Vragen van het lid Van Campen (VVD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof naar aanleiding van het artikel «nieuwe uitkoopregeling op de tocht» (ingezonden 25 augustus 2022).

Antwoord van Minister van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 30 september 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 4047.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Nieuwe uitkoopregeling op de tocht»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u de in het artikel genoemde waarschuwing dat de nieuwe uitkoopregeling die stoppende boeren ruimhartiger dient te vergoeden, niet door dreigt te gaan?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zo ja, kunt u concreet aangeven op basis van welke concrete wet- en regelgeving deze regeling «een vorm van ongeoorloofde staatssteun» zou zijn, zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De Europese richtsnoeren2 bepalen of en zo ja, onder welke voorwaarden er sprake kan zijn van geoorloofde staatssteun. Voor het vrijwillig beëindigingen van veehouderijbedrijven – het sluiten van productiecapaciteit – kennen de richtsnoeren een specifiek steunkader.

Het kader bevat een vereiste dat de begunstigde van de steun een wettelijk bindende toezegging moet doen om dezelfde activiteit niet opnieuw op een andere plaats te beginnen, het zogenoemd doorstartverbod. Een ondernemer die vrijwillig gebruik maakt van een stoppersregeling kan dus niet elders opnieuw met dezelfde activiteit starten. De Europese Commissie (EC) heeft eerder bij de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen strikt aan deze eis vastgehouden.

In mei heb ik een eerste informeel overleg gevoerd met de EC over de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de MGA-2. In dit overleg heeft de commissie opnieuw op deze eis gewezen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat – gelet op het belang van de vrijwilligheid van de regelingen – ook het stoppersverbod voor agrariërs uit de regeling moet worden gehaald en zo ja, hoe gaat u de Europese Commissie daarvan overtuigen?

Antwoord 4

Inzet van het kabinet is om zoveel als mogelijk is in te zetten op vrijwilligheid bij beëindiging. Een maatregel waarmee de overheid een vergoeding verstrekt aan een ondernemer die vrijwillig de productie op zijn bedrijf of op een locatie van zijn bedrijf definitief beëindigt, dient te voldoen aan de voorwaarden die volgen uit de Richtsnoeren, zo ook het zogenoemde doorstartverbod.

Vraag 5

Zien de bezwaren van de Europese Commissie op de nieuwe uitkoopregeling enkel toe op het voornemen om het stoppersvebod uit de regelingen te schrappen, of ook op andere onderdelen van de regeling?

Antwoord 5

De Europese Commissie heeft in het informele overleg van mei verduidelijkt aan welke voorwaarden een vrijwillige beëindigingsregeling op grond van de Richtsnoeren moet voldoen. Het zogenoemde doorstartverbod is een van de voorwaarden.

Vraag 6

Indien dit laatste het geval is, op welke onderdelen zien de bezwaren van de Europese Commissie nog meer toe?

Antwoord 6

Zie mijn antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Welke verschillende opkoopregelingen bent u voornemens in te stellen aanvullend op de bestaande regelingen en kunt u per regeling aangeven:

  • welk type agrarisch bedrijf bij welke regeling past;

  • hoe het tijdpad eruit ziet tot aan het moment van openstelling;

  • welke belemmeringen in wet- en regelgeving, (zowel nationaal als Europees) voorzien zijn;

  • wat bij deelname de gevolgen zijn voor de betreffende dierrechten, per categorie?

Antwoord 7

Op dit moment werk ik naast de MGA-2 aan de Lbv en ben ik met provincies in gesprek over de uitvoering van mogelijke provinciale versnellingsmaatregelen in verband met de Provinciale Uitvraag stikstofaanpak en de legalisatieopgave van de PAS-melders.

Het is mijn voornemen om de Lbv zo snel mogelijk bij de Europese Commissie te notificeren en open te stellen.

Ten aanzien van de MGA-2 vindt nog overleg plaats met provincies over de vormgeving van deze maatregel en de positionering ten opzichte van de Lbv. Zodra over deze regeling meer duidelijkheid is, wordt uw Kamer daarover geïnformeerd.

