Lelystad
Airport onderdeel is van de Schiphol Group, en Schiphol een staatsdeelneming is, in
beheer van het Ministerie van Financiën?
Mededeling
De beantwoording van de Kamervragen4 van de leden Van der Molen, Boswijk en Inge van Dijk (allen CDA) over het bericht,
«Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar boeren
voor opkoop», kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat afstemming van de beantwoording met de Ministeries
van LNV en Financiën in verband met het kerstreces meer tijd vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.