Vraag 8

Wat is ten aanzien van de reeds opgengestelde/bestaande regelingen de meest actuele stand van zaken op het gebied van deelname/intekening? Kunt u dit, indien van toepassing, uitsplitsen per provincie?

Antwoord 8

Op dit moment loopt er één regeling, de eerste tranche van de Maatregel gerichte aankoop (MGA-1). In verband met een toenemende belangstelling bij veehouders voor deelname is onlangs aan provincie Limburg aanvullend budget beschikbaar gesteld wat door andere provincies niet werd benut en is de einddatum van de regeling verschoven naar 30 november 2022. Daarmee krijgen provincies extra tijd om koopovereenkomsten waarover gesprekken nog lopen te kunnen afronden en eventuele nieuwe kansrijke koopovereenkomsten te kunnen afsluiten. De stand van zaken per 15 september is dat er 26 koopovereenkomsten zijn getekend in de provincies Groningen (1), Gelderland (7), Friesland (1), Drenthe (4), Overijssel (6) en Noord-Brabant (7). Met enkele tientallen veehouders worden nog gesprekken gevoerd, met name in de provincie Limburg. Ik zal na 1 december een definitieve balans opmaken en uw Kamer daarover zo spoedig mogelijk berichten.

Vraag 9

Welke stappen heeft u reeds ondernomen en bent u voornemens te zetten richting de Europese Commissie om zo spoedig mogelijk toestemming te krijgen voor het openstellen van vrijwillige opkoopregelingen?

Antwoord 9

Mijn inzet is erop gericht de stoppersregelingen zo snel mogelijk door de Europese Commissie goedgekeurd te krijgen. Ik heb daarom informeel overleg gevoerd met de Europese Commissie over de Lbv en de MGA-2. Na de noodzakelijke aanpassingen zal ik zo spoedig mogelijk starten met de prenotificatie en vervolgens de formele notificatie van de Lbv.

Vraag 10

Deelt u de mening dat het wel heel absurd is, dat het kabinet aan de ene kant bereid is om fors te investeren in het halen van de afgesproken Europese doelen op het terrein van bodem, water, lucht, natuur en stikstof, maar dat de Europese Commissie aan de andere kant die aanpak in de weg staat met bureaucratische bezwaren en bent u bereid deze tegenstrijdigheid bij de Commissie onder de aandacht te brengen?

Antwoord 10

We zijn als lidstaat gehouden aan de Europese wet- en regelgeving. Binnen deze kaders zet ik mij voortdurend in om maximale ruimte en flexibiliteit te krijgen en deze ook te gebruiken om de beleidsdoelen zo doelmatig en doeltreffend mogelijk te realiseren.

Vraag 11

Bent u het eens dat vrijwillige opkoopregelingen, naast onder meer innovatie en extensivering, ruimte moeten bieden voor een toekomstbestendige agrarische sector met toekomstperspectief en bent u het eens dat gedwongen uitkoop of zelfs onteigening de beweging naar verdere verduurzaming van de landbouw alleen maar zal vertragen, zal leiden tot weerstand en daarmee afbreuk doet aan draagvlak? Zo ja, op welke wijzer gaat u de Europese Commissie hiervan overtuigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Van gedwongen uitkoop of onteigening is bij de Lbv en MGA geen sprake. Beëindiging van veehouderijlocaties draagt bij aan een reductie van stikstofdepositie en daarmee aan herstel van de natuur, maar ook aan verduurzaming van de landbouw in de breedte. Naast beëindiging van productiecapaciteit behoren ook bedrijfsverplaatsing, een andere manier van boeren of innovatie tot de gebiedsafhankelijke oplossingen.


X Noot
1

NRC, 24 augustus 2022, «Nieuwe uitkoopregeling op de tocht» (https://www.nrc.nl/nieuws/2022/08/23/nieuwe-uitkoopregeling-op-de-tocht-a4139727).

X Noot
2

Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014–2020 (2014/C 204/01), randnummers 423 t/m 436.

Naar boven